Motoragent levensgevaarlijk gewond bij aanrijding A15 Botlektunnel - Rotterdam 01-10-2015

Auteur Topic: Motoragent levensgevaarlijk gewond bij aanrijding A15 Botlektunnel - Rotterdam 01-10-2015  (gelezen 37820 keer)

0 gebruikers (en 4 gasten bekijken dit topic.

JarnoF

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,110
  • Geïnteresseerd in de hulpverlening
    • JarnoFlinkers.nl
Citaat van: pascal link=msg=1380756 date=1446030032
Hoe is het met deze agent afgelopen, Ik kan er verder niet veel over vinden.

Ik heb toevallig gisteren via Twitter contact gehad met de politie Rotterdam, omdat ik ook benieuwd was naar zijn status.
Ze vertelden mij dat hij, na geopereerd te zijn, volop bezig is met zijn revalidatie.


pascal

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 371
Ik ben blij om te horen dat hij al aan het revalideren is ,Dit neemt dan niet weg dat hij nog een lange weg te gaan heeft.
Ik vroeg het me zo af omdat in het begin niet zeker was of de agent er bovenop zou komen


JarnoF

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,110
  • Geïnteresseerd in de hulpverlening
    • JarnoFlinkers.nl
Citaat van: pascal link=msg=1380762 date=1446037960
Ik ben blij om te horen dat hij al aan het revalideren is ,Dit neemt dan niet weg dat hij nog een lange weg te gaan heeft.
Ik vroeg het me zo af omdat in het begin niet zeker was of de agent er bovenop zou komen

Hoewel de betreffende motorrijder op de plaats van het ongeval levensgevaarlijke verwondingen had opgelopen, was het levensgevaar gelukkig snel geweken. Hoewel de acceptatie van zijn verwonding (verminking) natuurlijk een behoorlijk psychologische tol zullen hebben geëist.


DiNozzo

  • Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,086
Citaat van: pascal link=msg=1380756 date=1446030032
Hoe is het met deze agent afgelopen, Ik kan er verder niet veel over vinden.

Motoragent blij dat hij nog leeft

Als de Rotterdamse motoragent Dennis (37) op 1 oktober in het Botlekgebied een te zwaar beladen vrachtwagen wil controleren, ontstaat er een aanrijding. Dennis valt, de vrachtwagen rijdt over zijn arm. ,,Ik dacht echt dat ik doodging.''

Drieduizend kaarten, veertig bossen bloemen, een hippe koptelefoon, een weekendje weg, brieven van burgemeester Aboutaleb en minister Van der Steur en bezoek van de allerhoogste politiefunctionarissen. Agent Dennis, die niet met zijn achternaam genoemd wil worden, had na zijn ongeluk over aandacht niet te klagen. Hij werd overspoeld met beterschapswensen en cadeautjes, uit binnen- en buitenland.

Meer in de bron.
"The question that sometimes drives me hazy: Am I, or the others crazy?" — Albert Einstein


HIT

  • Eigenaar HarmInfraTransport
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,047
    • Harm Infra Transport
Citaat van: DiNozzo link=msg=1395060 date=1451386367
Motoragent blij dat hij nog leeft
Meer in de bron.
Bron werkt niet... deze als het goed is wel: http://www.ad.nl/ad/nl/1038/Rotterdam/article/detail/4215546/2015/12/29/Motoragent-Dennis-is-blij-dat-hij-nog-leeft-na-bizar-ongeluk.dhtml
Professionele afzetter, ik irriteer weggebruikers.


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Motoragent Dennis heeft een brief gestuurd naar GeenStijl om alle mensen te bedanken voor de ruim 3000 kaarten en brieven die hij heeft ontvangen.
http://www.geenstijl.nl/mt/archieven/2015/12/motoragent_dennis.html
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


R0N4NN

  • Student IVK
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 138
Citaat
Justitie wilde dat de bestuurder een rijontzegging kreeg van een jaar, maar daar ziet de rechter vanaf omdat de man anders geen werk heeft.

En die motoragent dan? Die mist zijn arm, maar wanneer meneer de vrachtwagenchauffeur zijn baan hierdoor kwijtraakt dat vind deze rechter dan weer te erg...
Hier zijn geen woorden voor om dit goed te praten.



RemRoof

  • docent Zorg & Welzijn
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,074
  • NRK-vrijwilliger en brede hulpverleningsinteresse
En die motoragent dan? Die mist zijn arm, maar wanneer meneer de vrachtwagenchauffeur zijn baan hierdoor kwijtraakt dat vind deze rechter dan weer te erg...
Hier zijn geen woorden voor om dit goed te praten.

