Nederlandse betrokkenheid bij daders aanslagen Brussel

Auteur Topic: Nederlandse betrokkenheid bij daders aanslagen Brussel  (gelezen 8298 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #50 Gepost op: 30 maart 2016, 08:50:42
Citaat
> Retouradres Postbus 20301 2500 EH  Den Haag


Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA  DEN HAAG



Datum
29 maart 2016
Onderwerp
Antwoorden Kamervragen over de brief over het bericht dat een van de aanslagplegers in Brussel is uitgezet naar Nederland


Op dinsdag 22 maart is Brussel geraakt door verwoestende aanslagen op luchthaven Zaventem en metrostation Maalbeek. Inmiddels is bevestigd dat hierbij drie Nederlanders zijn omgekomen. Het hele kabinet leeft intens mee met hun nabestaanden en dierbaren en wensen hen veel sterkte met het verwerken van dit immense verdriet. Ook is een Nederlander licht gewond geraakt. De Nederlandse ambassade verleent consulaire bijstand aan de Nederlandse slachtoffers en hun familie.

Ik begrijp dat bij uw Kamer nog veel vragen leven over de toedracht van de aanslagen en de werking van het veiligheidsapparaat. De vaste Commissie van Veiligheid en Justitie heeft mij op 25 maart 2016 schriftelijke vragen gesteld over mijn brief van 24 maart 2016 over het bericht dat een van de aanslagplegers in Brussel is uitgezet naar Nederland1. Hierbij doe ik mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken uw Kamer onze antwoorden op deze vragen toekomen.

De NCTV, de AIVD, de politie en het OM staan doorlopend in contact met hun counterparts in België. De focus ligt bij het meewerken aan de nu lopende onderzoeken in België en in de ons omringende landen. Mocht naar aanleiding van de lopende onderzoeken omtrent de aanslagen in Brussel van 22 maart en naar betrokkene, El Bakraoui, nog nadere informatie bekend worden, zal uw Kamer daarover onverwijld worden geïnformeerd.

Naar aanleiding van deze casus zal nogmaals de effectiviteit van de huidige werkpraktijk tegen het licht worden gehouden. Daarbij zullen met de Turkse autoriteiten afspraken worden gemaakt over standaard rechtstreeks contact en het eerder en beter delen van contextinformatie van elke uitzetting uit Turkije naar Nederland, als ook van elke uitzetting van een persoon met een Nederlandse nationaliteit. Wij zullen dit als voorzitter van de Europese Unie ook voor de andere lidstaten bepleiten. Ook zal met de VS worden gesproken over betere informatiedeling aangaande hun terrorisme ‘watchlist’. Deze watchlist zal standaard worden geraadpleegd in geval van vermeende Syriëgangers. Hoewel het niets aan de voorliggende feiten zou hebben gewijzigd, zal de interne werkwijze op de ambassade in Ankara worden aangescherpt.

Ook ontvangt uw Kamer een verslag van de bijeenkomst van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Europese instellingen, gehouden in Brussel op 24 maart 2016. De bijeenkomst vond plaats naar aanleiding van de op 22 maart gepleegde aanslagen in Brussel. Afgesproken werd om de tijdens de informele JBZ Raad van januari 2016 geformuleerde ambitie om over verbetering van informatie-uitwisseling hele concrete en meetbare afspraken te maken, nog onder het Nederlandse voorzitterschap af te ronden. Nederland zal daarnaast vanuit het gedeelde voorzitterschap met Turkije van de Foreign Terrorist Fighters werkgroep (FTF) in de Anti-ISIS coalitie en vanuit haar co-voorzitterschapsrol in het Global Counter Terrorism Forum verbeteringen in de informatie-uitwisseling tussen partnerlanden blijven agenderen. Ook zal in de aanstaande 4+4 bijeenkomst, waarbij de NCTV, de directeur-generaal van de AIVD, de korpschef van de politie en de voorzitter van het College van procureurs-generaal één op één spreken met hun directe Belgische collega’s, de informatie-uitwisseling tussen België en Nederland centraal staan.

