Open brief van de federale politie, afdeling Luchthaven.
Bron:
http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20160330_02210483We schrijven 22 maart 2016. Voor elke politieman of – vrouw, op welke politiedienst dan ook werkzaam op de luchthaven van Zaventem, een datum waarvan hij/zij wist dat hij zou plaatsvinden. We hoopten allemaal dat we op deze datum niet aan het werk zouden zijn. Toch hebben we, elk op onze manier, ons werk gedaan. In omstandigheden die volgens ons vermeden hadden kunnen worden, vermeden hadden moeten worden. Elk interventielid van onze eenheid was zich hiervan bewust. Deze brief is een uiting van frustratie van eerstelijns politiemensen om het gevoerde wanbeleid, een noodkreet voor de beveiliging van een internationale luchthaven zoals voorgeschreven zou moeten zijn anno 2016.
Wij Politiezorg vormen samen met de andere federale politiediensten (Grenscontrole, REP, VVR, …) het dagelijks gezicht van ‘de politie’ op de luchthaven voor passagiers, werknemers en anderen. In naam van de tragedie die (o.a. maar vooral) onze jonge collega, Inspecteur Ben Bergen, en zovele andere onschuldige burgers overkwam, spitst deze open brief zich enkel toe op de noodzakelijke verzuchtingen van de interventieleden van de Federale Politie, Luchtvaartpolitie Brussel-Nationaal Zaventem, afdeling Politiezorg. Wij vragen het diensthoofd Luchtvaartpolitie BRUNAT en de andere verantwoordelijken binnen en buiten het politiewezen (BAC) die zich ten volle aangesproken mogen voelen na het recente drama, daarom om oprechte aandacht voor onderstaande punten.
Algemeen principe: signalen genegeerd
Sinds de terreurdreiging in ons land tot uiting kwam, werden vanuit de dienst Politiezorg dagelijks krachtige signalen gegeven inzake de toestand van de integrale veiligheid op de luchthaven. Er werden aanbevelingen en voorstellen gedaan door inspecteurs en hoofdinspecteurs. Zowel naar functionele oversten binnen de dienst, als naar de voornaamste partner in veiligheid Brussel Airport Company (BAC). BAC belichaamt voor ons vanaf 22 maart 2016 de schande van het commercieel belang boven mensenlevens, en de vernedering die wij als politiemensen ondergingen. De dagelijkse bevindingen van het operationeel personeel, mensen in politie-uniform, werden eindeloos aangekaart en gestaafd met meldingen, processen-verbaal, informatierapporten, incidenten en statistieken. Deze feiten inzake de wantoestand qua werkzaamheid moeten dus bekend in de oren klinken.
Enkele voorbeelden terzake schetsen de onwerkbare en onprofessionele situatie
De 4 niveaus van het centrale luchthavengebouw (trein, bus, aankomst en vertrek) zijn vrij toegankelijk voor iedereen. Het (wild)parkeren van voertuigen op het vertrek- en aankomstniveau is jarenlang gedoogd met behulp van de ‘kiss & fly’ zone. Er is geen enkele veiligheidscontrole van reizigers of bagage in het luchthavencomplex tot en met de centrale fouillering (connector). Dit open luchthavenbeleid is in andere landen al lang voorbijgestreefd en is hét voorbeeld van de fundamenteel onveilige situatie op de luchthaven van Zaventem. Bij voorbaat van ramp werd geopteerd om de dagelijkse verkeersveiligheid rond de luchthaven te schrappen: geen agenten van politie meer buiten zichtbaar, zelfs niet onder bewapende beveiliging van inspecteurs of militairen.
Geseinde personen inzake zware criminele feiten kunnen dus vrij de verschillende infrastructurele niveaus betreden, zonder dat zij iets te zoeken hebben op de luchthaven. Dit bewijzen onze identiteitscontroles en ambtshalve vaststellingen in het luchthavengebouw voor de centrale fouillering (bijv. inzake diefstallen/vechtpartijen/verdachte gedragingen/overlast/…). Er werden verschillende informatierapporten voor de dienst terreurbestrijding opgesteld naar aanleiding van identiteitscontroles van zowel passagiers als bedenkelijke passanten. Het staat dus vast dat men verkenners heeft uitgestuurd om polshoogte te nemen van de veiligheidszeef om de terreur te plannen.
