Reactie #352 Gepost op: 9 juli 2016, 07:48:44
AANSLAGEN BRUSSEL
Jambon: "Kon het op 22/03 allemaal sneller en eenvoudiger? Ja"
In de parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van 22 maart in Zaventem en Brussel komen vandaag de laatste getuigen aan bod, minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) en minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD). De discussie over de aanbevelingen van de parlementaire onderzoekscommissie volgt officieel volgende week. Maar enkele zaken zijn nu al duidelijk. Er moeten zaken veranderen om in de toekomst beter te kunnen reageren op een aanslag in ons land.
Experts: "Crisiscentrum moet operationele commandocel oprichten"
Bij een terreuraanslag zou het Crisiscentrum rechtstreeks de genomen beslissingen moeten kunnen communiceren aan alle diensten die deze beslissingen uitvoeren. Nu is een getrapt systeem met te veel tussenschakels waardoor kostbare tijd verloren gaat en besliste maatregelen mogelijk niet consistent worden uitgevoerd. Dat vinden de experts die de onderzoekscommissie naar de aanslagen bijstaan.
Zij hebben zowat vijftig pagina's vaststellingen en aanbevelingen klaar, die moeten leiden tot een eindrapport over het luik hulpverlening. Dat de beslissingen die na een aanslag genomen worden, niet altijd snel op het terrein geraken, bleek na de aanslagen van 22 maart in Brussel en Zaventem. De communicatie met de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB over de sluiting en ontruiming van de metro, bijvoorbeeld, verliep niet vlot.
In het expertenrapport van Willy Bruggeman en Dirk Van Daele wordt voorgesteld om binnen het Crisiscentrum een operationele commandocel op te richten, met een beperkte staf. Die zou specifiek de taak krijgen om de beslissingen die de beheerscel neemt rechtstreeks mee te delen aan alle betrokken diensten die ze moeten uitvoeren. De commandocel zou niet meer langs allerlei tussenschakels als federale overheidsdiensten, of ministeries van gewesten en gemeenschappen moeten passeren.
Getuigenis Jambon
"Ik heb de ergste beelden van heel mijn leven gezien"
JAN JAMBON
Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) begon zijn getuigenis met een tijdslijn van de dag van de aanslagen. "Ik heb de ergste beelden van heel mijn leven gezien", zei Jambon. Vervolgens ging hij dieper in op de problemen rond het metronetwerk. Hij trad de experts bij. De commandolijnen voor de sluiting van de metro en eventuele andere noodmaatregelen moeten korter, zo heeft minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) erkend in de onderzoekscommissie. Zelfs al had dat op 22 maart wellicht weinig uitgemaakt, omdat de bom in metrostation Maalbeek nauwelijks 19 minuten na de beslissing al afging.
Metronetwerk
"We zijn er allemaal van overtuigd dat de commandolijnen korter moet zijn, zodat de genomen beslissingen sneller geïmplementeerd kunnen worden"
JAN JAMBON
"Op 22 maart zijn de procedures gevolgd. Op de vraag of dit niet eenvoudiger en sneller kon, is mijn antwoord in elk geval 'ja'"
JAN JAMBON
"Het was onmogelijk om in minder dan 19 minuten het metronetwerk te evacueren"
JAN JAMBON
De sluiting van de Brusselse metro zorgde de voorbije maanden voor heel wat discussie. De beslissing viel om 8.52 uur, maar was nog niet tot bij de MIVB geraakt toen om 9.11 uur de bom in station Maalbeek ontplofte. Had het metronetwerk sneller gesloten en geëvacueerd moeten worden?
Jambon kwam tot de conclusie dat de communicatie inderdaad duidelijk sneller kan verlopen. "We zijn er allemaal van overtuigd dat de commandolijnen korter moet zijn, zodat de genomen beslissingen sneller geïmplementeerd kunnen worden", erkende hij. Al zou het de facto wellicht onmogelijk geweest zijn om op minder dan 19 minuten het volledige netwerk te evacueren en te sluiten, zo voegde hij daar meteen aan toe. "Dan hadden we misschien een Londens scenario gehad", klonk het in dat verband ook nog. In Londen werd een van de terroristen mee geëvacueerd en die heeft zich even later op een bus laten ontploffen.
