Verbinding is sterkste wapen tegen jihadismehttp://www.politie.nl/nieuws/2015/januari/15/verbinding-is-sterkste-wapen-tegen-jihadisme.htmlLaatste update: 15-01-2015 | 15:14
Den Haag - Parijs heeft diepe indruk gemaakt. Ook op de korpsleiding, vertelt plaatsvervangend korpschef Ruud Bik. Agenten, vakbonden, politici en media vragen zich af of de politie naar behoren is uitgerust tegen excessief geweld. Ruud Bik licht het standpunt van de korpsleiding toe.’Wie er als een tank uitziet, maakt geen contact met de wijk.’ En juist dat contact in de wijk is van groot belang in de aanpak van gewelddadig jihadisme.
Is de korpsleiding voldoende doordrongen van de onrust onder medewerkers?‘Natuurlijk kennen wij de zorgen van politiemensen en niet te vergeten hun thuisfront. Wij volgen ook alle interne reacties en discussies over weerbaarheid en bewapening. Dat zulke schokkende beelden heftige emoties oproepen, vind ik volstrekt menselijk. Ook dat de gebeurtenissen collega’s onzeker maken. Essentieel is dat wij met medewerkers, medezeggenschap en bonden in gesprek blijven hierover.’
In hoeverre is de strijd tegen deze terreur een politietaak?‘Het gewelddadige jihadisme bedreigt de verworvenheden en grondbeginselen van onze rechtsorde, die gebaseerd is op eerbiediging van ieders fundamentele rechten en wederzijds respect. Niemand mag de vrijheden van de democratische rechtsstaat misbruiken om het voortbestaan ervan te ondermijnen. De politie waakt over de waarden van onze rechtsstaat. Ongeacht afkomst, gezindte of mening kan iedere burger altijd op onze hulp rekenen. Het jihadisme wil met geweld anderen een mening opleggen. Het is een politietaak om daartegen op te treden.’
Beschikt de politie daartoe over voldoende middelen?‘Dat zo’n aanslag hier gebeurt, valt natuurlijk niet uit te sluiten. Het belangrijkste middel voor bestrijding van welk terrorisme dan ook is een optimale informatiepositie. Juist daarin vind ik ons korps zo sterk. Wij komen overal, in elke buurt. Daarom is het essentieel dat de wijkagent in de wijk blijft en zich primair bezighoudt met wat daar speelt. Verbinding is het sterkste wapen tegen gewelddadig jihadisme. Daarmee kunnen wij veel ellende en gevaar voorkomen. Zowel voor burgers als politiemedewerkers. Vanzelfsprekend vragen ook de uitrusting en training van onze mensen aandacht. Met als uitgangspunt: beide moeten passen bij het werk dat je doet. Wie er als een tank uitziet, maakt geen contact met de wijk. De gehele basispolitiezorg optuigen met zwaardere wapens en veel extra training om deze te leren hanteren, is wat mij betreft dan ook niet de juiste oplossing. Het omgaan met zware wapens is een specialisme. Veel belangrijker is voldoende aandacht voor gericht trainen op dit soort situaties. Wanneer treed je wel of juist niet op en hoe? Zeker met het oog op de eigen veiligheid. Verder dienen wij te regelen dat specialistische eenheden bij zulke noodgevallen zo snel mogelijk ter plaatse zijn. Daar moeten we stevig op inzetten. Uiteraard blijven wij ook hierover met medewerkers, medezeggenschap en bonden in gesprek. Praktische oplossingen zijn natuurlijk altijd welkom.’
Welke maatregelen neemt de politie momenteel?‘Op alle niveaus staat de politie permanent in contact met relevante personen en organisaties. Wijkagenten zijn daarbij essentieel, want zij dringen door tot de haarvaten van de samenleving en weten wat er speelt. Nu wij één korps zijn, kan de politie razendsnel opschalen en medewerkers inzetten waar zij nodig en nuttig zijn. De Nationale Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden (NSGBO) is voorbereid om landelijke en eventueel internationale maatregelen te coördineren. Binnen alle politie-eenheden verricht een Staf Grootschalig en Bijzonder Optreden soortgelijke taken, in nauwe samenhang met de NSGBO. In contraterrorisme en extremisme gespecialiseerde rechercheteams draaien volop terreurgerelateerde onderzoeken, bijvoorbeeld naar jihadgang. Wij zetten onze expertise gericht in op personen die onze democratie willen ondermijnen. Daarbij volgen wij eveneens de sociale media op de voet. Ook het nog actiever terugdringen van illegale wapenhandel behoort de maatregelen die wij nemen.’
In hoeverre ondersteunt dit de politiemedewerker op straat?‘Voor normaal politiewerk beschikken wij over afdoende middelen. Voor excessen zoals in Parijs staan dag en nacht overal in het land aanhoudings- en ondersteuningseenheden paraat, die eventueel samen met de Dienst Speciale Interventies direct ingrijpen. Zij zijn getraind en voorbereid op de meest extreme vormen van geweld. Deze specialisten kunnen de taken bij escalatie buitengewoon snel overnemen en zij beschikken over de meest moderne middelen, die ook een aanval met machinegeweren kunnen weerstaan. Agenten staan er dus zeker niet alleen voor. Daarnaast vereisen de huidige omstandigheden extra bewaking van gebouwen en personen. Dat kost de nodige inzet. Ik wil niet dat wijkagenten hiervoor ingezet worden. Zij horen juist nu in de wijk te zijn. Daarom zijn er al stappen gezet om de Koninklijke Marechaussee bijstand te laten verlenen voor het uitvoeren van deze taken.’
Leert de politie van Parijs?‘De docenten die onze Integrale Beroepsvaardighedentraining (IBT) verzorgen, gebruiken deze aanslag al als praktijkvoorbeeld. Ook op andere manieren bereiden zij collega’s erop voor. Zo besteden docenten al geruime tijd aandacht aan thema's als alertheid en bewustzijn om verdachte situaties te herkennen en verdachte personen veilig te benaderen. Wel streven wij na om de trainingen nog directer aan te laten sluiten op de feitelijke politietaken. Wij laten docenten het leren op de werkplek en in concrete gevaarsituaties ondersteunen. Meer maatwerktraining dus. De politie voert daar dit jaar een nieuwe methodiek voor in. Daarbij verschuift het accent van de verplichting om de vereiste toetsen te behalen naar het opdoen van ervaring. Toetsen mogen niet langer een doel op zich zijn. Wij willen met de trainingen op de eerste plaats werken aan veilig en verantwoord optreden. Onder alle omstandigheden waarin de samenleving een beroep op ons doet.’