Een en ander kan je terug lezen in de Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar:
3.3. Betrouwbaarheid
Voordat iemand kan worden benoemd tot boa, wordt zijn betrouwbaarheid getoetst. Artikel 17 van het BBO bepaalt dat een persoon als betrouwbaar kan worden aangemerkt indien hij van onbesproken gedrag is.
De betrouwbaarheid wordt periodiek getoetst. Dit is in elk geval iedere vijf jaar bij een aanvraag voor verlenging van de titel van opsporingsbevoegdheid. Het is mogelijk om frequenter te toetsen, of om in incidentele gevallen gericht informatie op te vragen.
Het oordeel over de betrouwbaarheid wordt zowel bij de initiële aanvraag als bij de verlengingsaanvraag in beginsel gebaseerd op de overgelegde Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: VOG). Bij het beoordelen van de betrouwbaarheid op basis van de VOG wordt justitiële en politiële informatie meegenomen. Het Centraal Orgaan Verklaring Omtrent het Gedrag (hierna: COVOG) is belast met de afgifte van de VOG. COVOG beschikt over een specifiek screeningsprofiel voor (buitengewoon) opsporingsambtenaren aan de hand waarvan de screening plaatsvindt. Ter aanvulling op de VOG kan advies worden gevraagd aan de toezichthouder en/of de direct toezichthouder. Het uiteindelijke oordeel over de betrouwbaarheid van de boa baseert de Minister van Veiligheid en Justitie op de overgelegde VOG en, indien van toepassing, op eventuele aanvullende politiële informatie.
Als je vervolgens gaat kijken naar de regels voor een VOG: in principe 4 jaar, maar voor de functie van BOA 10 jaar
bron.
De recente aanhouding voor een APV-feit kan dus wel degelijk een probleem vormen. Je kan wel zelf een VOG aanvragen op eigen kosten. Als je deze verkrijgt kan je veilig de opleiding starten. Krijg je deze niet, dan moet je nog een paar jaar wachten.