Heb je de gehele gerechtelijke uitspraak gelezen?  Een nieuwsbericht zegt niet alles.
Al mijn bijdragen zijn op persoonlijke titel.


DiNozzo

  • Landelijke Eenheid Dienst Infrastructuur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,086
En daarom even de volledige uitspraak:


ECLI:NL:RBROT:2018:3703
Instantie: Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak: 09-05-2018
Datum publicatie: 09-05-2018
Zaaknummer: 10/710280-15
Rechtsgebieden: Strafrecht
Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig
Inhoudsindicatie:
Overtreding artikel 6 Wegenverkeerswet. Aanmerkelijke onvoorzichtigheid en onoplettendheid.

Verkeersongeval met door verdachte bestuurde vrachtwagencombinatie. Motoragent hierdoor zwaar gewond geraakt (geamputeerde arm).

Verdachte heeft snelheid vermeerderd terwijl slachtoffer zich in zijn dodehoek bevond. Verdachte heeft bij optrekken niet goed gekeken waar agent was. Hij heeft niet naar voren gekeken en ook niet op beeldscherm dodehoekcamera.

Negatieve publiciteit in strafverminderende zin meegewogen in strafmaat.

Taakstraf 240 uur

Gevangenisstraf 2 maanden voorwaardelijk.

Rijontzegging 18 maanden voorwaardelijk.


Parketnummer: 10/710280-15

Datum uitspraak: 9 mei 2018


Tegenspraak

Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,

ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:

[adres verdachte] , [woonplaats verdachte] ,

raadsman mr. R.H.P. Feiner, advocaat te Rotterdam.

1 Onderzoek op de terechtzitting
Gelet is op het opnieuw aangevangen onderzoek op de terechtzitting van 25 april 2018.

2 Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding voor de terechtzitting van 13 februari 2018, op welke terechtzitting het onderzoek is geschorst tot de hiervoor genoemde terechtzitting van 25 april 2018. De verdachte was eerder gedagvaard voor de terechtzitting van 23 augustus 2017. Tegen die dagvaarding is door de verdachte een bezwaarschrift ingediend. Bij beschikking van de raadkamer van deze rechtbank van 23 augustus 2017 is dat bezwaarschrift gedeeltelijk gegrond verklaard en de verdachte ter zake van de bij die dagvaarding primair en subsidiair tenlastegelegde opzetdelicten buiten vervolging gesteld. Bij de dagvaarding voor de terechtzitting van 13 februari 2018, waarop thans recht wordt gedaan, is hetgeen aan de verdachte wordt tenlastegelegd in overeenstemming gebracht met de beschikking van de rechtbank van 23 augustus 2017.

De tekst van de in de dagvaarding voor de terechtzitting van 13 februari 2018 opgenomen tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3 Eis officier van justitie
De officier van justitie mr. A.H.J.M. Damen heeft gevorderd:

-
bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;

-
veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;

-
veroordeling van de verdachte tot een taakstraf van 160 uren, met aftrek van 4 uren voor de tijd door de verdachte in verzekering doorgebracht, subsidiair vervangende hechtenis voor de duur van 78 dagen;

-
ontzegging aan de verdachte van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de tijd van 18 maanden, met aftrek van de 10 dagen gedurende welke het rijbewijs van de verdachte ingevorderd is geweest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

4 Waardering van het bewijs
4.1.
Inleiding


Op 1 oktober 2015 heeft op de gecombineerde op- en afrit 15/16 van de Rijksweg Al5 te Rotterdam een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij betrokken waren de vrachtwagencombinatie (vrachtwagen met aanhanger) die bestuurd werd door de verdachte, en de politiemotor die bestuurd werd door een motoragent van de politie Eenheid Rotterdam, genaamd [naam slachtoffer] . De vrachtwagencombinatie heeft daarbij de politiemotor van achteren geraakt, waardoor deze enkele meters vooruit werd geduwd, uit balans is geraakt en is omgevallen. De motoragent is daardoor op het asfalt terechtgekomen en de vrachtwagencombinatie is op enig moment met ten minste zijn linker voorwiel over de rechter arm van de motoragent gereden. De motoragent is als gevolg van het ongeluk zeer zwaar gewond geraakt. De verwondingen aan zijn rechter arm waren dermate ernstig dat een bovenarm op één derde moest worden geamputeerd.

