Arbeidstijdenbesluit Brandweer 1 Juni definitief

Auteur Topic: Arbeidstijdenbesluit Brandweer 1 Juni definitief  (gelezen 71929 keer)

0 gebruikers (en 2 gasten bekijken dit topic.

Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #10 Gepost op: 12 maart 2006, 01:31:43
VNG wist al sinds 2003 van de problemen..... Waarom hebben ze er niet naar toe gewerkt dat ze nu voldoende manschappen / geld hebben ipv er onder uit te komen door de regelgeving proberen te laten veranderen???  :-X

Zie: http://www.europadecentraal.nl/emc.asp?pageId=299 (linken naar de brief op de webpagina)

Eind november heeft de VNG een brief gezonden aan de Nederlandse delegaties in het Europees Parlement om ze te wijzen op de gevolgen van de uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak Jaeger (C-151/02). Deze uitspraak over de organisatie van arbeids- en rusttijden kan grote financiλle gevolgen hebben voor de gemeentelijke sector, met name voor de brandweer en ambulancediensten.

Jaeger-arrest
Het Europese Hof van Justitie heeft op 9 september 2003 een uitspraak gedaan in de zaak-Jaeger (C-151/02), over Richtlijn 93/104/EG, betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeids- en rusttijden. Het Hof heeft in deze uitspraak vastgesteld dat de door artsen aan wachtdiensten bestede tijd in zijn geheel als arbeidstijd moet worden aangemerkt als de fysieke aanwezigheid van de artsen in het gezondheidscentrum is vereist. Het Hof is van mening dat een nationale regeling van een lidstaat waarin een beschikbaarheidsdienst als rusttijd wordt aangemerkt strijdig is met Richtlijn 93/104/EG.

Gevolgen voor gemeenten
Bij de brandweer en de ambulancediensten leidt een volledige doorvertaling van het Jaeger-arrest naar de Nederlandse situatie tot omvangrijke problemen. Bij veel gemeentelijke brandweerkorpsen en ambulancediensten wordt gewerkt met zogenaamde aanwezigheidsdiensten, diensten waarbij personeel verplicht aanwezig is op de werkplek. Aanwezigheidsdiensten duren doorgaans langer dan de maximale arbeidstijd per dag zoals vastgelegd in de Arbeidstijdenwet. Binnen deze diensten wordt onderscheid gemaakt tussen normale ‘werkuren’ en uren waarin personeel slechts werkzaamheden verricht in geval van een oproep (‘aanwezigheidsuren’).
Het Nederlandse systeem van aanwezigheidsdiensten wordt mogelijk gemaakt door het Nederlandse Arbeidstijdenbesluit bij de Arbeidstijdenwet. Het Arbeidstijdenbesluit definieert ‘de tijd binnen een aanwezigheidsdienst waarop de arbeid van de werknemer zich uitsluitend beperkt tot verplichte aanwezigheid op de arbeidsplaats’, als rust. Deze bepaling is, volgens het arrest, in strijd met de Richtlijn 93/104/EG.

Om de roosters aan de eisen van het Jaeger-arrest aan te passen zouden extra arbeidskrachten bij de brandweer en de ambulances aangetrokken moet worden. Naar schatting zal het gaan om tussen de 500 en 800 extra arbeidskrachten bij de brandweer en 150 extra arbeidskrachten voor de ambulances. Gezien de krappe financiλle situatie waarin gemeenten op dit moment al verkeren, is dit, volgens de VNG, een onwenselijke situatie. Gezien deze praktische problemen, is de VNG van mening dat de Europese Richtlijn 93/104/EG dient te worden aangepast.

De Arbeidstijdenwet
Het ministerie van Sociale Zaken onderkent de onduidelijkheid die de Jaeger-uitspraak voor de Nederlandse situatie schept. Op dit moment beraadt het ministerie zich voor op de manier waarop het Jaeger-arrest moet worden toegepast en hoe de bestaande regelgeving voor aanwezigheidsdiensten in overeenstemming met het Europees recht gebracht kan worden. Dit heeft minister van Sociale Zaken De Geus aangekondigd in zijn brief aan de Tweede Kamer van 18 december 2003 over de voorgenomen vereenvoudiging van de Arbeidstijdenwet.

De nieuwe Arbeidstijdenwet moet volgens het kabinet slechts een beperkte hoeveelheid basisregels bevatten en meer ruimte bieden aan werkgevers en werknemers om afspraken te maken over arbeids- en rusttijden. Bijzondere diensten zouden bijvoorbeeld alleen kunnen worden opgelegd wanneer dit bij CAO of individuele overeenkomst is afgesproken en de aard van arbeid of de bedrijfsomstandigheden dit noodzakelijk maken.

Voor meer informatie zie het persbericht van het ministerie van SZW  en het kabinetsstandpunt vereenvoudiging Arbeidstijdenwet.

