http://www.nrc.nl/binnenland/article354233.eceGewoon gezellig vechten bij ADO Den Haag
Zeventig Ajax-supporters gingen voor de lol naar ADO Den Haag. Van een geregisseerde actie om het clubhonk aan te vallen, was geen sprake, zeggen ze.
Door onze redacteur Derk Stokmans
Archief:
• Meer binnenlands nieuws
Den Haag, 20 juni. Hij dacht echt dat hij voor de gezelligheid naar Den Haag ging, mompelt Edinho N. Dus stapte hij na afloop van een cocktail-party in het Ajax-supportershome in de auto met de twee mannen die nu naast hem in het beklaagdenbankje van de rechtbank in Den Haag zitten. Rafael S. en Marlon S. hadden andere plannen. Zij wilden vechten met ADO Den Haag-supporters.
Op tien februari van dit jaar trokken zeventig mannen aan het eind van de dag vanuit Amsterdam richting het honk van ADO Den Haag bij het Zuiderpark stadion. Daar waren op dat moment tien mensen, het merendeel minderjarig, aan het kaarten en tafeltennissen. Twee van hen werden neergestoken, één nadat hij al bewusteloos op de grond lag. De rest werd volgens officier van justitie R. Steen belaagd met „honkbalknuppels, geslepen bezemstelen en afgezaagde golfclubs”. Het honk werd in brand gestoken met molotov-cocktails, enkele slachtoffers verklaarden dat ze ook met benzine overgoten waren.
Voor Rafael had het een droom moeten zijn die uitkwam. Tijdens de eerste wedstrijd die hij van Ajax bezocht zag hij een grote vechtpartij op de tribunes. „Ik vond het er mooi uitzien. Dat wilde ik ook een keertje meemaken.” Hij had wel vaker de confrontatie met andere supportersgroepen gezocht, maar „de politie zat er steeds tussen”.
Rafael is een van de zeventien verdachten die deze week terecht staan voor poging tot doodslag, brandstichting, zware mishandeling, wapenbezit, diefstal, vernielingen en lidmaatschap van een criminele organisatie.
Het lukte Rafael ook die dag niet om te vechten, zegt hij. Het honk binnenkomen was al lastig genoeg, want het was flink dringen bij de deur. Toen hij eenmaal binnen was, was het al zo rokerig dat hij bijna niets zag. Dus had hij een bierflesje tegen de muur kapot gegooid, een mobiele telefoon van de bar meegepikt, en was hij weer weggegaan.
Marlon S. vertelt een vergelijkbaar verhaal. Alleen was hij gezien met een stok in zijn handen. Klopt, zegt Marlon: „Ik heb een lat opgepakt om mij te verweren tegen iemand die mij wilde aanvallen.” Hij heeft enorme spijt, zegt Marlon. Natuurlijk ging hij om te vechten, maar hij had „nooit kunnen weten dat ze dit allemaal zouden kunnen aanrichten”.
Als zij het niet waren, wie dan wel, willen de rechters weten. Dat hebben de verdachten niet gezien. Het was rokerig, en eigenlijk kende ze al die andere mensen niet. „Dat houdt u met droge ogen zo vol? Ik vind het een beetje raar”, zegt een rechter. Zijn ze misschien bang om te getuigen? Nee, zeggen de verdachten, ze hebben gewoon niets gezien. Pas toen ze thuis teletekst lazen, begrepen ze wat er gebeurd was, zeggen ze.
Het is een probleem waar ook de officier van justitie mee kampt. Maar ondanks het feit dat van de verdachten niet precies is komen vast te staan wat ze gedaan hadden, dragen ze als deelnemers van de afgereisde groep volgens hem gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de brandstichting, de mishandeling van de aanwezige ADO-supporters en het steken van twee van hen.
Volgens de officier zijn de verdachten lid van een criminele organisatie met als doel vechten met supporters van andere voetbalclubs. Dat maakt hij bijvoorbeeld op uit de chatgesprekken die werden gevoerd om de overval mogelijk te maken, de bevelen die leiders van de groep zouden hebben gegeven om „breed te lopen, niet weg te lopen, bij elkaar te lopen en stil te zijn”, de hiërarchie binnen de groep. De brandstichting zou bedoeld zijn geweest om bewijsmateriaal te vernietigen.
De advocaten wilden er niets van weten. Volgens de advocaat van Rafael, C. Emeis, is zijn cliënt zeker niet verantwoordelijk voor de „excessen” die bij de overval plaatsvonden. Die waren op geen enkele wijze te voorzien, en Rafael had geen tijd om zich ervan te distantiëren. „Ook voor Ajax-supporters was het een chaotische situatie, waarin niemand tijd had om adequaat te reageren. Zijn cliënt is niet bang voor een „potje vechten”, maar daar blijft het ook bij. „Het gaat eigenlijk om hele gewone jongens die aanhanger zijn van een voetbalclub.”
Uitspraak over twee weken.