Even voor de aanrijding had de motoragent de verdachte een stopteken gegeven omdat zijn vrachtwagencombinatie vermoedelijk te zwaar was beladen. De verdachte werd daarop door de motoragent gesommeerd om hem te volgen naar de weegbrug gelegen aan de Shell Poort 5 aan de Vondelingenweg te Rotterdam-Hoogvliet. Dat heeft de verdachte ook gedaan. Bij de oprit naar de A15 toe werd duidelijk dat er op de A15 sprake was van langzaam rijdend verkeer. De verdachte, op dat moment in de veronderstelling verkerend dat hij vanaf de oprit moest invoegen naar de tweede (hoofdrij)baan, had zijn aandacht (naar eigen zeggen) bij het verkeer op die baan, op zoek naar voldoende ruimte om te kunnen invoegen met zijn vrachtwagencombinatie. Toen hij in de gaten kreeg dat de oprit 15 rechtstreeks doorliep in de afrit 16 en dat hij die afrit 16 moest volgen om (uiteindelijk) bij de weegbrug te kunnen komen, heeft hij (naar eigen zeggen) zijn invoegpoging gestaakt en gas gegeven om rechtdoor te gaan. De verdachte heeft daarbij de motoragent, die op dat moment vóór hem reed, over het hoofd gezien.

4.2.
Verdenking


De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat het verkeersongeluk is veroorzaakt doordat de verdachte zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend heeft gereden, waardoor de motoragent zwaar lichamelijk letsel is toegebracht (primair tenlastegelegde) dan wel dat hij gevaar op de weg heeft veroorzaakt waardoor de motoragent is overreden (subsidiair tenlastegelegde) dan wel dat hij zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen een afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was (meer subsidiair tenlastegelegde).

4.3.
Standpunt verdediging


De verdediging heeft ten aanzien van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten vrijspraak bepleit. Aangevoerd is dat de verdachte weliswaar een verkeersfout heeft gemaakt met zeer ernstige gevolgen voor de motoragent, maar dat van schuld in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 geen sprake is. Uit de gevolgen van het verkeersongeval alleen kan die schuld niet worden afgeleid. In de visie van de verdediging betreft het hier een ongelukkige samenloop van omstandigheden waardoor de verdachte de motoragent, die op een te korte afstand vóór zijn vrachtwagen reed, over het hoofd heeft gezien. Dat enkele feit is onvoldoende voor de conclusie dat sprake zou zijn van grove schuld, aanmerkelijke onvoorzichtigheid en/of aanmerkelijke verwaarlozing van de geboden zorgvuldigheid. Daarvoor dient nog een tweede omstandigheid te zijn die de verdachte zwaar is aan te rekenen.

4.4.
Beoordeling


Vaststaat dat de verdachte het verkeersongeval heeft veroorzaakt. Op grond van de verklaring van de verdachte kan worden vastgesteld dat hij kort voor het ongeval op zeer korte afstand van de motoragent reed en dat hij daarbij niet steeds naar voren keek en ook niet op het in het dasboard van zijn vrachtwagencombinatie aanwezige beeldscherm van de zgn. dodehoekcamera waarop de verkeersdeelnemers en voorwerpen die zich op zeer korte afstand van de voorzijde van de vrachtwagencombinatie bevinden, te zien zijn. Hij heeft

-volgens zijn verklaring op de terechtzitting- louter gekeken naar de rijbaan links naast hem omdat hij op dat moment dacht dat hij daar moest invoegen. De verdachte heeft dus niet steeds zijn aandacht gehouden bij de motoragent die hij moest volgen, wat hij wel had moeten doen. Dat hij de motoragent moest volgen was hem uitdrukkelijk door de motoragent te kennen gegeven. Deze aanwijzing om de motoragent te volgen betekent niet dat de verdachte zeer kort op die motoragent moest gaan rijden. Vanzelfsprekend moeten ook in dat geval de geschreven en ongeschreven verkeersnormen in acht genomen worden en dient voldoende afstand te worden gehouden. Dat heeft de verdachte niet gedaan. Hij heeft niet de nodige voorzichtigheid in acht genomen en onvoldoende aandacht gehad voor de motoragent die voor hem reed. Daardoor heeft het kunnen gebeuren dat de verdachte de motoragent heeft aangereden.

Vervolgens dient te worden beantwoord of de verdachte door aldus te handelen zich zodanig heeft gedragen dat het ontstaan van het ongeluk aan zijn schuld is te wijten, in de zin dat hij zeer of aanmerkelijk onvoorzichtig en/of onoplettend heeft gehandeld. Met andere woorden: of er sprake is van een feit als bedoeld in artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Volgens vaste jurisprudentie van de Hoge Raad komt het bij de beoordeling van de mate van schuld aan op het geheel van gedragingen van de verdachte, de aard en ernst daarvan en de omstandigheden van het geval, waarbij één verkeersfout in het algemeen niet voldoende is om van schuld in de zin van artikel 6 WVW te spreken. Er moet sprake zijn van bijkomende omstandigheden.