Bron: Brief van de VNG aan de Nederlandse delegaties in het Europees Parlement.


Henk

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,891
Reactie #11 Gepost op: 12 maart 2006, 12:29:25
Als ik het goed begrijp veranderd er dus in de praktijk niets, behalve dan dat naast de CAO allemaal individuele contractjes worden gemaakt die gebruik maken van een maas in de regeling (de opt out), bedoelt voor incidentele situaties.

Henk


Hotdog

  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 276
Reactie #12 Gepost op: 12 maart 2006, 14:47:26
Als ik het goed begrijp veranderd er dus in de praktijk niets, behalve dan dat naast de CAO allemaal individuele contractjes worden gemaakt die gebruik maken van een maas in de regeling (de opt out), bedoelt voor incidentele situaties.

Henk
Denk dat er juist heel veel gaat veranderen en dat er maar weinig mensen zullen zijn die de opt-out tekenen. Als je tekent (als beroeps) geef je toe aan het feit dat je te weinig krijgt betaald. Het is namelijk hetzelfde als wanneer je met een normale 9 tot 5 baan zoiets tekent. Je gaat dan bijv. een paar uur meer werken voor hetzelfde geld. Raar maar waar.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #13 Gepost op: 12 maart 2006, 14:49:32
Denk dat er juist heel veel gaat veranderen en dat er maar weinig mensen zullen zijn die de opt-out tekenen. Als je tekent (als beroeps) geef je toe aan het feit dat je te weinig krijgt betaald. Het is namelijk hetzelfde als wanneer je met een normale 9 tot 5 baan zoiets tekent. Je gaat dan bijv. een paar uur meer werken voor hetzelfde geld. Raar maar waar.

Misschien kan je even neer zetten hoeveel uur jullie (nu al) 'gratis' werken voor de baas.....  ;)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #14 Gepost op: 12 maart 2006, 16:57:16
Een bericht van vorig jaar:

http://www.vng.nl/smartsite.dws?ID=49511

20.09.2005  

Op 9 september jl. heeft de rechter in Arnhem uitspraak gedaan in een kort geding van CNV Publieke Zaak tegen de RAV Gelderland Zuid. Door deze uitspraak neemt de onzekerheid over de juridische status van aanwezigheidsdiensten verder toe.
Hieronder geven wij:

    * een toelichting op de juridische ontwikkelingen rond aanwezigheidsdiensten;
    * de wijziging van de regelgeving;
    * de contouren van het nieuwe Arbeidstijdenbesluit;
    * wat moet er nu gebeuren;
    * en doen wij aanbevelingen waarop de gemeentelijke werkgevers hiermee kunnen omgaan.

< P>

Juridische ontwikkelingen
Bij de Nederlandse gemeenten draaien enkele duizenden werknemers aanwezigheidsdiensten. Het gaat om ruim 3000 medewerkers van de beroepsbrandweer, een onbekend aantal vrijwilligers bij de brandweer, en een onbekend aantal ambulancemedewerkers. Bij de beroepsbrandweer gaat het doorgaans om 24-uursdiensten, samen gemiddeld 54 uur per week. In sommige gemeenten draaien ook leden van de vrijwillige brandweer aanwezigheidsdiensten, meestal ’s nachts en in de weekenden. Bij de ambulances worden 24-uursdiensten of aanwezigheidsdiensten naast de gewone, ‘parate’ diensten gedraaid.

Deze diensten passen binnen de huidige Nederlandse wet- en regelgeving. De Arbeidstijdenwet kent een maximale arbeidsduur van 40 uur bij nachtwerk (een aanwezigheidsdienst beslaat doorgaans ook de nacht), maar het Arbeidstijdenbesluit definieert de tijd die doorgebracht wordt in een aanwezigheidsdienst en die zich beperkt tot verplichte aanwezigheid op de werkplek als rust. Hoewel het Arbeidstijdenbesluit wel grenzen stelt aan het aantal aanwezigheidsdiensten per week, mogen medewerkers in aanwezigheidsdiensten wel langere werkweken draaien dan werknemers met een meer traditioneel arbeidspatroon.

Door jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is deze bepaling in het Arbeidstijdenbesluit echter in strijd met het Europees recht. De Nederlandse wet- en regelgeving moet passen binnen de normen die zijn gesteld in de Europese richtlijn voor arbeidstijden (2003/88/EC). Deze richtlijn kent geen definitie van de aanwezigheidsdienst.
Het Hof van Justitie heeft daarom in het Jaeger-arrest van 2003 bepaald dat de aanwezigheidsdienst moet worden gezien als arbeidstijd, en dat de uren in een aanwezigheidsdienst volledig meetellen voor de maximale arbeidsduur. Nationale bepalingen die de aanwezigheid gelijk stellen met rust — en daar is het Arbeidstijdenbesluit er ιιn van — zijn volgens het Hof van Justitie in strijd met de richtlijn.

