Conclusies• De resultaten van het onderzoek geven aan dat het beeld van de
brandveiligheid bij veel inrichtingen beter is dan op basis van het vorige
onderzoek werd verondersteld.
Uit het onderzoek blijkt dat de brandveiligheid bij zeven van de dertien
inrichtingen beter op orde is dan op basis van het vorige onderzoek werd
verondersteld. Dat is mede een gevolg van de vele verbeteringswerkzaamheden
op zowel bouwkundig als organisatorisch terrein, die recent bij veel inrichtingen
zijn uitgevoerd.
Desondanks vraagt een aantal aspecten nog aandacht.
• Risico-inventarisaties en -evaluaties zijn op onderdelen onvolledig.De risico-inventarisaties en -evaluaties van de inrichtingen voorzien bij zeven
inrichtingen onvoldoende in een goede beschrijving van de risico’s en bij tien
inrichtingen blijkt daaruit niet hoe de bedrijfshulpverlening die risico’s moet
afdekken.
• De brandveilige inrichting en het brandveilig gebruik van cellen vragen
om meer duidelijkheid en aandacht.Er zijn door de rijksinspecties bij zes inrichtingen cellen aangetroffen die – door
een hoge vuurbelasting en een onveilige elektrische installatie - als
brandonveilig moeten worden aangemerkt. Een onduidelijk rookbeleid en het
roken op cel doen de brandveiligheidsrisico’s in een aantal inrichtingen nog
toenemen.
• Afspraken met de brandweer over wie wanneer ontruimt, zijn niet altijd
duidelijk of ontbreken soms.Niet bij alle inrichtingen is goed geregeld wie er ontruimt. Een lange opkomsttijd
van de brandweer in combinatie met een vertraging op de brandmeldinstallatie
resulteert erin dat bij zes van de dertieninrichtingen het tien minuten of meer
duurt voordat de brandweer ter plaatse is. BHV-organisaties zijn vaak
onvoldoende voorbereid op de gevolgen die dat voor hun functioneren heeft.
• De borging van de brandveiligheid is een punt van zorg.Voor alle vier onderzoeksthema’s werden tekortkomingen met betrekking tot de
borging van de brandveiligheid op langere termijn geconstateerd. Inrichtingen
evalueren hun brandveiligheidsbeleid vaak onvoldoende en bij een aantal
inrichtingen is er geen goede controle op de naleving van de
gebruiksvoorschriften. Ook worden justitiabelen soms onvoldoende geïnformeerd
over brandveiligheid en kunnen ze niet overal deelnemen aan oefeningen.
Aanbevelingen
• Zorg voor een betere analyse van risico’s van (het gebruik van) een
gebouw en de afstemming van de BHV-organisatie daarop.De risico-inventarisatie en –evaluatie bevat een heldere, volledige beschrijving
van alle relevante arbeidsrisico’s. Het BHV-plan en de BHV-organisatie moeten
zijn afgestemd op die risico’s.
• Zorg voor een groter bewustzijn over de risico’s van teveel persoonlijke
goederen binnen de beperkte verblijfruimte van een justitiabele,
inclusief eenduidigheid over de handhaving daarvan.Duidelijk, uniform beleid ten aanzien de inrichting van cellen, voorlichting over
de brandveiligheidsrisico’s aan justitiabelen inclusief betrokkenheid van hen bij
oefeningen, consequent periodiek toezicht en zo nodig handhaving kunnen
onveilige situaties helpen voorkomen.
• Maak duidelijke en eenduidige afspraken met de brandweer over
opkomsttijden en taakuitvoering bij optreden binnen een inrichting.De BHV-organisatie moet bekend zijn met de werkelijke opkomsttijd van de
brandweer, zodat men weet hoe lang men zelfstandig hulp moet verlenen bij
een incident. Ook zijn duidelijke afspraken met de brandweer belangrijk over
wie welke taken verricht.
• Permanente aandacht voor de borging van het brandveiligheidsconcept
is noodzakelijk om de brandveiligheid ook voor de toekomst te
verzekeren.Zorg voor een goede borging van alle aspecten van het brandveiligheidsconcept
van de inrichtingen. Het is daarbij van belang dat de verantwoordelijkheden ten
aanzien van die borging duidelijk zijn belegd. Heldere procedures, evaluatie en
zo nodig bijstelling van brandveiligheidsbeleid spelen een belangrijke rol evenals
een goede nazorg bij onderhoudswerkzaamheden.
Na afronding van alle verbeteringsmaatregelen en het opvolgen van de
aanbevelingen kunnen de particuliere justitiële inrichtingen in zijn algemeenheid als
brandveilig worden aangemerkt, hoewel 100% zekerheid op het gebied van de
brandveiligheid niet bestaat. Of de inrichtingen ook in de toekomst voldoende
brandveilig zullen zijn, hangt vooral af van adequate maatregelen ten aanzien van
zowel de bouwkundige als organisatorische borging van de brandveiligheid.
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2013/01/15/inspectierapport-brandveiligheid-van-particuliere-justitiele-inrichtingen.html