De strekking van het verweer van de verdediging is dat die bijkomende omstandigheden er niet zijn en dat er slechts sprake was van (zo begrijpt de rechtbank de verdediging) een moment van onoplettendheid bij de verdachte waardoor hij de motoragent over het hoofd heeft gezien. De rechtbank volgt dit standpunt van de verdediging niet. Daarvoor is het volgende van belang.

De door de verdediging aangehaalde jurisprudentie ziet op een geval dat niet vergelijkbaar is met het onderhavige geval. Anders dan in die zaak, is de motoragent in deze zaak niet een toevallige verkeersdeelnemer die door de verdachte in het geheel niet is opgemerkt alvorens het verkeersongeval plaatsvond. In deze zaak heeft de verdachte, als gezegd, juist uitdrukkelijk de opdracht gekregen om de motoragent te volgen. De verdachte was dus zeer wel bekend met het feit dat de motoragent voor hem reed.

Het gevaar bestaat dan dat, zeker in het geval van filevorming, de motoragent in de dode hoek aan de voorkant van de vrachtwagen terecht komt, waardoor hij geheel of gedeeltelijk niet meer is te zien vanuit de cabine van de vrachtwagen. De verdachte moet zich van dit gevaar bewust zijn geweest, zeker gezien het feit dat hij een zeer ervaren vrachtwagenchauffeur is. Het lag vervolgens op zijn weg om te voorkomen dat dit gevaar zich zou voordoen. De verdachte heeft dat nagelaten.

Uit technisch onderzoek is immers gebleken dat het grondvlak voor de vrachtwagencombinatie tot 5.30 meter voor de bestuurder niet zichtbaar is vanuit de cabine. De hoogte van de dode hoek wordt bepaald door het oogpunt van de bestuurder, in dit geval de verdachte. Dat ligt op 2.30 meter. Objecten binnen deze driehoek zijn voor de verdachte niet zichtbaar. De motor en de motoragent konden hierin geheel wegvallen. Uit de eigen verklaring van de verdachte volgt dat hij op enig moment de motoragent nog slechts gedeeltelijk kon zien: eerst zag hij nog slechts het bovengedeelte van de rug en later nog slechts de helm van de motoragent. De motoragent bevond zich op dat moment dus al gedeeltelijk in de dode hoek van de vrachtwagencombinatie (op een afstand van respectievelijk 1.86 meter en 0.96 meter, zo blijkt uit technisch onderzoek). De verdachte heeft zijn snelheid daarop onvoldoende verminderd. In plaats daarvan heeft hij, naar eigen zeggen, kort daarna zijn snelheid juist vermeerderd. Dat deel van de verklaring is ook in overeenstemming met de resultaten van de verkeersongevallenanalyse. De verdachte heeft dat, naar eigen zeggen, gedaan zonder goed te kijken waar de motoragent zich op dat moment bevond. Hij heeft niet naar voren gekeken en ook niet op het beeldscherm van zijn dodehoekcamera. Hij zegt de motoragent niet meer te hebben gezien en nam daarom aan dat de motoragent al vooruit was gereden. Het lag echter op de weg van de verdachte zich ervan te vergewissen dat hij – zonder gevaar – zijn snelheid kon vermeerderen. Zeker in dit geval mocht van de verdachte extra alertheid worden verwacht, omdat de motoragent een (zeer) kwetsbare verkeersdeelnemer is in verhouding tot de vrachtwagencombinatie van ruim 66.000 kg van de verdachte.

Gelet op deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend heeft gehandeld in de zin van artikel 6 WVW.

De verdediging heeft nog aangevoerd dat de verkeerssituatie op de gecombineerde af- en oprit voor de verdachte en de motoragent onoverzichtelijk was en dat onduidelijk was of er moest worden ingevoegd of niet. Deze omstandigheid kan echter niet tot een ander oordeel leiden. Een onoverzichtelijke verkeerssituatie vraagt in het algemeen juist extra oplettendheid van de verkeersdeelnemers. In dit geval geldt nog dat de verdachte uit de handelingen van de motoragent, wiens aanwijzingen hij moest volgen, niet heeft kunnen afleiden dat het de bedoeling was dat zij zouden invoegen op de hoofdrijbaan. Uit de verklaring van de motoragent is immers duidelijk geworden dat hij zich “even moest oriënteren” op de snelste route naar de weegplaats en dat hij ten tijde van het ongeval nog in het midden van de in- en uitvoegstrook reed, wat overeenkomt met het feit dat het raakpunt tussen de motor en de vrachtwagen was gelegen op het midden van de voorzijde van de vrachtwagen.
"The question that sometimes drives me hazy: Am I, or the others crazy?" — Albert Einstein