Ik acht het van groot belang uw Kamer – waar operationeel mogelijk – inzage te bieden in alle relevante bij ons bekende en bevestigde informatie. Openheid, transparantie en waarheidsvinding staan hierbij centraal. Daarnaast zal, naar het zich laat aanzien binnenkort, in België een parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen van start gaan. Nederland zal uiteraard, waar mogelijk, actief bijdragen aan deze parlementaire waarheidsvinding.

De Minister van Veiligheid en Justitie,      





G.A. van der Steur

Citaat
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA  DEN HAAG


Datum
29 maart 2016
Onderwerp
Verslag JBZ-Raad 10 en 11 maart 2016


Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, een verslag aan van de bijeenkomst van ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken en Europese instellingen, gehouden in Brussel op 24  maart 2016. De bijeenkomst vond plaats naar aanleiding van de op 22 maart gepleegde aanslagen in Brussel.

De Minister van Veiligheid en Justitie,




G.A. van der Steur

Verslag van de ingelaste ministeriële bijeenkomst Justitie en Binnenlandse Zaken, gehouden in Brussel op 24  maart 2016.


Het Nederlandse voorzitterschap werd, bij afwezigheid van de minister van Veiligheid en Justitie, op de bijeenkomst vertegenwoordigd door minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Bij de op zeer korte termijn bijeengeroepen bijeenkomst waren ongeveer 20 ministers aanwezig. Voorts waren de eerste vice-voorzitter van de Commissie Timmermans,  commissarissen Avramopoulos en Jourová,  en de vice voorzitter van het Europese Parlement Guillaume en de contraterrorisme coördinator van de Raad, De Kerckhove, aanwezig.

Zij allen waren eensgezind in hun afschuw over de aanslagen in Brussel op dinsdag 22 maart 2016. Zij spraken voorts medeleven met slachtoffers, familie en relaties uit. Zij verklaarden zich  solidair met België en spraken hun steun uit aan de aanwezige Belgische bewindslieden Jambon en Geens. De strijd tegen terrorisme zal vastberaden worden voortgezet, waarbij onze waarden en normen overeind staan, aldus de aanwezige ministers en vertegenwoordigers van de Europese instellingen. Op de bijeenkomst werd een gezamenlijke verklaring van de ministers en EU instellingen aangenomen met daarin de reeds ingezette maatregelen tegen terrorisme worden opgesomd.(zie bijlage).

Tijdens de bijeenkomst werd voorts over een aantal zaken van gedachten gewisseld. Er is eensgezindheid over en de sterke intentie tot verbetering van de samenwerking ten behoeve van een betere uitwisseling van informatie tussen lidstaten en instellingen, door eerder gemaakte afspraken hierover zo mogelijk versneld uit te voeren. Voornemen is over informatie-uitwisseling nog onder het Nederlandse voorzitterschap concrete afspraken af te ronden. Ook bestaat bij de ministers het besef van de noodzaak de interoperabiliteit van verschillende relevante databases te vergroten. De Commissie kondigde hierover een mededeling aan, te verwachten in april.

De aanwezigen spraken ook uit te hechten aan snelle voortgang op belangrijke wetgevingsdossiers. Zo werd er door een aantal lidstaten en de Commissie een dringend beroep gedaan richting het Europees Parlement om op zo kort mogelijke termijn te stemmen over de richtlijn EU-PNR.  Ook werd door ministers en de Commissie aangedrongen op een zo spoedig mogelijke behandeling door het Europees Parlement van de terrorismerichtlijn en de wijzigingen van de Schengengrenscode, voor het einde van dit Voorzitterschap. Over beiden bereikte de Raad onlangs overeenstemming. Eensgezind waren de ministers in hun voornemen om in de Raad snel voortgang te boeken bij de behandeling van de wetgevende voorstellen op het terrein van vuurwapens, ECRIS (over uitwisseling van strafbladen van niet EU-burgers) en de invoering van een Europese grens- en kustwacht.