Talloze incidenten met (een veertig tot zestigtal) daklozen belastten permanent de werking van onze dienst. Tientallen van deze mensen veroorzaakten overlast, opgesteld in processen-verbaal van openbare dronkenschap, ordeverstoring, diefstal, geestesziekte, enz… De hygiënische toestand (ziektes zoals schurft, luizen, TBC, malaria, etc… ) van enkele daklozen liet dermate te wensen over, dat zij een permanente en onverantwoorde bedreiging vormden voor de openbare gezondheid in het luchthavengebouw. Zo werden bijvoorbeeld drink- en eetgelegenheden, toiletten, etc.. in de nachtelijke uren intensief bezet (en besmet) door deze onhygiënische personen, om daags nadien plaats te maken voor een onwetend jong gezin met kinderen. Het initiatief van een werkgroep rond dit overlastprobleem werd opgedoekt om verkeerde redenen en als niet urgent bestempeld.
Nog steeds is verhoudingsgewijs een groot deel van de werknemers op de luchthaven ANG gekend voor één of meerdere (zware) criminele feiten. Code rood is vooral het gerechtelijk verleden van personeel werkzaam in de trieer- en bagagezalen op tarmacniveau. Dit gegeven is een gevolg van een in het verleden gevoerd ‘progressief’ politiek activeringsbeleid, met positieve discriminatie voor bepaalde minderheden. Het feit dat deze individuen anno 2016 kunnen en mogen blijven werken op extreem veiligheidsgevoelige plaatsen in en rond de luchthaven, is hallucinant. De kat is bij de melk gezet.
De procedure voor achtergelaten bagage is bedenkelijk. De dagoverste (hoofdinspecteur) wordt ter plaatse geroepen, er vindt een sniffertest van het BAC Security plaats, en men stelt een ‘veiligheidsperimeter’ van 10 meter in (of minder). Bestuurlijke evacuatie is uit den boze, gezien het continu economisch karakter van de luchthaven. Indien de eigenaar gevonden wordt, komt deze in 99% van de gevallen weg met een simpele identiteitscontrole. Wraakroepend nu we weten wat enkele simpele bombagages kunnen aanrichten, zonder opgemerkt te worden. Op geen enkele wijze is er geanticipeerd op advies van ons of van gespecialiseerde diensten (DOVO).
Het is een open deur intrappen: het personeelstekort. De 24 uren permanentie wordt enkel in stand gehouden door een kern van (hoofd)inspecteurs die zich dubbelplooien in werkuren en –prestaties. Langdurig ziekteverzuim wordt gedoogd. Personeelsleden die desondanks uiterst flexibel zijn en komen werken worden daarenboven ingezet voor niet-politionele (bewakings)opdrachten. Denken we maar aan de El-Al beveiliging, het toezicht op de Delhaize te Brucargo, VIP beveiligingen etc… Opdrachten die privé uitbesteedt dienen te worden en niets van doen hebben met eerstelijns politiewerk op een luchthaven.
De dienst seiningen (gerechtelijk bureel), tevens onderdeel van de dienst Politiezorg, kent ook hopeloze tekorten. Belast met 12 uren-diensten die niet in verhouding staan tot een normale werkweek (geen meerdere dagen rust), is het voor deze mensen zwemmen in het papierwerk. Zij doen het tijdrovende opkuiswerk van andere politiezones bovenop hun hoofdtaken. Deze poule van (hoofd)inspecteurs behandelde zowel aangiftes, klachten, als seiningen. Tot men enkele maanden geleden na lang aandringen tot het besef kwam dat de onthaalfunctie diende gescheiden te worden van de afhandeling van seiningen. Nog meer dan de interventieleden, ondervinden zij de grote tekortkomingen inzake professionele verwerking.
Zo is er geen sprake van een werkbaar ISLP systeem. De input die dit automatisch systeem dient te vergemakkelijken, is onbestaande. Het is onmisbaar voor een professionele administratieve afhandeling van de basispolitiezorg. Dit is bron van frustratie bij zowel ons als de burger, die niet het minimum aan service krijgt die hij verwacht van een openbare dienst, integendeel.