De maximale arbeidsduur volgens de Europese richtlijn is 48 uur.
In het kort geding van CNV Publieke Zaak oordeelde de rechter echter op 9 september jl. dat aangezien het Arbeidstijdenbesluit in zijn huidige vorm strijdig is met het Europees recht, alleen de Arbeidstijdenwet nog rechtskracht heeft. De Europese norm van 48 uur per week is immers (nog) niet vertaald in het Nederlandse recht. De rechter verklaarde daarom dat de maximale arbeidsduur van de Arbeidstijdenwet bij nachtwerk geldt: 40 uur per week.

Wijziging van de regelgeving
De Europese Commissie is al sinds het Jaeger-arrest van 2003 bezig met een herziening van de richtlijn voor arbeidstijden. De Europese Commissie heeft voorgesteld om in de richtlijn een definitie van de aanwezigheidsdienst op te nemen, en deze te definiλren als rust. Over deze nieuwe definitie bestaat binnen de Raad van Ministers brede overeenstemming. Ook is het urgente karakter van deze herziening bekend. De herziening van de richtlijn heeft echter aanzienlijke vertraging opgelopen doordat men het niet eens kan worden over andere aspecten van de richtlijn. De termijn waarop een akkoord over de herziening van de richtlijn kan worden bereikt is onbekend.

Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bereidt een tijdelijke wijziging van het Arbeidstijdenbesluit voor, waarmee het in overeenstemming wordt gebracht met het Jaeger-arrest. De wijziging is tijdelijk, omdat men verwacht dat op nog onbekende termijn de richtlijn wordt gewijzigd. Indien in de nieuwe richtlijn een definitie van de aanwezigheidsdienst wordt opgenomen, kunnen de bepalingen van het huidige Arbeidstijdenbesluit weer van kracht worden. Op de door het ministerie van SZW voorgestelde wijzigingen zullen we later ingaan.

De uitspraak van de rechter op 9 september jl. heeft gezorgd voor verdere onzekerheid over de geldende normen voor aanwezigheidsdiensten. De VNG pleit daarom bij het ministerie van SZW voor een zo snel mogelijke invoering van het nieuwe Arbeidstijdenbesluit. Verwacht wordt dat het nieuwe Arbeidstijdenbesluit op 1 januari 2006 van kracht kan worden.

Contouren van het nieuwe Arbeidstijdenbesluit
De ontwikkeling van het nieuwe Arbeidstijdenbesluit is nog niet afgerond, maar is in conceptvorm voorgelegd aan vertegenwoordigers van sectoren met aanwezigheidsdiensten. Het nieuwe Arbeidstijdenbesluit zal de volgende contouren hebben:
• nieuwe normen voor de maximale arbeidsduur bij aanwezigheidsdiensten, maximaal:
- 24 uur
- gemiddeld twee diensten per week
- gemiddeld 48 uur per week
• de mogelijkheid om per collectieve regeling afspraken te maken over de dagelijkse rust;
• een maatwerkregeling of ‘opt out’ regeling, op basis waarvan werknemers met aanwezigheidsdiensten individueel kunnen instemmen met een werkweek van langer dan 48 uur. De grenzen van de maatwerkregeling komen overeen met de grenzen van het huidige Arbeidstijdenbesluit: gemiddeld 60 uur per week. Voor brandweerpersoneel is het maximum aantal aanwezigheidsdiensten bij gebruik van de maatwerkregeling gemiddeld 2,4 per week. Gebruik van de maatwerkregeling is individueel: de medewerker moet er zelf mee instemmen; het kan dus niet per CAO worden afgesproken.

Wat moet er nu gebeuren?
Het vonnis van 9 september jl. is een uitspraak in kort geding. Wij raden u daarom aan om met besluiten over de roosters te wachten tot er een uitspraak gedaan is in de bodemprocedure of  tot het nieuwe Arbeidstijdenbesluit van kracht is geworden. Dit laatste zal waarschijnlijk op 1 januari 2006 gebeuren.

Uiteraard bestaat de kans dat medewerkers van andere diensten naar aanleiding van de uitspraak van 9 september gaan procederen tegen hun werkgever. De afgelopen jaren zijn er veel misverstanden geweest over de betekenis van de arresten van het Hof van Justitie. Een hardnekkig misverstand is dat de arresten betekenen dat uren van aanwezigheidsdienst moeten worden uitbetaald als volwaardige werkuren. Dat is niet het geval. De richtlijn en de Arbeidstijdenwet gaan over normen voor de gezondheid en veiligheid van werknemers, niet over de beloning. Afspraken over de beloning zijn voorbehouden aan de CAO-partijen. De richtlijn en de Arbeidstijdenwet stellen bepaalde normen ten aanzien van de maximale arbeidsduur. Ongeacht de manier waarop uren worden beloond, mogen deze uren niet de maximale arbeidsduur overschrijden. Dit is nog eens bevestigd in de uitspraak van 9 september jl. Procederen heeft daarom mogelijk het gevolg dat wordt bepaald dat men wettelijk gezien te veel uren werkt. De conclusie zal dan zijn dat men minder uren moet gaan werken, niιt dat men de te veel gewerkte uren krijgt uitbetaald.