Tot slot wezen velen op het belang van het voorkomen van radicalisering met preventieve maatregelen in voor radicalisering kwetsbare gemeenschappen.
   

Citaat
NOTE

From: General Secretariat of the Council
To: Delegations

Subject: Joint statement of EU Ministers for Justice and Home Affairs and representatives of EU institutions on the terrorist attacks in Brussels on 22 March 2016

Delegations will find attached the Joint statement of EU Ministers for Justice and Home Affairs and representatives of EU institutions on the terrorist attacks in Brussels on 22 March 2016, adopted on 24 March 2016 in Brussels.

ANNEX
Joint statement of EU Ministers for Justice and Home Affairs and representatives of EU institutions on the terrorist attacks in Brussels on 22 March 2016

We express our shock at the attacks in Brussels on 22 March 2016. We are appalled by these horrific terrorist acts, which we strongly condemn. We extend our deepest sympathy and condolences to the victims of these attacks, their families and friends. We express our support and solidarity to Belgium, its people and the city of Brussels in particular. We stand determined in our common fight against terrorism. As stated by the Heads of State or Government and the leaders of European institutions, this is an attack on our open, democratic society. We will uphold our values also in fighting terrorism.

Today, we heard from the Belgian authorities how they are facing this crisis and discussed what is to be learned from recurrent patterns in terrorist attacks and supporting networks.

In the light of these events, and recognising the substantial progress already made at Member State and EU level to enhance our collective ability to combat terrorism, Ministers are convinced of the need to:

1. further build upon the combined national efforts to investigate, as a matter of urgency, the networks involved in the Paris and Brussels attacks and other similar networks.

2. adopt the PNR directive in April 2016 and implement it as a matter of urgency, thereby ensuring that passenger information units (PIUs) exchange data between them as soon as possible.

3. pursue ongoing work in a resolute manner: swift completion of legislation on combatting terrorism, on systematic checks at external borders of the Schengen area, on control of the acquisition and possession of firearms, on the extension of the European Criminal Records Information System (ECRIS) to third country nationals; implementation of the action plan to fight terrorism financing; fight against document fraud and full implementation of existing EU rules on explosive precursors; and further cooperation in counter terrorism between the European Union and Turkey and the countries of North Africa, the Middle East and the Western Balkans.

4. share information with transport authorities and operators as appropriate, so that risk assessments can be conducted in an effective and efficient manner, and mitigating measures can be adapted as necessary to potential threats to transport.

5. increase as a matter of urgency the systematic feeding, consistent use and interoperability of European and international databases in the fields of security, travel and migration by making full use of technological developments and including privacy safeguards from the outset. This is particularly relevant for reliable identity verification. The Commission will present in the coming weeks a communication on smart borders and interoperability. In this context, work should be accelerated on the development of a European wide automated fingerprint recognition system integrated into the Schengen Information System (SIS). The EU Counter Terrorism Coordinator, the Presidency, the Commission, relevant agencies and experts will join forces to present by June 2016 concrete deliverables, in particular to improve the collecting, checking and connecting of information in the field of counter terrorism.

6. find ways, as a matter of priority, to secure and obtain more quickly and effectively digital evidence, by intensifying cooperation with third countries and with service providers that are active on European territory, in order to enhance compliance with EU and Member States' legislation and direct contacts with law enforcement authorities. The Council meeting in June will identify concrete measures to address this complex matter.

7. continue to develop effective preventive measures, especially by improving early detection of signs of radicalization at local level and by countering the rhetoric of Daesh in particular through communication strategies and the development of robust rehabilitation programmes. The Radicalization Awareness Network and the Strategic Communications Network will further enhance their support to practitioners, civil society and Member States in this regard. The Commission will intensify work with IT companies, notably in the EU Internet Forum, to counter terrorist propaganda and to develop by June 2016 a code of conduct against hate speech online.

