Ik denk dat het profiel voor de meeste werkgevers/posten wel redelijk gelijk is gesteld.
Die voor onze post (sorry, is nogal een verhaal...
)
Competenties van de chauffeur
Competenties van personen zijn te omschrijven als geïntegreerde handelingsbekwaamheden, die zijn opgebouwd uit cognitieve, interactieve, affectieve en waar nodig psychomotorische vaardigheden en attitudes. Deze geïntegreerde set moet samenhangen met individuele waarden en normen en persoonlijke geaardheid, zoals eigenschappen, motieven en mentale modellen van de wereld en van zichzelf.
De competenties waarover de chauffeur zal moeten beschikken zullen mede een uitgangspunt vormen voor de selectiecriteria tijdens de sollicitatie procedure.
Communicatief gedrag: luisteren, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid
- toont belangrijke informatie op te nemen in gesprekken
- stelt relevante vragen
- gaat op reacties van de gesprekspartner in
- gaat op non-verbaal gedrag van de gesprekspartner in
Beïnvloedend gedrag: optreden, sensitiviteit, sociabiliteit
- maakt een goede eerste indruk en handhaaft deze indruk
- toont zich bewust van andere mensen en de omgeving, als mede de eigen invloed hierop
- toont gedrag dat getuigt van het onderkennen van de gevoelens en behoeften van anderen
Motivationeel gedrag: klantgerichtheid
- onderzoekt wensen en behoeften van anderen en handelt hiernaar
Persoonsgebonden gedrag: aanpassingsvermogen, integriteit, stressbestendigheid
- blijft doelmatig handelen door zich aan te passen aan en anticiperen op veranderende omgeving, taken, verantwoordelijkheden en/of mensen
- handhaaft algemene aanvaarde sociale en ethische normen in activiteiten die met de functie te maken hebben
- blijft effectief presteren onder tijdsdruk, bij tegenslag, teleurstelling of tegenspel
De vervoerstaken
Vervoeren van de dienstdoende huisarts
De chauffeur vervoert de dienstdoende huisarts. Dit kan met spoed of zonder spoed. De indicatie tot spoed wordt te allen tijde door de arts bepaald en kan niet bediscussieerd worden. In de evaluatie van de samenwerking kan dit wel een aspect zijn. Onder het rijden met spoed wordt verstaan het gebruik van optische en akoestische signalen op basis van vooraf vastgestelde criteria, onder de vlag van de CPA met toestemming en wettelijke dekking ten gevolge hiervan. Er zal steeds afgewogen moeten worden welke risico’s dit met zich meebrengt (weersomstandigheden, verkeersdrukte e.d.).
Bij aankomst bij de patiënt wordt onderling afgestemd of de chauffeur meegaat naar de patiënt. Het streven is om zoveel mogelijk, in het bijzonder bij A1/A2 visites, mee te laten gaan. Afhankelijk van de aard van de melding neemt de chauffeur materialen mee.
Contact houden met de huisartsenpost en de CPA
De chauffeur houdt contact met de huisartsencentrale en de CPA. Hij zorgt, indien nodig, voor mobilofoonverbindingen die zijn geïntegreerd in het bedrijfsprocessysteem van de CPA. Tevens heeft hij een mobiele telefoon ter beschikking.
Voor de contacten huisarts/ziekenhuis is de huisarts zelf verantwoordelijk.
De chauffeur kan wel zorgdragen voor ambulance-inzet. Hij geeft in opdracht van de huisarts aan de CPA de toestand van de patiënt door en de urgentie.
Plaatselijke geografie
De chauffeur verdiept zich in de plaatselijke geografie en heeft een zo optimaal mogelijke kennis van de diverse routes. Naar aanleiding van een binnenkomende fax/telefonische visite aanvraag doet de chauffeur een suggestie over de te volgen route. De prioriteit in de planning wordt door de huisarts bepaald. Daarnaast wordt hij ondersteund door navigatiesysteem.
Signalerende taken
Alert zijn op risico’s
De chauffeur is alert op risico’s waaraan hijzelf, de huisarts en de patiënt en eventuele derden blootstaan tijdens de hulpverlening. Mogelijke risico’s zijn: - omgevingsgevaren - gevaarlijke stoffen (gasvorming) - agressie bij psychische problematiek - agressie bij relaties van de patiënt.
Wanneer mogelijk wordt van tevoren door de huisarts en de chauffeur afgestemd wat de handelwijze zou kunnen zijn. Hierbij wordt over en weer relevante informatie uitgewisseld. Komt de besluitvorming niet tot overeenstemming dan geldt het besluit van de arts. Hierbij dient steeds bedacht te worden dat men elkaar nooit in een onveilige situatie mag brengen.
Zo nodig wordt via de CPA of de politie om assistentie gevraagd.
Zorgdragen voor welzijn
De chauffeur draagt zorg voor het lichamelijk en geestelijk welbevinden van zichzelf, zijn collega’s en de huisarts tijdens en na de werksituatie.
