Aflossing voor de brandweer is voor gezorgd. Ploegen worden nu afgelost.
Joost brengt een nachtje in het ziekenhuis door. Wat hierin meespeelt is dat hij toch niet uit het ziekenhuis weg wil, omdat hij wil weten hoe het met de anderen gaat. De buitengewone omstandigheden hebben hem een plekje in het ziekenhuis opgeleverd.
Er is een ambulanceteam bij Charlotte gelaten, waardoor de graafwerkzaamheden voor een korte tijd worden stil gelegd. Er volgt een snelle controle.
De hulpverleners zijn erin geslaagd door middel van een microfoontje Roel en Melanie verstaanbaar te krijgen. Het blijkt dat zij bij elkaar in een kleine ruimte zijn. Amber is daar ook. Zij heeft echter vanaf de instorting nergens meer op gereageerd. Roel en Melanie zijn dan beiden ook behoorlijk overstuur.
Roel heeft een forse verwonding op de rechterachterkant van de thorax, zolang Melanie deze wond dichtdrukt gaat het redelijk. Doet ze dat niet, dan verslechtert de ademhaling van Roel aanzienlijk. Maar ze is inmiddels doodmoe in haar armen en geeft aan het niet heel lang meer vol te houden. Zelf is ze er redelijk vanaf gekomen, vindt ze zelf. Beiden geven wel aan op diverse plaatsen pijn te hebben en bloed te voelen.
Er wordt hen uitgelegd dat er zo snel mogelijk wordt doorgegraven, maar dat er een noodgedwongen pauze wordt ingelast ivm de behandeling van Charlotte.
Controle van Charlotte wijst het volgende uit:
A: lichte stridor (stof?).
B: 10 p/m, oppervlakkig, cyanotisch uiterlijk, sat. 89%, geen gestuwde halsvenen, trachea niet verschoven, thoraxhelften komen allebei op, maar aan de rechterzijkant stuiten ze op een fladder.
C: geen grote uitwendige bloedingen boven navelniveau, freq. 90 p/m, iets weker, CR iets vertraagd, RR 100/70.
D: P/U
Een rapid extrication is niet aan de orde. De brandweer is er zelfs al niet zo blij mee dat de pleeg bij Charlotte wil blijven terwijl ze haar verder uitgraven.
MMT is er bijna (2 min.). Wat wordt er nu gedaan, waarmee wordt gewacht op het MMT en op welk moment wordt verder gegraven?