8. fully support the work of the Counter Terrorism Group (CTG), in particular by further accelerating the establishment of a dedicated platform for real time, multilateral information exchange.

9. use more regularly Joint Investigation Teams, which have demonstrated their usefulness after the attacks in Paris, to coordinate investigations and gather and exchange evidence.

10. set up a joint liaison team of national counter-terrorism experts at Europol's European Counter Terrorism Centre (ECTC) to support the Member States' law enforcement authorities in investigating the wider European and international dimensions of the current terrorist threat, to which Member States are invited to second experts. This team will draw on Europol’s law enforcement capabilities to monitor the threat from foreign fighters, the flows of terrorist financing and illegal firearms, and online propaganda.


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #51 Gepost op: 30 maart 2016, 10:57:16
Citaat
De informatie uit de Verenigde Staten over de broers Bakraoui kwam niet van de FBI, maar van de politie in New York. Dat schrijft minister Van der Steur aan de Tweede Kamer.

Gisteren meldde de minister de Kamer dat de FBI een paar dagen voor de aanslagen in Brussel de Nederlandse politie op de hoogte had gesteld van de criminele achtergronden van de broers en dat de Nederlandse politie die informatie heeft gedeeld met de Belgische.

http://nos.nl/artikel/2096073-van-der-steur-informatie-over-terroristen-kwam-toch-niet-van-fbi.html


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #52 Gepost op: 30 maart 2016, 11:03:52
Citaat
DEN HAAG

Datum
30 maart 2016

Onderwerp
Nadere informatie beantwoording vragen over brief m.b.t. uitzetting aanslagpleger Brussel naar Nederland.

NCTV
Turfmarkt 147
2511 DP Den Haag
Postbus 16950
2500 BZ Den Haag
 
Ons kenmerk
976


Uw Kamer heeft gevraagd om schriftelijk antwoord te krijgen op een aantal nadere vragen. Zoals toegezegd informeer ik u daarover volgende week, zodat het debat dan in tweede termijn kan worden voortgezet.

Ik berichtte uw Kamer gisteren dat op 16 maart 2016 in een bericht van de FBI aan de Nederlandse politie melding werd gemaakt van de criminele achtergronden van Ibrahim El Barkaoui en van de radicale en terroristische achtergrond van zijn broer Khalid. Het bericht vermeldt dat de beide broers door de Belgische autoriteiten worden gezocht. Uw Kamer vroeg mij in het debat na te gaan waarom de FBI dit bericht aan de Nederlandse politie stuurde. Deze vraag is onmiddellijk uitgezet bij de politie. Uit daarop van de politie ontvangen informatie maak ik op dat er ten aanzien van de afzender van de informatie een fout is gemaakt. De Nederlandse liaison op de ambassade in Washington heeft het bericht ontvangen van een andere grote Amerikaanse opsporingsinstantie, namelijk de Intelligence Division van de New York Police Department (NYPD). De liaison heeft deze informatie zoals te doen gebruikelijk zonder vermelding van de herkomst doorgestuurd aan de Nationale Politie. Vervolgens is in Nederland aangenomen dat de informatie afkomstig zou zijn van de FBI. De beantwoording van de Kamervragen heb ik gebaseerd op deze informatie en ook op mijn beurt de FBI als bron genoemd. De inhoud van het bericht is identiek aan hetgeen ik uw Kamer gisteren heb medegedeeld. Ik zal zoals afgesproken navraag doen bij de NYPD waarom zij deze informatie aan de Nederlandse autoriteiten hebben verstrekt.

