Politie doorbreekt stilzwijgen naar buiten over schietincident Ondiephttp://www.politie.nl/nieuws/2012/december/8/03-politie-doorbreekt-stilzwijgen-naar-buiten-over-schietincident-ondiep.htmlLaatste update: 08-12-2012 | 09:08
Utrecht - Voor het eerst reageert de politie in het openbaar inhoudelijk op het schietincident in de wijk Ondiep in maart 2007. Daarbij stierf buurtbewoner Rinie Mulder door een politiekogel waarna grootschalige rellen uitbraken.
Directe aanleiding is een interview in het AD van 30 november jongstleden met de nabestaanden. De vragen en twijfels die in het interview worden opgeroepen, verdienen een reactie van de politie.
BegripVooropgesteld wil de Politie Utrecht begrip uitdrukken voor het verlies en het verdriet van de nabestaanden van Rinie Mulder. De politie begrijpt ook dat het voor nabestaanden zeer onbevredigend is als er voor hen nog vragen onbeantwoord zijn gebleven en niet alle gebeurtenissen volkomen helder zijn geworden.
Niet vooruitlopen op proceduresSinds deze gebeurtenis heeft de politie niet gereageerd op vragen van media en op publicaties. Dit had vooral te maken met het feit dat er lange gerechtelijke procedures liepen en de politie nooit vooruit heeft willen lopen op de uitkomst daarvan. Niet vanuit bezorgdheid over de uitkomst van rechterlijke toetsing, maar om de schijn van vooringenomenheid te vermijden. Ook wilde de politie uit respect voor de nabestaanden geen ‘strijd’ voeren via de media.
Onjuist beeldEr zijn twee redenen dat de politie nu wel wil reageren. De eerste reden is dat de recente publicatie in het AD een onjuist beeld schetst van de gebeurtenissen op 11 maart 2007, de uitkomsten van het onderzoek door de Rijksrecherche en de betekenis van de gerechtelijke uitspraken die op basis van dit onderzoek zijn gedaan. Dit beeld is beschadigend voor de politie en de betrokken agent.
Strafrechtelijk onderzoek voltooidEen andere reden is dat het strafrechtelijk onderzoek naar het handelen van de betrokken agent pas enkele maanden geleden tot in de hoogste instantie, het Europese Hof, is afgerond. Eerder oordeelde het Openbaar Ministerie dat sprake was van noodweer en besliste dat de betrokken agent niet werd vervolgd. De nabestaanden vochten deze beslissing aan bij het Gerechtshof Amsterdam en uiteindelijk het Europese Hof, maar die bevestigden dat het OM de juiste beslissing had genomen.
ZelfverdedigingDe nabestaanden hebben onder andere steeds in twijfel getrokken dat Rinie Mulder de agent met een mes aanviel. Een dergelijke situatie voltrekt zich in seconden. Uit het onderzoek is gebleken dat de agent geen kant meer op kon. Hij had zelfs geen tijd meer om van de motor af te stappen. Toen hij het mes zag, was Mulder al vlakbij. Er ontstond een situatie waarin hij zich moest verdedigen tegen een ogenblikkelijke aanval met een groot mes (zie verderop voor een uitgebreid overzicht van de feiten die zijn komen vast te staan in het onderzoek).
Andere opties?Over noodweer bestaan veel misverstanden. Kon de agent geen pepperspray gebruiken? Had hij niet op de benen kunnen richten? In deze situatie was er maar een optie: het vuurwapen. Pepperspray pakken en gebruiken kost meer tijd. De kans dat de agent onder deze omstandigheden tijdig Mulder zou kunnen hebben geraakt en gestopt, is verwaarloosbaar klein.
Geen gericht schotIn deze verdedigingssituatie is van gericht schieten geen sprake geweest. De agent moest wegduiken voor de aanstormende Mulder. Het enige wat je dan rest, is met het wapen het beoogde doel proberen ‘aan te wijzen’ en afdrukken. Zo wordt dit ook getraind.
J
uiste beslissingDistrictschef Johan van Renswoude van het district Utrecht stad: "Een dergelijke gebeurtenis is voor politiemensen een nachtmerrie. Maar iedere diender weet ook dat hij of zij beroepshalve in dit soort situaties terecht kan komen en dan in fracties van seconden moet reageren. Ga er maar aanstaan. In dit geval is door de agent volkomen juist gereageerd met een noodlottig gevolg dat niemand – en hij al helemaal niet – wilde. Toch was zijn beslissing juist. Dat vind ik als zijn leidinggevende. Belangrijker nog, dat was het oordeel van de rechter."
Overzicht van de vastgestelde feitenHieronder volgt een overzicht van de feiten zoals die zijn komen vast te staan tijdens het onderzoek door de Rijksrecherche. Het Openbaar Ministerie heeft op basis van het onderzoek van de Rijksrecherche, mede gelet op het oordeel van de Adviescommissie Politieel Vuurwapengebruik, geoordeeld dat hier sprake was van noodweer. In een zogenoemde artikel 12-procedure die de nabestaanden hebben aangespannen, heeft het Gerechtshof Amsterdam geconcludeerd dat dit een juiste beslissing was. Het Hof stelt dat dit gebaseerd is op onafhankelijk en uitgebreid onderzoek van de Rijksrecherche. Dit oordeel van het Gerechtshof is inmiddels ook getoetst door de Europese rechter.
Aanval met mesIn het onderzoek van de Rijksrecherche is vastgesteld dat Mulder met een mes van circa 30 cm op de motoragent afrende. Dit is niet alleen gezien door de agent die het schot heeft gelost, maar ook door zijn collega die zich op korte afstand van hem bevond, eveneens op de motor. Getuigen hebben Mulder kort voor de aanval met een mes zien lopen.
De tweede agent zag Mulder met het geheven mes op zijn collega afrennen, trok ook zijn vuurwapen maar heeft dat niet meer hoeven gebruiken. Op de plaats van het incident werd het mes door andere politieagenten naast Mulder op de grond aangetroffen. Een van de agenten heeft dit mes een eindje weggetrapt omdat hij direct begon met het reanimeren van Mulder. Het mes is in beslag genomen en op dit mes is door het Nederlands Forensisch Instituut DNA van Mulder aangetroffen.
De eerste motoragent zag Mulder met bebloed hoofd en scheldend over straat lopen. Hij meende dat Mulder hulp nodig had en stopte even verderop om zijn motor weg te zetten. Op dat moment was Mulder hem al rennend tot een afstand van ongeveer zes meter genaderd. Pas op dat moment zag hij de wijd opengesperde ogen en het hoog opgeheven mes in de rechterhand van Mulder.
De agent heeft naar Mulder geschreeuwd te stoppen en het mes te laten vallen, zag dat Mulder niet reageerde. Hij trok zijn vuurwapen en loste – nog zittend op zijn motor en wegbuigend voor Mulder - een schot. Het Nederlands Forensisch Instituut heeft op basis van sporen vastgesteld dat Mulder zich op dat moment op 50 centimeter tot 150 centimeter afstand van het vuurwapen bevond.
Contact met nabestaandenDe politie is contact met de nabestaanden nooit uit de weg gegaan. Direct na het incident nu vijfenhalf jaar geleden is dat contact er ook geweest. De gerechtelijke procedures die sindsdien hebben gelopen, bemoeilijkten het voortzetten van contacten. Enkele maanden geleden heeft de politie op verzoek van de familie Mulder weer geprobeerd contact te leggen. Dit heeft nog niet geresulteerd in daadwerkelijke gesprekken. De bereidheid aan politiezijde blijft bestaan om in gesprek te komen.