T1 en/ of T2 alschtoffers

Bij triage worden de volgende urgentieklassen gehanteerd:
T1 Urgentieklasse 1 (ABC-instabiele slachtoffers, te behandelen binnen twee uur): gewonden van wie het leven onmiddelijk wordt bedreigd door obstructie van de ademwegen (A) en/of door stoornissen van de ademhaling (B) en/of circulatie (C).
T2 Urgentieklasse 2 (ABC-stabiele slachtoffers, te behandelen binnen zes uur): gewonden van wie het leven na enkele uren wordt bedreigd door een obstructie van de ademwegen, stoornissen van de ademhaling en/of circulatie of die gevaar lopen op ernstige infecties of invaliditeit wanneer zij niet binnen zes uur na het oplopen van het letsel worden behandeld.
T3 Ugentieklasse 3 (ABC-stabiele slachtoffers): gewonden die niet worden bedreigd door een obstructie van de ademwegen, stoornissen van de ademhaling en/of circulatie, ernstige infectie of invaliditeit.
T4 Urgentieklasse 4 (ABC-niet te stabiliseren slachtoffers): gewonden van wie onder de gegeven omstandigheden de ademweg niet kan worden vrijgemaakt en vrijgehouden, de ademhaling niet kan worden veiliggesteld, bloedingen niet tot staan kunnen worden gebracht en schock niet kan worden bestreden, met als zwaarwegende conclusie: niet (meer) behandelen.

Een slachtoffer zal praktisch nooit in urgentieklasse 4 worden ingedeeld. Alleen onder buitengewone omstandigheden (bijvoorbeeld in oorlogsituaties) wordt de indeling tot en met T4 gehanteerd.

De beschikbare hulpverleningscapaciteit zal vooral worden aangewend voor de groep T1 (onmiddelijk ingrijpen) en voor de groep T2 (snelle eerste hulp, definitieve behandeling later), waardoor slecht een klein gedeelte van de beschikbare capaciteit overblijft voor groep T3. Deze groep zal over het algemeen met ander vervoer dan per ambulance naar een opvangplek gebracht worden.

Zoiets zocht ik, Michel, maar Google gaf dat aan als een van de eerste keuzes.

Christian