De Minister van Veiligheid en Justitie,




G.A. van der Steur


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #53 Gepost op: 30 maart 2016, 12:57:27
Fons Lambie @fonslambie 1h
Minister Van der Steur: "Ontzettend vervelend." En: "Bij aftreden nu is niemand gebaat." #Brussel



enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #54 Gepost op: 30 maart 2016, 15:59:47
Citaat van: oma link=msg=1416209 date=1459263151
2e kamerdebat over aanslagen Brussel met minister-president Rutte en minister van justitie v/d Steur

Sprekerslijst + documenten (te behandelen zaken): https://www.tweedekamer.nl/vergaderingen/plenaire_vergaderingen/details?date=29-03-2016#2016A01264

Livestream: https://www.tweedekamer.nl/

of

http://www.npo.nl/live/npo-politiek

Helaas is het debat (nog) niet terug te vinden op https://debatgemist.tweedekamer.nl/ en ik heb zo maar het gevoel dat het ook niet geplaatst gaat worden daar omdat Minister Ard van der Steur er wederom een gigantische puinzooi van heeft gemaakt.

Gelukkig is de 1e termijn van het Kabinet wel te zien via

https://www.youtube.com/watch?v=NlXfSQZMNdk


Het interessantste deel en dat is met Van der Steur begint op 01:05:45 tot 02:37:40.
Het gedeelte waar Van der Steur echt loopt te blunderen is van 01:42:30 tot 02:16:40 over het FBI verhaal wat nu dus een NYPD verhaal blijkt te zijn. Het blijft inderdaad vreemd wat Geert Wilders terecht opmerkte dat de persoon in kwestie op Schiphol geland was en men niet wist of hij nog steeds in NL verbleef er GEEN (Inter)Nationaal Opsporingsbevel is uitgegeven door NL. Hierdoor had NL inderdaad mogelijkerwijs een aanslag in Brussel kunnen voorkomen. Mede omdat de FBI en naar nu blijkt de NYPD heeft laten blijken dat de persoon in kwestie aan terrorisme gelinkt moest worden omdat het geradicaliseerde broers betrof.

Ik snap niet dat men zelf niet na heeft gedacht dat NL dit kon en mocht doen en hiermee een ramp heeft kunnen voorkomen want de persoon in kwestie kon op dat moment 16 maart jl. ook gewoon in NL verblijven. Echt bizar dat ze geen link kunnen leggen tussen de uitgezette persoon door Turkije en de tip van de FBI/NYPD over de zelfde persoon.
Verder blijf ik het apart vinden dat Ministers nooit rechtstreeks antwoord kunnen geven als er een vraag gesteld wordt maar dat men er altijd maar om heen blijft draaien. Ik vind het echt een stel bangepoeperts wat dat aan gaat.

Ik sta er niet gek van te kijken als een meerderheid volgende week bij het vervolg van het Brussel debat gaan stemmen voor een aftreden van Van der Steur want dit is al de zoveelste misstap van deze minkukel.
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #55 Gepost op: 30 maart 2016, 16:06:34
Citaat van: enrico1972 link=msg=1416477 date=1459346387
Helaas is het debat (nog) niet terug te vinden op https://debatgemist.tweedekamer.nl/ en ik heb zo maar het gevoel dat het ook niet geplaatst gaat worden daar omdat Minister Ard van der Steur er wederom een gigantische puinzooi van heeft gemaakt.

Ieder debat gehouden in de plenaire zaal van de tweede kamer komt op debatgemist, Enrico. Een minister gaat daar niet over. Alles wat gezegd is in het debat wordt ook vastgelegd in de handelingen waardoor het terug te lezen is.


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #56 Gepost op: 31 maart 2016, 08:13:20
Citaat
Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft vorige zomer de zogenoemde 'JBZ-liaison' (verbindingsofficier) op de Nederlandse ambassade in België wegbezuinigd. Die post moet ervoor zorgen dat inlichtingen over justitiële en politie-aangelegenheden in het buitenland zo goed mogelijk worden uitgewisseld met Nederland.