Aanbevelingen gemeentelijke werkgevers
Aanpassing naar een 40-urige werkweek conform de uitspraak van 9 september jl. betekent hoogstwaarschijnlijk dat men met de huidige bezetting niet meer het gewenste niveau van paraatheid kan garanderen. Wordt toch gekozen voor zo’n aanpassing, dan geven wij u graag het volgende in overweging:

    * Met het werven van nieuwe krachten loopt u het risico dat deze na een verandering van de regelgeving weer overbodig worden. Waarschijnlijk geldt vanaf 1 januari 2006 de norm van de 48-urige werkweek (herziening Arbeidstijdenbesluit). Op termijn zal ook weer een langere werkweek dan 48 mogelijk worden (herziening Europese richtlijn).
    * Indien het niet mogelijk is om op korte termijn nieuwe krachten te werven, zullen uit het oogpunt van orde en veiligheid maatregelen moeten worden genomen om het huidige niveau van paraatheid te leveren. Een mogelijke oplossing is om medewerkers in dagdienst te plaatsen en ze voor de resterende uren de verplichting op te leggen zich beschikbaar te houden. De basis hiervoor wordt gegeven door de CAR-UWO, artikel 15:1:10 lid 2 onder c.
    * Totdat het nieuwe Arbeidstijdenbesluit van kracht is, is de maatwerkregeling niet van kracht. Er bestaat dus geen mogelijkheid om individueel af te wijken van de geldende maximale arbeidsduur.

Als het nieuwe Arbeidstijdenbesluit van kracht wordt, waarschijnlijk 1 januari 2006, zullen de roosters moeten worden aangepast. Hierbij is het volgende van belang:

    * De VNG en de NVBR verkennen op dit moment de mogelijkheden om de roosters op een kostenneutrale wijze aan te passen, op een dusdanige wijze dat ze voordeel opleveren voor zowel werkgevers als werknemers.
    * Wij raden u aan om zoveel mogelijk gebruik te maken van de maatwerkregeling. Dit vermindert de noodzaak om nieuw personeel te werven en op te leiden. Voor de werknemer levert het het voordeel op dat hij de arbeidsduur van de huidige aanstelling kan handhaven. De VNG ontwikkelt een modelovereenkomst voor de maatwerkregeling.
    * Uiteraard kunnen ook vrijwilligers de opt-out tekenen.  :-X :-X >:(


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #15 Gepost op: 12 maart 2006, 17:24:17
http://www.prikpagina.nl/read.php?f=10&i=52005&t=51974

Auteur: bor  (---.cable.casema.nl)
Datum:   12-03-2006 15:23

De regels gaan ook tellen voor vrijwilligers. Onze werkgevers, vertegenwoordigd in de VNG, snappen er echter niet veel van. Het is de overheid die beleid maakt, maar de gevolgen van hun eigen beleid willen ze niet begrijpen. Hoe bedoel je dom! Mijn voorstel om tot een opt-out toelage te komen wil ik als volgt argumenteren. Het belangrijkste gegeven blijft voor mij, dat de werkgever moet bekennen dat we ten onrechte uren maken en hebben gemaakt. Op welke manier dit uitbetaald gaat worden, via 48 uur werken of toelage, is onbelangrijk. Laat de werkgevers maar met een bod komen, dan kunnen we dat 13 april op tafel leggen. 1 juni nadert snel, afwachten is er niet meer voor ze bij! Als het bod van de werkgever hoog genoeg is, zullen we wel gek zijn om dit niet in overweging te nemen. Ik noem het dan de Fred-toelage. Inmiddels heeft P&O van de commandant opdracht gehad om deze zaak te gaan berekenen. Ik hoop voor 13 april een antwoord te krijgen. En nogmaals voor alle duidelijkheid, onder de huidige voorwaarden wordt er geen opt-out getekend. Welk voorstel er ook uitkomt, het gaat de werkgever geld kosten.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #16 Gepost op: 12 maart 2006, 20:22:41
http://www.prikpagina.nl/read.php?f=10&i=52009&t=51974

Auteur: Commissie Arbeidstijden Brandweer Nederland  (145.7.91.---)
Datum:   12-03-2006 18:56

Represief optreden telt gewoon als arbeidstijd tenzij de openbare orde in gevaar komt.
zie deze beschikking van het EU-Hof

