Okay..., dan mijn vraag aan jou..., hoe beoordeel je B dan? Hoe kom je tot een conclusie of hoe vorm je dan een idee over wat er aan de hand is, of kan zijn, wanneer de B abnormaal is. En dan heb je een B probleem. Een acute killer of een potentiële killer. Ik zie dagelijks jonge artsen enorm worstelen met deze materie, wanneer ik ze bed-site, onder mijn supervisie probeer op te leiden.
Hoe maak je het verschil en wat ga je doen?
Jij wilt stapsgewijs nagaan of je slachtoffer zélf kan verzorgen/helpen/behandelen. Je snapt toch hopelijk zelf wel dat je daartoe onvoldoende in staat bent en dat het enorm afleidt van je taak als goed Eerste Hulpverlenerschap?
Ik reageer eerst even op de laatste alinea. Als dat niet had gekund, stond er op ieder evenement wel een ambulance paraat. Maar daar is geen geld voor, dus word daar een zeer goedkope en onderbetaalde eerste hulp organisatie voor benaderd. Die zet de aanvraag uit naar enkele veelal enthousiaste vrijwilligers. Vervolgens staan daar enkele eerste hulpverleners met diverse achtergronden. Vervolgens komen er her en der slachtoffers vandaan die we gaan helpen.
We gebruiken onze kennis en vaardigheden om de slachtoffers zo goed mogelijk van dienst te zijn. Vaak kan dat met standaard martiaal als pleisters, verbanden en mitella's. We geven advies waar nodig, en verwijzen mensen door naar HAP/doktersposten waar nodig. Mocht de casus in het ABCDE verhaal ergens onvoldoende scoren, dan alarmeren wij en verzoeken om een ambulance.
Dus om een kort antwoord te geven: Nee ik snap niet waarom ik, niet zou mogen beslissen wanneer ik hulp nodig heb.
(B)reathing Hieronder heb ik wat lesmateriaal geplakt, hierin worden de stappen opgesomd. Zodra iets afwijkend word gevonden, bellen.
Ik beoordeel de B zoals die mij is aangeleerd. En nogmaals, dat is een verkapte versie: (uit het boek vanuit de opleiding van het rode kruis)
Als de luchtweg eenmaal vrij is, 'beoordeel' ik de kwaliteit en kwantiteit van de ademhaling. Ademt de hulpvrager nog, hoe ademt de hulpvrager en is de ademhaling van voldoende kwaliteit. Ik tel daarbij het aantal ademhalingen en let op de frequentie.
1. Kijken
• Controleer na vrijmaken luchtweg of er een spontane ademhaling is.
• Frequentie, diepte en patroon (regelmatig, onregelmatig of met pauzes).
• Kijk hoe de hulpvrager ademt en of er afwijkingen hierin zijn, zoals: gebruik van hulpademhalingsspieren en (bij zuigelingen) neusvleugels, bewegingen borstkas (diepte en gelijkheid beide borsthelften).
• Tegenstrijdige (paradoxale) ademhaling - borstkas trekt in bij inademen in plaats van uit te zetten; vaak bij meerdere ribfracturen of een hoge blokkade van de luchtweg.
• Is een afwijking in huidskleur te zien? Blauwverkleuring van huid en slijmvliezen van onder meer lippen en neus (cyanose).
• Controleer eventueel de mentale toestand, zoals onrust, angst, sufheid, verwardheid.
• Kijk of er verwondingen zijn die de ademhaling bemoeilijken, zoals steekwonden of letsel van de borstkas of luchtpijp.
2. Luisteren
• Luister hoe de hulpvrager ademt en of er afwijkingen hierin zijn, zoals: afwijkende hoorbare ademhaling, zoals piepen, kreunen, veel hoesten, vocht. Hoor je geluiden bij de inademing, uitademing of beide?
• Kan de hulpvrager volzinnen of slechts enkele woorden uitspreken?
3. Voelen
• Stabiliteit van de borstkas.
• Hand op de buik-borstovergang en voel de ademhaling (diepte, gelijkheid).
Als de ademhaling efficiënt is: ga door naar de volgende stap.
Efficiënte (sufficiënt) ademhaling bij:
• Goede, gelijke bewegingen beide helften borstkas.
• Geen gebruik van hulpademhalingsspieren.
• Geen blauwe verkleuring van de vingers, lippen en het gezicht (cyanose).
• Geen benauwdheid.
Ademhaling inefficiënt (insufficiënt) of bedreigd bij:
• Gebruik hulpademhalingsspieren.
• Blauwe verkleuring van de vingers, lippen en het gezicht (cyanose).
• Tegenstrijdige (paradoxale) ademhalingsbewegingen. De borstkas trekt in bij inademen in plaats van uit te zetten; vaak bij meerdere ribfracturen of een hoge blokkade van de luchtweg.
• Te snelle of te langzame ademhaling (meer dan dertig of minder dan negen per minuut).
• Ernstige wonden op de borstkas of luchtpijp.
• Hoorbare moeilijke ademhaling.
• Hulpvrager die vermoeid raakt door de moeilijke ademhaling.
Normale ademfrequentie in rust per minuut:
• Volwassen: 12-16
• >12 jaar: 12-20
• 5-12: 20-25
• 2-5: 25-30
• 1-2: 25-35
• < 1 jaar: 30-40
4. Interventies
• Indien er geen ademhaling aanwezig is: controleer of de luchtweg goed vrijgemaakt is. Bel 1-1-2 en/of alarmeer de aanwezige professionele hulpdiensten. Start reanimatie (BLS-AED).
• Indien de hulpvrager bewusteloos is met normale ademhaling: zorg voor een vrije luchtweg doormiddel van de chinlift, jawthrust of stabiele zijligging (niet bij trauma!), bel 1-1-2 en/of alarmeer de aanwezige professionele hulpdiensten. Controleer regelmatig vitale functies door herhaling van ABC.
• Indien de hulpvrager acuut benauwd en aanspreekbaar is: verwijder knellende kleding rond de hals en borstkas. Laat hem in een halfzittende houding recht op zitten, tenzij sprake van een ernstig ongeval of mogelijk nek- of wervelletsel.
• Rustige omgeving met goede ventilatie.
• Hulpvrager eigen medicatie laten gebruiken als hij dit bij zich heeft. Alleen als de hulpvrager dit zelf kan, anders wachten op professionele hulp.
• Plak een doordringende of zuigende borstwond af met een luchtdicht verband, dat aan drie zijden wordt afgeplakt.