Volgens het ministerie van V&J werd besloten de post in Brussel niet langer in te vullen, aangezien de toenmalige liaison ervoor had gezorgd dat de contacten tussen Nederland en België gesmeerd verliepen.

http://nos.nl/artikel/2096218-justitie-schrapte-verbindingsofficier-in-brussel.html


PBees

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 408
Reactie #57 Gepost op: 31 maart 2016, 11:24:54
http://www.ad.nl/ad/nl/1012/Nederland/article/detail/4273037/2016/03/31/De-terreurcoordinatie-in-ons-land-is-juist-heel-strak.dhtml

Citaat
'De terreurcoördinatie in ons land is juist heel strak'
Nederland wist voor de Brusselse aanslagen al dat El Bakraoui gevaarlijk was, maar ondernam geen actie. Zaten onze inlichtingendiensten te slapen? 'Het is geen chaos.'
....


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #58 Gepost op: 6 april 2016, 06:57:14
Kamerstuk, incl. bijlagen:

* Antwoord op vragen over informatie omtrent de aanslagplegers Brussel
* Informatie NYPD (pdf)

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/brieven_regering/detail?id=2016Z06942&did=2016D14296


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #59 Gepost op: 6 april 2016, 07:01:35
Citaat
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

In deze brief informeer ik uw Kamer over de samenwerking tussen Nederland en Turkije op het gebied van justitie en terrorismebestrijding en de daartoe in het leven geroepen werkgroep, zoals verzocht door het lid Pechtold (D66) van uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden op 5 april 2016.

Nederland en Turkije werken nauw samen op politieel en justitieel terrein. Mijn werkbezoek van 18 november 2015 aan de toenmalige minister van Justitie van Turkije, de heer Ipek, stond in het teken van de versterking van de justitiële samenwerking tussen de beide landen in brede zin. Daartoe heb ik voorgesteld om, in aanvulling op de bestaande bilaterale, Europese en multilaterale samenwerking, een Memorandum of Understanding (MoU) af te sluiten om de bestaande activiteiten op het gebied van bilaterale samenwerking te overkoepelen, te bestendigen en uit te breiden.

Memorandum of Understanding
Het overleg met toenmalig minister van Justitie Ipek op 18 november 2015 had een brede insteek: het ging over samenwerking op het gehele terrein van Justitie, zoals bestrijding van drugscriminaliteit, mensensmokkel en terrorisme. Daarmee bestreek het mede het terrein waarvoor in Turkije de minister van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk is.

Ik heb tijdens dat bezoek het voorstel gedaan om een ambtelijke werkgroep op te richten waarin de beide landen kunnen bezien op welke wijze deze bestaande samenwerking nog kan worden bestendigd en uitgebreid met behulp van een Memorandum of Understanding. Ik heb in december 2015 mijn huidige ambtgenoot van Justitie van Turkije, de heer Bozdağ, bij gelegenheid van zijn benoeming bevestigd dat we hebben afgesproken om na het Nederlandse EU-voorzitterschap tot ondertekening van een MoU – met afspraken tussen beide landen – te komen. De ervaring leert dat de voorbereiding van dergelijke bilaterale bijeenkomsten tijd kost, zeker als zij moet leiden tot een te ondertekenen MoU. Ik beoog de gezamenlijke Nederlands-Turkse ambtelijke werkgroep nog voor de zomer bijeen te laten komen.

In aansluiting op het bezoek zijn de werkzaamheden binnen het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor de opstelling van een dergelijk MoU ter hand genomen en heeft een inventariserende bespreking plaatsgevonden met de betrokken onderdelen van Veiligheid en Justitie over de onderwerpen die deel zouden kunnen uitmaken van het MoU. Als mogelijke onderwerpen zou onder andere kunnen worden gedacht aan verbetering van procedures met betrekking tot rechtshulpverzoeken, betere kennisdeling en uitwisseling van experts. Bij de bespreking wordt voorts aandacht besteed aan de eisen die door het Europees verdrag voor de rechten van de mens aan een dergelijke samenwerking worden gesteld. Bij de voorgenomen brede reikwijdte moet aan Turkse zijde ook de minister van Binnenlandse Zaken worden betrokken.

