Persoonlijk had ik meer zorg over de stoomketel in het gebouw. Al is deze wel in een afzonderlijke ruimte in het gebouw.
De stoomketel hoef je niet direct zo'n zorg om te maken. Is wel iets om rekening met te houden maar niet zo zeer omdat hij zou kunnen ploffen.
Op de ketel zitten minimaal twee afblaaskleppen die bij het bereiken van de maximale werkdruk (niet zijnde de ontwerpdruk) openen en de stoom zullen afvoeren naar buiten en daar zit het verhaaltje voor de brandweer om wel rekening mee te houden want waar komen de afblazen buiten het pand.... daar krijg je namelijk de stoom voor je kiezen en die is best wel warm en geconcentreerd.
Wat betreft het ploffen van de ketel, na het openen van de veiligheden heb je nog een zekere veiligheid, de herkeurdruk van een stoomketel bij afpersen is ongeveer 1,3 maal de ontwerpdruk dus indien de maximale werkdruk gelijk zou zijn aan de ontwerpdruk (wat vaak niet het geval is de ontwerpdruk ligt veelal hoger) dan zou je bij een maximale werkdruk van bijv. 10 bar nog veilig zijn bij 13 bar.
Daarnaast zijn de veiligheden zo ontworpen dat ze tenminste de stoomproductie die het openen veroorzaakt moeten kunnen afvoeren.
Bij brand in het ketelhuis zul je als snel voor elkaar hebben dat een brander voor de ketel uit gaat, is het niet omdat de bekabeling verbrand dan is het wel omdat de noodschakelaar (buiten het ketelhuis) wordt uitgeschakeld of de brandstoftoevoer (ook buiten het ketelhuis) wordt afgesloten (al of niet automatisch)
Daarnaast is brand natuurlijk een calamiteit en dat betekent dus dat de verbruikers gewoon aangesloten blijven op het stoomnet en de hoofdstoomafsluiter op de ketel ook gewoon geopend blijft de ketel zal dus altijd een deel van de geproduceerde stoom via de verbruikers (ook als die wel zijn afgeschakeld) verliezen, dat verlies is niet zo heel groot maar geeft je wel tijd om maatregelen te nemen bij de stoomketel.
Het gevaar van een zogenaamde "droogkoker" dus een gebrek aan water in de ketel, is bij een brand ook niet noemenswaardig groot omdat de opwarming van de ketel via de buitenzijde plaats heeft, dat betekent dat de vuurgang niet meer roodheet gestookt wordt en dus ook niet verzwakt waardoor in een keer water in de vuurgang zou kunnen komen in die hoeveelheden dat er in de vuurgang een stoomexplosie ontstaat en de brand voor de ketel weg knalt.
Moraal van het verhaal, een stoomketel ploft niet zomaar maar, is bij brand om meerdere reden wel een apparaat om rekening mee te houden en uit te schakelen maar, dat geldt eigenlijk voor je hele stoomnet en de verbruikers want ook bij een verbruiker kunnen de stoomleidingen (en vooral de slangen) een reden voor een grote lekkage van stoom zijn.