Ik ben blij dat deze discussie zo genuanceerd gevoerd wordt. Dat komt de kracht van de argumenten echt ten goede.
Aan de discussie over uitrusting en bewapening gaat natuurlijk een goede discussie vooraf over de rol en toegevoegde waarde van de vrijwilliger in de organisatie. Die discussie is al te lang niet inhoudelijk gevoerd (zie o.a.
Van Steden et al., 2015 of
Thaens, et al., 2015). De afspraken die op basis daarvan gemaakt worden zullen bepalend zijn voor de inzet. Als de inzet van een bepaalde vrijwilliger het vervolgens nodig maakt om hem te bewapenen met een dienstpistool, dan moeten we daar ook niet meer zenuwachtig over doen. Zoveel mogelijk volgens dezelfde systematiek als bij beroepscollega's lijkt mij.
Een gebeurtenis als afgelopen vrijdag in Parijs is natuurlijk zeer heftig. Het is goed dat er gekeken wordt of er aanvullende maatregelen nodig zijn. Maar laten we die discussie niet gaan vermengen met een discussie over de positie van vrijwilligers in het korps. Allebei afzonderlijk zijn ze al ingewikkeld genoeg en ze hoeven ook niet gecombineerd gevoerd te worden. Als iemand zich in de tussentijd onveilig voelt, bespreek het dan met de leidinggevende. Dan kan die kijken of er beschermende maatregelen nodig zijn. Vind je de maatregelen onvoldoende? Vermijd dan bijvoorbeeld risicovolle locaties, gebruik deze lastige tijd om binnen recherche-ervaring op te doen, doe tijdelijk geen diensten meer, etc.