Hoe het bevel precies werd doorgegeven? Jambon bevestigde dat de vertegenwoordiger van de federale politie op het crisiscentrum meteen "de nodige contacten" nam, onder meer met de spoorwegpolitie. De N-VA'er merkte voorts op dat enkele minuten na de beslissing tot sluiting meteen ook de Brusselse minister-president Rudi Vervoort (PS) verwittigd werd. "Om 8.56 uur nam mijn kabinetschef contact op met een medewerker van de minister-president van Brussel om de beslissing te melden. Om 8.59 uur bevestigde ikzelf telefonisch de beslissing aan de minister-president."
De minister-president had ook zelf kunnen beslissen om de metro te sluiten, merkte Jambon op. Iets wat de PS'er niet gedaan heeft. "Meneer Vervoort had die beslissing kunnen nemen. Maar dat is geen verwijt", klonk het. "Zijn vertegenwoordiger op het crisiscentrum had ook kunnen beslissen om contact op te nemen met de MIVB, maar rechtstreeks contact vanuit het crisiscentrum met de MIVB is er niet geweest." Jambon wees Vervoort echter niet met de vinger. "Op 22 maart zijn de procedures gevolgd. Op de vraag of dit niet eenvoudiger en sneller kon, is mijn antwoord in elk geval 'ja'", klonk het slechts.
Maatregelen
"Er komt een snellere procedure om het metronet stil te leggen"
JAN JAMBON
Precies om die commandolijnen in te korten, komt er een procedure om de metro vlugger te kunnen ontruimen bij een terreurdreiging.
Er zijn al maatregelen genomen, verzekerde Jambon. Op 5 april werd een tijdelijke procedure afgesproken, waarbij na overleg met OCAD en de federale procureur "contact opgenomen wordt met de minister van Mobiliteit en de directeur-generaal van Brussel Preventie en Veiligheid", verduidelijkt hij nog. "Zij nemen dan contact op met de betrokken operatoren om de maatregelen te implementeren. En parallel aan deze commandolijn wordt ook de spoorwegpolitie vanuit het crisiscentrum verwittigd."
"Beheer van crissen niet herfederaliseren"
CD&V-fractieleider Servais Verherstraeten wilde van Jambon nog weten of het probleem ook niet zit bij de combinatie van "een eenheid van besluitvorming met een veelheid van uitvoering".
De N-VA'er zag die 'instinker' echter komen. "Dit land is complex en we weten dat er bevoegdheden liggen op verschillende niveau's. Maar het beheer van de crisissen herfederaliseren zou de vaders van de staatshervormingen in hun graf doen omdraaien. Dat wil ik absoluut niet op mijn geweten", knipoogde hij. "We zullen ons dus moeten organiseren in die veelheid van niveau's."
PS-fractieleidster Laurette Onkelinx kon zich tot slot niet van de indruk ontdoen dat er sprake was van "geknoei en paniek". Iets wat Jambon met klem ontkende. "Ik was onder de indruk van het professionalisme. Er was helemaal geen panieksfeer", verzekert hij.
Hulpverlening
De commissie heeft de voorbije weken uitvoerig gepraat met mensen van de brandweer, ziekenhuizen en mugdiensten die op 22 maart hebben gewerkt. De hulpverleners hebben volgens de commissie geen fouten gemaakt in de uren na de aanslagen. Maar het is wel allemaal veel te chaotisch verlopen, zo klinkt het. Zo was het niet duidelijk hoeveel ziekenwagens er nodig waren en wie daarover moest beslissen.
Ook minister van Volksgezondheid De Block (Open-Vld) zal de commissie nog te woord staan. "Zij zal vragen krijgen over de geheimhouding van de ziekenhuizen. Als een slachtoffer daar overlijdt, mogen ze de namen niet zomaar vrijgeven. Dat heeft in de dagen na de aanslagen voor heel veel problemen gezorgd", vertelt VTM-journalist Karel Lattrez.
De Block: afwijkend optreden Brusselse noodcentrale is "pijnpunt"
Hoewel het universitaire ziekenhuis Saint Luc op een steenworp van de Brussels Airport ligt, bleek het zo goed als geen slachtoffers van de aanslagen van 22/03 te hebben verzorgd.
