Mijn inziens geef je dan een stopteken op basis van de Wet op de economische delicten (WED). In de WED is het stilhouden van voertuigen door opsporingsambtenaren beschreven in artikel 23, lid 4 WED.
Artikel 23 WED
1. De opsporingsambtenaren zijn bevoegd in het belang van de opsporing vervoermiddelen te onderzoeken met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
2. Zij zijn bevoegd in het belang van de opsporing vervoermiddelen waarmee naar hun redelijk oordeel zaken worden vervoerd op hun lading te onderzoeken met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
3. Zij zijn bevoegd van de bestuurder van een vervoermiddel inzage te vorderen van de wettelijk voorgeschreven bescheiden met het oog op de naleving van de voorschriften, bedoeld in de artikelen 1 en 1a, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
4. Zij zijn bevoegd met het oog op de uitoefening van deze bevoegdheden van de bestuurder van een voertuig of van de schipper van een vaartuig te vorderen dat deze zijn vervoermiddel stilhoudt en naar een door hem aangewezen plaats overbrengt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
5. De kosten van overbrenging komen ten laste van de betrokkene, indien een strafbaar feit wordt vastgesteld.
6. De in dit artikel genoemde bevoegdheden kunnen tevens worden uitgeoefend jegens personen, die zaken vervoeren.
Opsporingsambtenaren volgens de WED:
Artikel 17 WED
1. Met de opsporing van economische delicten zijn belast:
1°. de bij of krachtens artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren;
2°. de door Onze Minister van Justitie, in overeenstemming met Onze andere Ministers, wie het aangaat, aangewezen ambtenaren;
3°. de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane.
En de opsporingsambtenaren volgens 141 Sv:
Artikel 141 SV
Met de opsporing van strafbare feiten zijn belast:
a. de officieren van justitie;
b. de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder a, van de Politiewet 2012, en de ambtenaren van politie, bedoeld in artikel 2, onder c en d, van die wet, voor zover zij zijn aangesteld voor de uitvoering van de politietaak;
c. de door Onze Minister van Veiligheid en Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Defensie aangewezen militairen van de Koninklijke marechaussee;
d. de opsporingsambtenaren van de bijzondere opsporingsdiensten, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten.
Dus op basis van art. 23 lid 4 WED kan ik een voertuig stilhouden als opsporingsambtenaar van de WED (art. 17 lid 1 sub 1 WED jo. art. 141 sub b Sv): politie ambtenaar.