Artikel 2 van richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989
betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van
de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers
op het werk, en artikel 1, lid 3, van richtlijn 93/104/EG van de
Raad van 23 november 1993 betreffende een aantal aspecten van de
organisatie van de arbeidstijd, moeten aldus worden uitgelegd dat:
— de werkzaamheden van de interventie-eenheden van een openbare
brandweer zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde is,
normalerwijze binnen de werkingssfeer van deze richtlijnen vallen,
zodat artikel 6, lid 2, van richtlijn 93/104 zich er in beginsel
tegen verzet dat de maximale wekelijkse arbeidstijd van 48 uur,
met inbegrip van de beschikbaarheidsdienst (wachtdienst), wordt
overschreden;

— een dergelijke overschrijding echter mogelijk is in uitzonderlijke
omstandigheden die dermate ernstig en van dermate grote omvang
zijn dat het doel van het verzekeren van de goede werking van de
diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van openbare
belangen, zoals de openbare orde en veiligheid en de volksgezondheid,
tijdelijk voorrang krijgt boven het doel van het waarborgen
van de veiligheid en de gezondheid van de bij de interventie- en
reddingseenheden aangestelde werknemers; echter zelfs in een
dergelijke uitzonderlijke situatie moeten de doelen van richtlijn
89/391 zo veel mogelijk worden verwezenlijkt.
(1) PB C 94 van 17.04.2004.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #17 Gepost op: 13 maart 2006, 17:58:16
Als je dus je houdt aan de arbeidstijden en niet tekent voor de OPT-out ga je in loon gekort worden!!!.... :-X :-X :-X Heet zoiets niet DOORDRUKKEN tot je stikt....
Ik heb het gevoel dat binnenkort het FNV/CNV tegenover de VNG/gemeente staan bij de rechter.....  :-X :-X :-X

Hoe zit dat dan met de dagdienst.... als die collega in de zelfde schaal zit.... gaat de uitruk dan minder verdienen dan de dagdienst collega met 36 urige werkweek?
Wie kan me dat uitleggen??  ??? ??? ???

De ledenbrief van het VNG (voor een volledige versie klik op onderstaande link):
http://www.vng.nl/Documenten/vngdocumenten/Ledenbrief_MARZ-CvA-U200600297.pdf

Samenvatting
Op 1 juni 2006 gaat een wijziging van het Arbeidstijdenbesluit in. Deze wijziging heeft mogelijk gevolgen voor de roosters bij de brandweer en ambulancediensten. Het gaat om een beperking van de maximale arbeidsduur per week voor werknemers die in aanwezigheidsdiensten werken. Daarnaast wordt het mogelijk gemaakt voor individuele werknemers om te kiezen voor een langere werkweek. Bij brandweerkorpsen met een 24-uursdienst kunnen de huidige roosters slechts worden voortgezet indien de werknemers individueel instemmen met een langere werkweek.

In deze brief wordt u op de hoogte gebracht van de wijziging van het Arbeidstijdenbesluit en de gevolgen ervan voor verschillende categorieλn van gemeentelijk personeel. We bespreken enkele mogelijke oplossingsrichtingen voor de gemeentelijke werkgever.

De brief bevat als bijlage een model-maatwerkregeling waarmee werknemers kunnen instemmen met een langere werkweek. De bijlage bevat daarnaast informatie voor de werknemers over deze maatwerkregeling.

(...)

1.2 Vrijwillige brandweer
Een lid van de vrijwillige brandweer dat naast de brandweer elders een voltijd betrekking heeft,
overschrijdt bij het draaien van aanwezigheidsdiensten snel het maximum van 48 uur. Omdat
deelname aan de brandweer voor hen al van nature vrijwillig is, zijn zij echter over het algemeen
bereid aan de maatwerkregeling deel te nemen.
??? ???

(...)