Het gebrek aan communicatie tussen de noodcentrales van Brussel en Leuven bleek de boosdoener. De logboeken van de nooddiensten tonen dat in Leuven beslist werd om Saint Luc te ontzien na het nieuws van de aanslagen in de Brusselse metro, terwijl het Brusselse noodcentrum ervan uitging dat Leuven al veel slachtoffers uit Zaventem naar het hospitaal had gestuurd.
Probleem is een gebrek aan communicatie onderling, bevestigde De Block. Oorzaak ligt bij het feit dat het Brussels gewest eind jaren '80 bevoegd werd voor het afhandelen van de oproepen naar de hulpdiensten. Daardoor werd het Brusselse hulpcentrum in 2014 ook niet gefederaliseerd, zoals de andere hulpcentrales.
"Dat leidt - zonder twijfel met de beste bedoelingen - tot het feit dat deze hulpcentrale vaak niet-geïntegreerd optreedt", betreurde De Block in de onderzoekscommissie. Brussel volgt immers haar eigen regelgeving rond het beheer van noodoproepen. "Dit vormt een pijnpunt in de coördinatie en het uniform optreden voor het gehele land."
De Block kreeg ook een hele reeks vragen over het aantal ambulances op Zaventem. Na kritiek uit Brussel over tekorten, zei de liberale minister eerder al eens dat er nooit een tekort is geweest aan ziekenwagens. De medische bevelhebber op het terrein bevestigde dat, maar onder meer vanuit de Brusselse nooddiensten bleef men volhouden dat er wel degelijk een probleem was.
De Block bleef op haar lijn. Omdat veel slachtoffers eerst gestabiliseerd moesten worden, was in de eerste plaats nood aan artsen. En met vier MUG-teams en acht geneesheren van de permanentie op de luchthaven waren die er ook, aldus de minister. Ze herhaalde nog dat te veel ziekenwagens ter plaatse sturen tot chaos leidt, dat ook de dagelijkse werking van de nooddiensten verzekerd moest blijven en dat ook middelen achter de hand moesten worden gehouden voor mogelijke bijkomende aanslagen.
Aanbevelingen experts
De experts stellen dat de nood- en interventieplannen minder rigide moeten zijn en flexibeler moeten kunnen aansluiten bij de realiteit op het terrein. In de plannen zou duidelijk moeten zijn wie wat beslist, hoe daarover gecommuniceerd wordt en wie de uitvoering van de maatregelen opvolgt.
In oefeningen en opleidingen zou meer aandacht moeten zijn voor terreuraanslagen en voor samenwerking over de provinciegrenzen heen. Bij een aanslag zou sneller en systematischer naar de federale fase moeten worden overgegaan. De afkondiging van die federale fase zou duidelijker moeten zijn. Op 22 maart was er onduidelijkheid over het exacte tijdstip waarop die fase werd afgekondigd.
Zeker op de luchthaven van Zaventem is een actualisering van het nood- en interventieplan dringend. Het huidige plan focust vooral op rampen aan de airside - vliegtuigcrashes - maar minder met situaties aan de landside, de vertrekhallen. Omdat de luchthaven maar één grote toegangsweg heeft, moet er een verkeersafwikkelingsplan voor mogelijke rampen komen.
Bij de aanslagen van 22 maart is ook een coördinatieprobleem vastgesteld tussen de noodcentrales. De experts raden ook aan om de 100/112-centrales onderling met elkaar te verbinden en in hun informaticasysteem een specifiek systeem voor terreuraanslagen toe te voegen.
Ook inzake communicatie stellen de experts heel wat verbeterpunten vast. Op de dag van de aanslagen waren de gsm-netwerken overbelast. De experts vinden dat een onmiddellijke verhoging van de zendcapaciteit altijd mogelijk moet zijn, onder meer via de ontplooiing van mobiele antennes. Het scenario van een "nationale roaming" moet verder onderzocht worden en er moet een lijst met prioritaire nummers vastgelegd worden. De providers worden ook gevraagd om in te zetten op andere digitale commmunicatiekanalen, zoals de sociale media of WhatsApp. Ook de capaciteit van het ASTRID-netwerk moet worden uitgebreid.