Een 48 jarige man heeft op 29 juni 2012, om 3.10 uur, een e-mailbericht gestuurd naar het e-mailadres de huisartspraktijk met navolgende inhoud:
“Wij, woonachtig aan de ......xx......
Tel: 0.. - .......
E-mail adres: .......xx......@......xx......
willen graag de volgende personen aanmelden voor uw praktijk:
(Naam van de man)
Met vriendelijke groeten,
(Naam van de man)”
Diezelfde dag, om 8.42 uur, heeft de assistente van de huisarts aan de man een e-mailbericht verzonden waarin opgenomen is dat als deze man nog geen huisarts heeft in de woonplaats, hij van harte welkom is en hem verzocht telefonisch contact op te nemen met de praktijk.
Om 16.45 uur die dag nam deze man telefonisch contact op met de assistente van de huisarts. Zij maakte daarvan de volgende notitie:
“belt om ± 16:45 uur boos op dat hij
geen reactie op de mail heeft gekregen,
uitleg 1x per dag naar mail gekeken wordt.
wil arts aan de lijn, na uitleg hoe ’t
werkt binnen Z’naar andere HA te krijgen.
wil aar arts nu spreken, leg uit dat arts visite
aan t rijden is, vraag wat ik dan doe in prak
is ’t niet met beleid eens. wil komen.
komt maandag wel naar praktijk.
belt later terug, wil weer dat HA hem zo
terug belt, uitleg dat artsen niet zelf bellen
wenst de huisarts kanker toe. !!!!”
Op 2 juli zond de man een e-mailbericht naar de assistente van de huisarts waarin hij aangeeft een klacht te zullen indienen bij het Tuchtcollege. Op dezelfde dag verzond de huisarts een e-mailbericht aan de man, met navolgende inhoud, voor zover thans van belang:
“Geachte A,
De normale gang van zaken is dat iemand een afspraak maakt voor kennismaking om te kijken of er over en weer een basis is voor een prettige samenwerking. Het lijkt me dat het uitschelden van de assistente en het via de assistente mij de kankertyfus toewensen niet echt een basis legt voor een vertrouwensband.
Onze praktijk is in principe voor iedereen open, voor mensen in B en buiten B. Voor mensen die van arts binnen B willen wisselen is de praktijk ook open, maar dan zal er toch over en weer geïnventariseerd worden wat de verwachtingen zijn.
Uw gedrag legt voor mij geen basis voor een vertrouwensband. Ik verzoek u dan ook om u aan te melden bij een andere praktijk.”
In de daaropvolgende periode heeft de man, tot aan september 2012, 204 e-mailberichten verzonden naar het e-mailadres van de assistente van de huisartspraktijk met krenkende en bedreigende inhoud. De man heeft ook 4 berichten naar het privé e-mailadres van de huisarts verzonden met dreigende inhoud. Daarnaast heeft de man in augustus 2012 herhaaldelijk, meestal meerdere malen per dag, telefonisch contact opgenomen met de huisartspraktijk, waarbij de assistente van de huisarts onheus werd bejegend en klager scheldkanonnades uitte.
De huisarts heeft uiteindelijk op 12 september 2012 op verzoek van de politie aangifte gedaan van bedreiging met de dood door deze man. De man is aangehouden en in verzekering gesteld. De rechter-commissaris heeft een aantal dagen later de voorlopige hechtenis geschorst. Daarbij is onder meer de voorwaarde gesteld dat de man geen contact mag hebben met de (de praktijk van) de huisarts.
Op 8 oktober 2012 heeft het Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg een klacht ontvangen van deze man. De man verwijt dat de huisarts onrechtmatige eisen stelt. Daarnaast verwijt hij de huisarts dat hij, door het niet aangaan van een behandelingsovereenkomst door de huisarts, sinds juni 2012 verstoken is van zorg.
De huisarts voert aan dat de man telefonisch is bericht dat hij zich diende af te melden bij zijn oude huisarts en aan zijn huisarts moest melden dat hij naar de praktijk van haar ging overstappen. Uit het e-mailbericht van 8.42 uur op 29 juni 2012 van de assistente van de huisarts kan afgeleid worden dat de man alleen welkom zou zijn als hij nog geen huisarts in de woonplaats had. Dit misverstand is opgehelderd in het telefonisch gesprek met de assistente van de huisarts en later nogmaals in het e-mailbericht van 2 juli 2012 van de huisarts aan deze man. Patiënten die al een huisarts hebben in de woonplaats zijn welkom. Aan deze patiënten wordt wel gevraagd om zich bij hun oude huisarts af te melden en aan deze huisarts door te geven dat wordt overgestapt naar de praktijk van de nieuwe huisarts. Het afmelden bij de ‘oude’ huisarts kan overigens ook door middel van een bericht aan de assistente en hoeft niet per definitie in een gesprek. Deze afspraken zijn gemaakt om ervoor te zorgen dat de situatie voor alle betrokkenen helder is. De huisarts heeft op 2 juli 2012 aan de man kenbaar gemaakt dat naar haar mening onvoldoende basis bestond voor een vertrouwensband tussen haar en hem en hem om die reden verzocht zich aan te melden bij een andere praktijk.
Het Regionaal Tuchtcollege in Zwolle stelt dat de man zich op 29 juli 2012 onbehoorlijk heeft gedragen tijdens de telefoongesprekken met de assistente van de huisarts en zijn uitlatingen tijdens die gesprekken in de richting van de huisarts zijn beneden alle peil.
Het College is van oordeel dat niet gebleken is dat het advies van de huisarts aan de man om een andere praktijk te gaan zoeken onvoldoende was. Daarenboven is niet gebleken dat (de acute zorgverlening op basis van) de behandelovereenkomst tussen deze man en zijn ‘oude’ huisarts al was verbroken. Derhalve is niet gebleken dat de man, door het handelen van verweerster, (geruime tijd) verstoken is geweest van zorg.
Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van de man afgewezen.