2.1 Voortzetting van de huidige roosters: de maatwerkregeling
De regering vindt het van groot belang dat in sectoren waar men gebruikmaakt van
aanwezigheidsdiensten, de bestaande praktijk zo veel mogelijk kan worden gecontinueerd. De
wetswijziging is hierop aangepast. De meest voor de hand liggende en eenvoudigste oplossing is
daarom het voortzetten van de huidige roosters met gemiddeld 54 uur per week door gebruik van de
maatwerkregeling. Uit overleg met het veld blijkt, dat veel korpsen vooralsnog voor deze variant
kiezen en dat ze de kans van slagen redelijk hoog schatten. Dit om twee redenen.
Ten eerste zullen werknemers die met een 54-urige werkweek instemmen, het bijbehorende salaris
blijven verdienen. Werknemers die niet deelnemen aan de maatwerkregeling, kunnen slechts 48 uur
per week draaien. De beloning wordt dan afgestemd op het daadwerkelijke aantal gedraaide werk-,
wacht en slaapuren, met de respectieve beloningsfactoren zoals vastgesteld in de lokale rechtspositie.
Ten tweede kunnen de huidige roosters rekenen op een hoge waardering van het personeel, vanwege
de aanzienlijke vrije tijd tussen diensten en de grote regelmaat, waardoor het (vakantie)verlof lang van
tevoren is te plannen.
De maatwerkregeling is individueel. Iedere medewerker dient schriftelijk in te stemmen met een
arbeidstijd van gemiddeld meer dan 48 uur per week. Als een medewerker niet instemt met de
maatwerkregeling, dan blijft voor hem de algemene regeling voor aanwezigheidsdiensten, zoals
neergelegd in artikel 4:8:1 Arbeidstijdenbesluit, gelden. Zijn arbeidstijd bedraagt dan maximaal
gemiddeld 48 uur per week. In de nota van toelichting wordt expliciet vermeld dat een weigering om
mee te werken aan de maatwerkregeling niet kan leiden tot een eenzijdig ontslag. ‘De werkgever die
de weigering om aan de opt-out mee te werken als grond aanvoert voor opzegging van de
arbeidsovereenkomst, zal daarom bij voorgenomen ontslag niet kunnen rekenen op instemming van de
Centrale organisatie werk en inkomen of de rechter’, aldus de nota van toelichting.
Het niet meewerken aan de maatwerkregeling heeft wel andere gevolgen. De medewerker die hiervoor
kiest, hoeft wekelijks 6 uur minder (afhankelijk van de lokale situatie) te werken dan voorheen en
heeft in vergelijking met medewerkers die wel ingestemd hebben met de maatwerkregeling een lager
aantal arbeidsuren per week. Een volledige betrekking van beroepsbrandweerpersoneel in 24-
uursdienst is gebaseerd op 54 aanwezigheidsuren per week. Wanneer dit aantal teruggebracht wordt
naar 48 uur per week, wordt de formele arbeidsduur per week daarop aangepast. Aanpassing van de
formele arbeidsduur heeft ook gevolgen voor de bezoldiging.

Ook als gekozen wordt voor voortzetting van de huidige roosters, moeten werknemers die niet
deelnemen aan de maatwerkregeling een alternatief rooster aangeboden krijgen. Dat kan een rooster
met aanwezigheidsdiensten van wekelijks maximaal 48 uur zijn of andere roosters, zoals plaatsing in
dagdienst.
Het individuele karakter van de maatwerkregeling betekent, dat deelname van de werknemers niet met
de vakbonden of de ondernemingsraad kan worden overeengekomen. Voordeel van de
maatwerkregeling is, dat de roosters op een kostenneutrale wijze voortgezet kunnen worden: voor
iedere werknemer die deelneemt aan de maatwerkregeling, hoeft men geen extra personeel te werven.
Het nadeel is, dat instemming met de maatwerkregeling telkens voor een halfjaar wordt gegeven. Dit
leidt tot onzekerheid over de bezetting op lange termijn.

(...)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #18 Gepost op: 13 maart 2006, 17:58:29
VERVOLG


2.3 Conclusie CvA
Het CvA heeft geconstateerd dat de gemeenten met een beroepskorps met 24-uursdienst vooralsnog de
voorkeur geven aan verschillende oplossingen. De meeste gemeenten lijken voorkeur te geven aan
handhaving van de huidige roosters op basis van de maatwerkregeling. Het CvA concludeert daarom
dat sectorale onderhandelingen over een andere oplossing op dit moment niet gewenst zijn.
Belangrijke overwegingen daarbij zijn dat:
&#1048592; de richtlijn op enig moment wordt aangepast, waarna de huidige roosters waarschijnlijk weer
onverkort kunnen worden voortgezet;
&#1048592; de wijziging van het Arbeidstijdenbesluit een aanpassing is aan Europese regelgeving en
jurisprudentie, zodat het kabinet niet op voorhand verantwoordelijk kan worden gesteld voor
eventuele extra kosten;
&#1048592; het gebruik van de maatwerkregeling de meeste kans biedt op een kostenneutrale oplossing;
&#1048592; er geen sectorale afspraken kunnen worden gemaakt over een rooster van 54 uur per week. Een
werkweek van meer dan 48 uur blijft afhankelijk van individuele instemming.

Hierbij dient te worden gerealiseerd, dat door aanhoudende foute berichtgeving in de pers bij veel
werknemers de verkeerde indruk is ontstaan, dat aanwezigheiddiensten in de toekomst hoger beloond
moeten worden. Mogelijk wordt door de werknemers druk uitgeoefend om overeenkomsten te sluiten
waarbij het personeel meer gaat verdienen, of minder gaat werken voor hetzelfde loon. Belangrijk is
om te communiceren dat noch het Jaeger-arrest noch de richtlijn over de beloning van
aanwezigheidsdiensten gaan (zie paragraaf 4.1), en dat met de wijziging van het Arbeidstijdenbesluit
dan ook niet wordt beoogd om deze beloning aan te passen. Het succes van de maatwerkregeling
hangt dus voor een belangrijk deel af van de mate waarin u als werkgever de voor- en nadelen van
deelname aan de maatwerkregeling duidelijk communiceert.


