Nog een aanvulling op bovenstaande:
HIGHLIGHTS UIT NEN2559 EN VERSCHILLEN MET DE OUDE NORM
de norm omvat voorschriften t.a.v. de veiligheid en deugdelijkheid van draagbare blustoestellen.
deze voorschriften betreffen niet alleen de technische aspecten, maar ook aandachtspunten voor de gebruiker, die zelf ook verantwoordelijkheid draagt.
de gebruiker dient namelijk “routinecontroles” uit te voeren.
de onderhouds- en revisievoorschriften in de norm dienen minimaal te worden uitgevoerd. Relevante instructies van de vergunninghouder prevaleren.
de defintie van “deskundig persoon” is bijgesteld. Een deskundig persoon moet namelijk in dienst zijn van of in contractverband werkzaam zijn bij een erkende onderneming of een erkende organisatie. Hij moet de nodige opleiding en ervaring bezitten (aantoonbaar voor een gecertificeerde examencommissie en bijscholing ééns in de vijf jaar), kunnen beschikken over de benodigde gereedschappen, informatie en handleidingen, speciale procedures van de vergunninghouders om het onderhoud conform de norm te kunnen uitvoeren.
”erkende onderneming” en “erkende organisatie”.
Onderneming of een organisatie (op niet-commerciële basis) die onderhoud en/of revisie
uitvoert en door een erkende toezichthoudende instantie (gecertificeerd conform EN 45004)
is gecertificeerd.
3 types onderhoud:
-jaarlijks onderhoud
-vijfjaarlijks uitgebreid onderhoud
-revisie na 10 jaar
Wat is daarbij nieuw ?
-bij jaarlijks onderhoud is het ledigen van nat- en schuimblusapparaten, niet langer voorgeschreven.
Voor poederblusapparaten was jaarlijks ledigen ook in de oude norm niet voorgeschreven,
behalve bij twijfel.
-het vijfjaarlijkse uitgebreid onderhoud met lediging van alle nat- en schuimblussers en vervanging
van de vulling. Het ledigen van poederblusapparaten alleen bij twijfel.
-revisie is nu uniform op 10 jaar gesteld.
In de oude norm werd een verschil gemaakt naargelang het type blusser:
* water/schuim: revisie na 5 jaar
* poeder: revisie na 10 jaar
* CO2 : revisie na 10 jaar
-beproeving drukhouder tijdens revisie.
In de oude norm:
- water/schuim na 5 jaar
- poeder: wanneer tijdens revisie (dus na 10 jaar) beschadiging/corrosie werd vastgesteld.
- CO2: conform voorschriften Stoomwezen d.w.z. na 10 jaar wanneer over de weg vervoerd.
In de nieuwe norm: - altijd drukproef van CO2- cilinder en CO2–patroon na 10 jaar.
- voor andere types alleen bij twijfel.
- afpersen slang en pistool blijft van kracht.
- het ledigen van alle brandblussers.
-nieuwe etiketten: éénduidig en herkenbaar. Normatief naar vorm, kleur, afmetingen wat het
voor controlerende instanties eenvoudiger moet maken. Nieuw etiket voor uitgebreid
onderhoud en revisie. Nieuw etiket voor houdbaarheid blusstof.
Bij nieuwlevering moet tevens aangegeven worden wanneer eerstvolgende onderhoud moet uitgevoerd worden.
Hervulling uitsluitend conform instructies vergunninghouder en met uitsluitend onderdelen/
blusstoffen geleverd of goedgekeurd door vergunninghouder.
Wanneer een blustoestel niet gebruiksklaar is, wordt een etiket “niet gebruiksklaar” over het bedieningsetiket aangebracht.
Levensduur van alle blustoestellen en CO2-patronen is op maximaal 20 jaar
(vanaf productiedatum) gesteld. Blussers zonder productiedatum worden altijd afgekeurd.