Voorlichtende taken De chauffeur kent de volgende voorlichtende taken: - overdracht van kennis en vaardigheden aan daarvoor in aanmerking komende collega’s - adviseren en instrueren (indien nodig en op verzoek van de arts) van de patiënt en/of zijn familie of begeleiders inzake de hulpverlening - informeren (indien nodig) van derden over de te treffen maatregelen
Verzorgende en begeleidende taken De chauffeur heeft als verzorgende en begeleidende taken: - verlenen van assistentie bij het eventuele verplaatsen van de patiënt. Hij neemt hierbij de mogelijke knelpunten in acht - zorgdragen voor een goede omgevingstemperatuur - zorgdragen (indien de omstandigheden dat vereisen) voor opvang en ondersteuning van familie en/of omstanders
Omgangsvormen bij patiënten
De chauffeur treedt de patiënt met respect tegemoet. In het geval van zieke of gewonde kinderen zal hij rekening houden met de gevoelens en wensen van de ouders. De chauffeur is zich bewust van zijn zwijgplicht ten aanzien van privacygevoelige zaken.
Psychische patiënten
De chauffeur assisteert bij psychisch gestoorde patiënten. Hij is op de hoogte van de taken van de crisisdienst van de RIAGG.
Handelingen bij overleden personen
De arts heeft hier een aantal administratieve zaken te regelen te weten: - vaststellen van de dood (natuurlijk of onnatuurlijk) - invullen overlijdensverklaring - waarschuwen van begrafenisondernemer In al deze situaties heeft de arts het primaat. De chauffeur doet geen mededelingen van welke aard dan ook aan familie en/of relaties. De chauffeur kan zich inleven in de situatie en de randvoorwaarden scheppen voor een eventueel rustige omgeving, de opvang van emoties en dergelijke.
Medisch assisterende taken
Bewaken en signaleren De chauffeur bewaakt de ademhaling, de circulatie, het bewustzijn en de temperatuur van de patiënt. Hij signaleert veranderingen in de toestand en geeft deze door aan de arts.
Aansluiten en bedienen apparatuur De chauffeur kan de A.E.D. plaatsen en conform de aanwijzingen de opdrachten uitvoeren
Klaarleggen/gereedmaken De chauffeur legt het materiaal klaar voor de kapbeademing. De kapbeademing wordt niet door de chauffeur zelf uitgevoerd.
De chauffeur legt de materialen klaar voor het inbrengen van een intraveneuze canule en infusie en reikt dit op de juiste wijze aan. De chauffeur is op de hoogte van de verschillende toedieningswijzen (subcutaan, intramusculair, intraveneus)
De chauffeur maakt de medicatie op de juiste wijze klaar. De arts geeft aan wat hij wenst toe te dienen en verifieert alvorens toediening het aangeboden materiaal waarbij de chauffeur de gebruikte ampul presenteert waaruit de medicatie is opgezogen.
Assisteren De chauffeur assisteert bij het geven van zuurstoftherapie. Hij controleert de manometer en stelt het gevraagde volume in. Hij kan bij de patiënt een zuurstofneuscatheter en een zuurstof non-rebreathing mask plaatsen.
De chauffeur assisteert bij reanimatie/BLS.
Op verzoek van de arts kan de chauffeur zelfstandig bij de patiënt het bloedsuikergehalte meten.
De chauffeur is in staat zelfstandig op verzoek van de arts de temperatuur middels de (oor)thermometer bij de patiënt te meten.
De chauffeur is in staat de arts te assisteren bij catheterisatie. Daarvoor ligt in de auto een catheterwisselset.
De chauffeur assisteert bij het tillen en verplaatsen van de patiënt wanneer dat vereist is.
Administratieve taken De chauffeur houdt de ritgegevens bij op het ritformulier.
Indien er schade ontstaat aan de auto en/of het materiaal handelt de chauffeur conform de bestaande procedures in het werkboek.
Huishoudelijke taken De chauffeur is verantwoordelijk voor het onderhoud van het dienstvoertuig. Onder onderhoud van het voertuig wordt verstaan: - schoonmaken - kleine storingen herstellen - onderhoudsbeurten regelen Een en ander vindt plaats conform de procedures in het werkboek en in overleg met de teamleider.
De chauffeur draagt zorg voor het onderhoud & controle van de apparatuur zowel in het voertuig als in de opslag.
De chauffeur vult het materiaal in de auto aan, volgens de geldende richtlijnen (controle zuurstofcilinder, schouwformulieren).
De chauffeur is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de spoedkoffer, hij/zij zal echter wel de arts er op mogen wijzen een recept uit te schrijven en brengt op vaste tijden de koffer ter controle naar de apotheek. Daarnaast controleert hij/zij de koffer bij aanvang van dienst op de belangrijkste medicatie/materialen. Recepten leverd de chauffeur in bij de apotheek en vult deze zelf in de koffer aan.
De chauffeur verricht verder enige andere werkzaamheden op de post. Denk hierbij aan het zetten van koffie en thee, het inruimen van de vaatwasser, het doorsturen van patiënten naar de wachtkamer, e.d.