Sinds mijn bezoek aan Ankara heb ik diverse malen op ministerieel niveau contact gehad om het belang van goede samenwerking te bevestigen. Op 25 januari 2016 sprak ik en marge van de informele JBZ-Raad in Amsterdam met de onderminister van Binnenlandse Zaken, de heer Öztürk, en op 10 februari 2016 in Den Haag met de vice-premier, de heer Akdogan, en de minister van Binnenlandse Zaken, de heer Ala. In deze gesprekken is het belang van informatiedeling voor terrorismebestrijding aan de orde geweest. Het meest recent heb ik op 4 april 2016 telefonisch contact gehad met minister van Binnenlandse Zaken Ala, om hierover nadere afspraken te maken, omdat naar aanleiding van de gang van zaken rondom de broers El Bakraoui duidelijk is dat de samenwerking ten aanzien van uitzettingen naar Nederland van ongewenste personen in relatie tot terrorisme moet worden aangescherpt. Ik informeer uw Kamer daarover in de reeds genoemde brief ter beantwoording van vragen over informatie omtrent de aanslagplegers Brussel van heden.

Het af te sluiten MoU  komt in aanvulling op de bestaande bilaterale, Europese en multilaterale samenwerking, waarvan hieronder een kort overzicht volgt.

Bilaterale samenwerking
De Nederlandse en Turkse politie en justitie werken veelvuldig met elkaar samen in strafrechtelijke onderzoeken en procedures. De bilaterale politiesamenwerking tussen Nederland en Turkije ziet in belangrijke mate op het uitwisselen van kennis en informatie in de opsporingsfase van onderzoeken en op het traceren van voortvluchtige verdachten (ook terrorismeverdachten) of veroordeelden. De samenwerking in het kader van terrorismezaken verloopt voor een groot deel ook langs politiële weg, waarbij behalve de Landelijke Eenheid ook Interpol/Europol en de Ministeries van (Veiligheid en) Justitie een rol spelen.

De operationele politiesamenwerking verloopt over het algemeen goed. De Turkse autoriteiten reageren bij zeer concrete en actuele informatie inmiddels doorgaans snel en stoppen de uitreis van jihadreizigers indien mogelijk. Ook onderneemt Turkije stappen bij de screening van inkomende reizigers. Ten aanzien van het delen van onderzoeksgegevens is Turkije, evenals veel andere landen, terughoudend. De samenwerking met Turkije heeft zich in het begin geconcentreerd op het tegenhouden van jihadreizigers en richt zich nu ook op het signaleren van terugkeerders. Rondom uitzettingen is de bestaande werkwijze beschreven in de Kamerbrief ter beantwoording van vragen over informatie omtrent de aanslagplegers Brussel.

Er vindt op regelmatige basis overleg plaats tussen de Nederlandse en Turkse autoriteiten. Daarin worden verbeterpunten in de samenwerking aan de orde gesteld, ook op het terrein van contra-terrorisme. De Nederlandse politieliaison in Ankara speelt daar een rol in. Ook zijn er uitwisselingsbezoeken vanuit de Nederlandse en Turkse politie over en weer, zo heeft van 21 tot 23 september 2015 de Turkse politiële inlichtingendienst een bezoek gebracht aan Nederland (o.a. NCTV, grenstoezicht KMar Schiphol, aanpak vroegsignalering gemeente Amsterdam). Op 4 en 5 april 2016 is een delegatie van de Nationale Politie in Ankara geweest voor een reeds eerder gepland bezoek om met de Turkse politie te spreken over de invulling van het gezamenlijke werkprogramma.

De justitiële samenwerking tussen Nederland en Turkije heeft evenzeer een intensief karakter. Over en weer worden door de verantwoordelijke ministeries jaarlijks honderden rechtshulpverzoeken uitgewisseld ten behoeve van uiteenlopende strafzaken. Over de wijze van de uitvoering van deze rechtshulpverzoeken vindt regelmatig overleg plaats tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de Turkse liaison-magistraat in Den Haag. Naar aanleiding van die zaken komt ook aan de orde op welke punten de samenwerking door beide zijden kan worden verbeterd.