Er wordt improviserend gewerkt, in een abominabele infrastructuur die indruist tegen elk gezond principe van de Wet op het Politieambt, zowel op ons voormalige onthaal, als op de huidige burelen Politiezorg. Zo zouden de burelen PZ een tijdelijke administratief onderkomen zijn. Desondanks zitten we al enkele jaren te lang in een gebouw waar zelfs de interventie-eenheid zich niet op het gelijkvloers bevindt. Ook de burelen onthaal zijn verouderd en niet voorzien van de nodige lokalen zoals lokaal minderjarigen, een lokaal aangehouden personen (gescheiden van een lokaal seiningen), een fouillelokaal, etc.. Aangehouden personen kunnen niet onttrokken worden aan de publieke nieuwsgierigheid voor overbrenging en opsluiting. Zo moet er door een volle vertrekhal gewandeld worden met een geboeid persoon. De opgesloten personen kunnen niet van het nodige drinkwater voorzien worden in dezelfde ruimte (ondrinkbaar).
Foto’s en vingerafdrukken kunnen niet gelijktijdig afgenomen worden. Om foto’s te maken moeten we een ‘opleiding fototheek’ volgen, terwijl het toestel vingerafdrukken voorzien is van de optie fototoestel. Desondanks bevindt de fotocamera zich 500 meter verder, in een kelder van het luchthavengebouw, in de burelen VVR, waar veel inspecteurs van de PZ zich nog eens niet kunnen inloggen in het computersysteem.
Er is geen enkele sportinfrastructuur die de mogelijkheid geeft om de personeelsleden tijdens de diensturen te laten trainen of oefeningen te doen inzake rampsituaties of GPI 48.
Het materiaal is zachtst gezegd verouderd en niet afgestemd op de werking van een politiedienst anno 2016. Het collectieve wapen UZI (daterend uit de rijkswachttijd), wordt nog steeds meegenomen als afschrikmiddel op orde- en beveiligingsdiensten. Deze wapens springen onvoorspelbaar op automatische stand, uitdrukkelijk bij wet verboden. Er werd door een foute manipulatie in een plafond geschoten ten burele PZ in het bijzijn van meerdere inspecteurs, er vonden schietincidenten plaats in de schietstand door een onbetrouwbare sluitstukwerking… al deze feiten werden in de doofpot gestopt en bleken niet te volstaan om eindelijk over te schakelen naar een moderne collectieve bewapening.
Sommige dienstvoertuigen hebben gemakkelijk meer dan 150 000 km op de teller, zijn verroest, gedeukt, niet altijd gepantserd, of hebben geen enkel technisch hulpmiddel voor vaststellingen onderweg. Dat een administratief voertuig als Citroën C3 wordt ingezet voor o.a. beveiliging van Eurotops schetst een triest maar reëel beeld van de huidige situatie.
Van kledijkwaliteit is geen sprake, en de basiskleding (broeken, schoenen, …) is niet beschikbaar of tijdig leverbaar.
Er wordt op geen enkele manier voorzien in persoonlijk materiaal dat een veilige dagdagelijkse werking op interventie verzekert. Meswerende handschoenen, radioversterkers, leathermans, kwaliteitsvolle interventieschoenen…: je koopt het best zelf allemaal aan.
Bovenstaande feiten illustreren de prangende situatie. Ze zorgen ervoor dat tijd en energie die normaal naar de integrale beveiliging van de luchthaven zou moeten gaan, compleet verloren gaat. Dit is soms zover buiten proportie gegaan, dat het voelbaar was bij passagiers en werknemers op ‘de luchthaven van Brussel’… , ten koste van het imago van ‘de politie’. Deze rampzalige faciliteiten op het werk uiten zich in de praktijk, ten koste van gewone mensen in onze samenleving.
Een laks en onpersoonlijk management van onze eenheid leidde tot een gelaten werksfeer in de hele dienst Politiezorg. Het valse veiligheidsgevoel op de luchthaven was een publiek geheim. Met de beelden van de aanslagen in ons geheugen gegrift, en met een groot groepsgevoel, hopen wij dat bovenstaande feiten eindelijk erkend, verbeterd, en continu opgevolgd worden. Wij, als Politiezorg, instaand voor de beveiliging van de Nationale Luchthaven Zaventem, dringen daarom ten sterkste aan op onderstaand punten.
Zoniet, gaan wij op de rem staan.