Gepost op: 29 maart 2016, 14:14:35
“Te veel spoeddiensten in ons land”
Op een ziekenhuissite zou er naast de spoeddienst ook een dag en nacht autonoom werkende huisartsenpermanentie moeten zijn. Dat zegt het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE). Het stelde immers vast dat het aantal spoeddiensten in ons land uitzonderlijk hoog is in vergelijking met andere landen, de spreiding niet rationeel is en een groot deel van de patiënten ook bij een huisarts terechtkan.
“Spoeddienst en huisartsenpermanentie vormen samen een ‘centrum voor ongeplande zorg’, dat één centrale toegangspoort met een triage-zone heeft”, verduidelijkt woordvoerster Gudrun Briat (KCE). Het klinisch geschoolde triage-team onthaalt de patiënt en stuurt die dan door naar de huisartsenpermanentie of naar de spoed, afhankelijk van zijn medische situatie.” Een dergelijk systeem bestaat in Nederland, buiten de kantooruren, en in Engeland.
In 2015 waren er 139 ziekenhuissites met een spoeddienst, sommigen hebben op meer dan één site een spoed. Dat komt neer op 1,24 spoeddiensten per 100.000 inwoners, wat uitzonderlijk veel is in vergelijking met andere landen zoals Frankrijk (0,99), Nederland (0,54) of Engeland (0,33).
Toegankelijkheid
“Dat zorgt voor een grote toegankelijkheid, maar tegelijk ook voor een versnippering van budget en personeel. Bovendien is het aantal spoedcontacten per ziekenhuissite zeer variabel. Deze cijfers doen vragen rijzen over de hoge kostprijs van de permanenties die elke spoeddienst moet verzekeren. Ook de spreiding over het grondgebied is niet steeds rationeel, soms vindt men twee spoeddiensten op nauwelijks enkele kilometer van mekaar, of zelfs minder”, klinkt het.
Het KCE beveelt aan om het aantal spoeddiensten te beperken op basis van objectieve criteria. Omdat de spoed een zeer belangrijke toegangspoort is voor een ziekenhuis, worden in een eerste fase best spoeddiensten in ziekenhuizen met meer dan één spoeddienst gesloten, aldus het KCE. In een tweede fase kunnen er bijkomende sluitingen gebeuren, maar dan wel in het ruimere kader van een globale hervorming van het zorglandschap en het financieringssysteem.
In 2012 waren er in België 290 spoedcontacten per 1.000 inwoners, wat opnieuw vrij hoog is in vergelijking met de buurlanden, en dat aantal stijgt ook. “Vanuit medisch oogpunt kan een groot deel van de patiënten op spoed even goed door een huisarts geholpen worden.”
Huisartsenwachtposten
Voorts blijkt dat de huisartsenwachtposten - sinds 2003 werden er een zeventigtal opgericht en gefinancierd door de ziekteverzekering - de spoeddiensten niet verlichten. “Bedoeling was vooral om de werkomstandigheden van de huisartsen te verbeteren, maar internationaal worden ze ook beschouwd als een alternatief voor een deel van de spoedcontacten. De wachtposten hebben in ons land echter niet voor een lagere belasting van de spoed gezorgd.”
Ook blijkt dat de werkbelasting op sommige wachtposten vrij laag ligt, vooral ‘s nachts, terwijl ook het jaarbudget steeg tot bijna 23 miljoen euro in 2015.
Taskforce buigt zich over reorganisatie spoeddiensten
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) is het eens met de bevinding van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) dat de spoedgevallenzorg hervormd moet worden. Een taskforce buigt zich momenteel over een reorganisatie van de spoeddiensten en huisartsenwachtposten. Gehoopt wordt dat de taskforce tegen de zomer een model op punt kan zetten, zo meldt de woordvoerster van De Block.
Volgens het KCE zou er op een ziekenhuissite naast een spoeddienst ook een dag en nacht autonoom werkende huisartsenpermanentie moeten zijn. Het centrum stelde immers vast dat het aantal spoeddiensten in ons land uitzonderlijk hoog is in vergelijking met andere landen, de spreiding niet rationeel is en een groot deel van de patiënten ook bij een huisarts terechtkan.
“We hebben die analyse ook gemaakt”, klinkt het bij de woordvoerster van De Block, die aanstipt dat het dossier is opgenomen in de hervorming van het ziekenhuislandschap en dat precies daarom een deel van het budget voor de huisartsenwachtposten is bevroren.
Triagesysteem
Er is een taskforce opgericht met vertegenwoordigers van onder meer ziekenhuizen, huisartsenwachtposten, de urgentieartsen, de ziekenfondsen en de overheid.
Zij proberen op basis van objectieve criteria een model op punt te zetten dat het werk van spoeddiensten en wachtposten en het bijhorende triagesysteem op de best mogelijke manier combineert. Gehoopt wordt dat de taskforce tegen de zomer zijn werk kan afronden.