Europese samenwerking
Ook op EU-niveau wordt onder andere door de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO), de Commissie en de EU Contra Terrorisme Coördinator prioriteit gegeven aan inspanningen voor terrorismebestrijding met Turkije. In het voorjaar van 2016 gaat mede op basis van een eerdere gezamenlijke inventarisatie een gerichte dialoog over terrorismebestrijding van start om de samenwerking tussen de EU en Turkije inzake terrorismebestrijding te intensiveren. Ook is ingestemd met plaatsing van een Turkse liaison bij Europol en is de EU-vertegenwoordiging in Ankara versterkt met een Contra Terrorisme Expert. De inspanningen van de EU richting Turkije passen binnen de bredere inzet op terrorismebestrijding die de Raad Buitenlandse Zaken begin 2015 overeen is gekomen voor derde landen.

Multilaterale samenwerking
Multilateraal werken Nederland en Turkije samen binnen het Global Counter Terrorism Forum (GCTF) en de anti-ISIS-coalitie (AIC). Nederland en Turkije zijn sinds afgelopen september co-voorzitters van het GCTF. In april zal Marokko het co-voorzitterschap overnemen van Turkije. De bestaande GCTF FTF werkgroep, geleid door Nederland en Marokko, heeft een scala aan beleidsmatige aanbevelingen en good practices ontwikkeld, die zien op verschillende onderwerpen die gerelateerd zijn aan terrorismebestrijding, waaronder informatie-uitwisseling, de detectie van terroristische reisbewegingen en het voorkomen van gewelddadig extremisme.

Daarnaast zijn Nederland en Turkije sinds de oprichting van de anti-ISIS-coalitie, gezamenlijk voorzitter van de Foreign Terrorist Fighters werkgroep. Binnen deze werkgroep wordt de internationale samenwerking bij het tegengaan van FTF bevorderd, waaronder ook betere informatiedeling.

Nederland en Turkije spelen hierin een rol als trekkers van werkstromen gericht op respectievelijk grenstoezicht en informatie-uitwisseling. Ten behoeve van capaciteitsopbouw deelt Nederland met de overige leden van de werkgroep kennis en expertise over het in kaart brengen van knelpunten voor het signaleren en detecteren van personen en hun reisbewegingen.

Op 11 januari 2016 zijn de FTF werkgroepen van de GCTF en AIC op Nederlands initiatief samengekomen in Den Haag. Tot de centrale thema’s van deze bijeenkomst behoorden het bevorderen van informatie-uitwisseling, het versterken van grenscontroles en het samenwerken met de private sector. De concrete aanbevelingen voortvloeiende uit de discussies zijn vervat in het ‘The Hague Implementation Plan on Foreign Terrorist Fighters’. Hierover heeft de minister van Buitenlandse Zaken uw Kamer geïnformeerd per brief d.d. 9 februari 2016.

De samenwerking binnen de AIC en het GCTF heeft onder meer geleid tot een toename van het aantal landen dat nu gegevens en profielen deelt met Interpol. De besprekingen hebben eveneens geleid tot beter inzicht in reisroutes, de financiële capaciteiten en behoeften van strijders en mogelijkheden om de uitreis en doorreis te voorkomen.

Samenvattend: er gebeurt veel in de relatie tussen Nederland en Turkije. Het door mij en mijn Turkse collega in november 2015 genomen initiatief om te komen tot een breed MoU ter verdieping van de justitiële samenwerking tussen de beide landen is hiervan een bevestiging. Naast de voorbereiding van het MoU zijn er permanent contacten op allerlei niveaus om de bestaande samenwerking te verbeteren.

De Minister van Veiligheid en Justitie,




G.A. van der Steur