(...)

3.3 Rechtspositionele bepalingen voor aanwezigheidsdiensten
3.3.1 Brandweerpersoneel
De rechtspositionele aspecten van de aanwezigheidsdienst zijn voor beroepsbrandweerpersoneel lokaal
geregeld. Wel heeft de VNG in de jaren tachtig richtlijnen opgesteld voor de inroostering en beloning
van de 24-uursdienst. De meeste gemeenten met 24-uursdiensten hebben hun rechtspositie van
brandweerpersoneel gebaseerd op deze richtlijnen. De richtlijnen gaan over de verdeling van wacht-,
waak- en slaapuren, de beloning van deze verschillende soorten uren, en de toelage onregelmatige
dienst.
Volgens de richtlijnen bestaat een doordeweekse 24-uursdienst uit 8 werkuren, 8 wachturen en 8
slaapuren; een 24-uursdienst op zaterdag uit 4 werkuren, 12 wachturen en 8 slaapuren; en op zondag
uit 2 werkuren, 14 wachturen en 8 slaapuren. De wachturen worden beloond met een factor 0,5 en de
slaapuren met een factor 0,25. Beroepsbrandweerpersoneel krijgt een vaste toelage onregelmatige
dienst (TOD) gebaseerd op het aantal wacht- en slaapuren op de kazerne en het gemiddelde aantal
uitrukken in die uren.

(...)

Leden van de vrijwillige brandweer hebben vaak naast de brandweer een hoofdbetrekking bij een
andere werkgever. De uren bij de hoofdwerkgever en de brandweer tellen beiden mee voor de
berekening van de maximale arbeidsduur. Echter, de registratie van leden van de vrijwillige brandweer
die deelnemen aan de maatwerkregeling, vindt alleen plaats bij de werkgever waar de
aanwezigheidsdiensten worden gedraaid, in de meeste gevallen dus bij de brandweer.

(...)

6.1.7 Leidinggevenden
De Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit gelden niet voor werknemers die uitsluitend of in
hoofdzaak leiding geven en een inkomen hebben van minstens tweemaal het brutominimumloon en de
minimum vakantiebijslag (Arbeidstijdenbesluit, artikel 2.1:5 en 2.1:6)
. Deze worden halfjaarlijks
vastgesteld volgens de Wet minimumloon en minimum vakantiebijslag Op dit moment is het
brutominimumloon bij een volledig dienstverband € 1272,60 per maand, vermeerderd met 8%
vakantiebijslag jaarlijks € 16.493. Het bedrag wordt afgerond op een veelvoud van € 50, waarbij het
restbedrag van € 25 wordt afgerond naar boven. Het afgeronde bedrag van € 16.500 wordt vervolgens
met twee vermenigvuldigd en komt daarmee op € 33.000.
Een werknemer met een leidinggevende positie die jaarlijks bruto € 33.000 verdient (inclusief
vakantiebijslag), valt dus ook niet onder de beperkingen voor aanwezigheidsdiensten. Onder het loon
vallen volgens de Wet minimumloon het salaris en toeslagen (bijvoorbeeld de toelage onregelmatige
dienst). Overwerk, eindejaarsuitkering en onkostenvergoedingen vallen er niet onder.

(...)

6.2.6 Compensatie rusttijd
In het oude Arbeidstijdenbesluit gold een gedeelte van de aanwezigheidsdienst als rust. Aangezien dat
nu niet meer het geval is, moet de minimale dagelijkse of wekelijkse rusttijd uit artikelen 3 en 5 van de
richtlijn op een ander tijdstip worden gecompenseerd. Hoe dit gebeurt, wordt geregeld per collectieve
regeling (artikel 4.8:1 lid 4). Indien hierover geen afspraken zijn gemaakt, is de zogenaamde
vangnetbepaling van toepassing (artikel 4.8:1 lid 5).
&#1048592; De werknemer heeft in elke periode van zeven maal 24 uur een rusttijd van ten minste 90 uur.
&#1048592; Van deze 90 uur is er ιιn onafgebroken rustperiode van 24 uur en zes maal een onafgebroken
rustperiode van 11 uur.
&#1048592; Van deze zes rustperioden van 11 uur mag er ιιn worden ingekort tot 10 uur en ιιn tot 8 uur.

