GRIP 4Het effectgebied van de ramp of bijvoorbeeld schaarste (stroomstoring, uitvallen waterleidingnet etc.) overstijgt de grenzen van de gemeente of zelfs de veiligheidsregio of provincie. Het CoPI wordt ingericht en het Regionaal Operationeel Team komt samen als dat nog niet het geval was. Een Regionaal Beleids Team (RBT) met daarin functionarissen van de verschillende hulpdiensten ondersteunt de Coördinerend Bestuurder. Als dit nog niet gebeurd was wordt de Commissaris van de Koningin gealarmeerd die een Provinciaal Coördinatie Centrum (PCC) zal inrichten. Een Provinciaal Coördinatie Centrum bestaat uit ambtenaren betrokken bij rampenbestrijding en adviseert de Commissaris. Als een GRIP-4 situatie de provinciegrenzen niet overschrijdt dan heeft de CdK de coördinerende rol. De Minister van Binnenlandse Zaken wordt ook geïnformeerd over de ramp als dat nog niet gebeurd was, hij krijgt de coördinatie als de ramp provinciegrenzen overschrijdt. Het Nationaal Crisis Centrum (NCC) komt bij elkaar; dit bestaat uit ambtenaren belast met rampenbestrijding en regelt de coördinatie van de bestrijding tussen verschillende ministeries. Betrokken ministeries kunnen Departementale Coördinatie Centra (DCC) opzetten.
Overigens betekent, net als bij GRIP 3, deze opschaling niet dat er (al) sprake is van een ramp. Ook bij een dreigend incident, zoals een overstroming, kan GRIP 4 afgekondigd worden.
Bron:
http://www.monitor.frankieplankie.nl/GRIP.html