(...)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #19 Gepost op: 13 maart 2006, 18:01:29
Uit de voorbeeld brief van het VNG:

http://www.vng.nl/Documenten/vngdocumenten/200600297-bijlage2.doc

Maatwerkregeling arbeidstijden brandweer


Inleiding
Per 1 juni 2006 wordt de arbeidstijdenwetgeving gewijzigd. Deze wetswijziging heeft gevolgen voor de brandweer. In deze brief informeren wij u over deze wijziging en leggen wij u de keuze voor om deel te nemen aan de maatwerkregeling die daar een onderdeel van is.

Achtergrond
Als gevolg van een aantal Europese rechterlijke uitspraken wordt de Nederlandse regelgeving over aanwezigheidsdiensten aangepast. In de huidige situatie is het zo, dat de uren in een aanwezigheidsdienst waarin gewacht of geslapen wordt, aangemerkt worden als rusttijd. Dit gaat veranderen. Alle uren die doorgebracht worden in een aanwezigheidsdienst zijn voortaan arbeidsuren in de zin van het Arbeidstijdenbesluit. Tegelijkertijd wordt het aantal uren dat wekelijks gewerkt mag worden, wanneer er aanwezigheidsdiensten worden verricht, uitgebreid naar 48.

Handhaving huidige praktijk
De regering vindt het van groot belang dat in sectoren waarin gebruikgemaakt wordt van aanwezigheidsdiensten – waaronder de brandweer – de bestaande praktijk zo veel mogelijk kan worden voortgezet. Daarom is in de wet een maatwerkregeling opgenomen. Deze maatwerkregeling maakt het mogelijk dat bij de brandweer de huidige roosters gehandhaafd blijven.

Maatwerkregeling
Er kan alleen van de maatwerkregel gebruik worden gemaakt wanneer u daarmee instemt. Wanneer u instemt, betekent dit dat uw huidige betrekkingsomvang ongewijzigd wordt voortgezet en dat uw huidige bezoldiging geen wijzing ondergaat. Als u niet instemt met de maatwerkregeling, wordt uw betrekkingsomvang zodanig aangepast dat u nog slechts maximaal 48 uur per week aanwezig bent op de werkplek. Omdat uw formele betrekkingsomvang wordt aangepast, zal ook uw bezoldiging worden bijgesteld.

Periode waarvoor de individuele afspraak geldt
Uw instemming met de maatwerkregeling geldt voor een periode van 26 weken en gaat in op 1 juni 2006. Na het verstrijken van deze periode wordt de overeenkomst telkens voor de duur van 26 weken stilzwijgend verlengd. Wanneer u op enig moment beslist dat u geen instemming meer wilt geven voor de maatwerkregeling, dan moet u dit uiterlijk zes weken voor het verstrijken van de termijn schriftelijk hebben gemeld bij het college van B en W. Na afloop van de lopende periode wordt uw betrekkingsomvang en uw bezoldiging aangepast en wordt u maximaal 48 uur per week ingeroosterd.
 
Individuele keuze kenbaar maken
Als bijlage bij deze brief ontvangt u een keuzeformulier. U wordt gevraagd dit formulier in te vullen en te ondertekenen, en binnen twee weken te retourneren aan de afdeling P&O van de gemeente.

--------------------------------------



Maatwerkregeling arbeidstijden bij de brandweer gemeente …….


Ondergetekende:

Naam            ……………………………………………………
Adres            ……………………………………………………
Functie            ……………………………………………………
Betrekkingsomvang      ……………………………………………………


Stemt ermee in dat zijn arbeidstijd meer dan 48 uur per week bedraagt.

Het volgende is van toepassing:

1.   Deze maatwerkregeling is een uitwerking van artikel 4:8:2 van het Arbeidstijdenbesluit.
2.   In elke periode van 26 achtereenvolgende weken kan de arbeidstijd ten hoogste gemiddeld 60 uren bedragen.
3.   De instemming van de medewerker heeft tot doel het bij het brandweerkorps gebruikelijke rooster te kunnen continueren. De instemming strekt er niet toe de medewerker in vergelijking daarmee meer arbeidsuren per week op te dragen. Onder het gebruikelijke rooster wordt verstaan het rooster zoals dat gold in de periode van 26 weken voorafgaand aan de ingangsdatum van deze maatwerkregeling.
4.   De instemming is verleend voor een periode van 26 weken, ingaande 1 juni 2006, en wordt telkens stilzwijgend verlengd voor de duur van 26 weken, tenzij de medewerker uiterlijk 6 weken voor het verstrijken van een periode het college schriftelijk heeft meegedeeld zijn instemming in te trekken.
5.   De bezoldiging inclusief toelagen wordt als gevolg van deze maatwerkregeling niet gewijzigd.
6.   Indien de medewerker geen aanwezigheidsdiensten meer verricht, vervalt deze maatwerkregeling.




Datum            ……………………………………………….…

Plaats            ……………………………………………….…

Handtekening         ……………………………………………….