Halonblussers: EU-verordening: na 31-12-2000 niet meer hervullen; uiterlijk 31-12-2003 verwijderen. (uitgez. halonblussers voor essentieel gebruik).
*) Blustoestellen met halon mogen niet in de open lucht worden geleegd. Na een interval van niet meer dan
10 jaar moet het blustoestel worden geleegd middels een methode waarmee het halon kan worden teruggewonnen door een daartoe aangewezen instantie.
Blustoestellen met halonvullingen, niet bedoeld voor essentieel gebruik, mogen na 31 december 2002 niet
meer worden hervuld en moeten uiterlijk 31 december 2003 zijn verwijderd voor vernietiging. Zie Verordening EU 2037/2000 van 29 juni 2000.
Overgangsperiode.
Een nieuwe norm is altijd een moeilijke bevalling. Maar ondanks de lange tijd die tussen start en publicatie ligt, komt een nieuwe norm voor vele betrokkenen toch nog onverwacht en heeft men er zich niet op (kunnen) voorzien.
Dat geldt zowel voor gebruikers als voor onderhoudsbedrijven. Gebruikers hebben bv. niet begroot dat blussers worden afgekeurd; onderhoudsbedrijven kunnen niet onmiddellijk voldoende geschoolde technici inzetten om het extra werk aan te kunnen. Sinds de publicatie van de nieuwe norm NEN2559 zijn zowel bij het NEN als bij leveranciers vele telefoontjes binnengelopen met vragen, soms zelfs verwijten.
De normcommissie heeft begrip getoond voor deze situatie en een overgangsregeling voorgesteld.
Deze overgangsregeling bepaalt dat :
*in 2001 en 2002 alle blussers die 30 jaar en ouder zijn vervangen worden
*in 2003 alle blussers die 25 jaar en ouder zijn vervangen worden
*in 2004 alle blussers die 20 jaar en ouder zijn vervangen worden.
De maximale levensduur wordt gerekend vanaf de productiedatum (maand en jaar in de romp).
Tijdens de overgangsperiode worden toestellen van 25 jaar en ouder (tot eind 2002) en van
20 jaar en ouder (tot eind 2003) onderworpen aan de jaarlijkse technische controle mits ze
voorheen werden onderhouden conform de “oude” norm. Om dit te kunnen vaststellen wordt
ervan uitgegaan dat, wanneer een blusser is voorzien van een controlelabel aangebracht door
een Reob-erkend bedrijf, deze conform de norm is onderhouden. Is geen Reob-label aangebracht,
dan moet de blusser alsnog afgekeurd worden, omdat geen garantie gegeven kan worden of de
blusser inderdaad op de juiste wijze werden onderhouden d.w.z. conform de oude norm 2559.
Om de nieuwe norm ook vanuit een practisch werkbaar oogpunt te benaderen, is besloten om
uitgebreid onderhoud en revisie niet met terugwerkende kracht uit te voeren op voorwaarde dat
de blustoestellen, niet ouder dan 20 jaar per juli 2001, in het verleden zijn onderhouden conform de oude norm 2559.
Om dit te kunnen vaststellen, geldt ook hier dat een REOB onderhoudslabel moet aangebracht zijn waaruit blijkt dat het onderhoud conform de “oude” norm NEN2559 werden uitgevoerd.
Zijn ze niet onderhouden conform de oude norm dan geldt dat ze alsnog onderworpen worden
aan uitgebreid onderhoud (voor blussers die niet ouder zijn dan 10 jaar) en aan revisie (voor blussers die ouder zijn dan 10 jaar).
Het daarop volgende jaar wordt de blusser dan onderhouden volgens de onderhoudscyclus omschreven in de nieuwe norm 2559.
EEN NIEUWE NORM, EEN NIEUWE WET ?
Een norm is geen wet. Maar aangezien controlerende instanties, uitbatings- en milieuvergunningen en/of ARBO-voorschriften veelal opleggen dat de aanwezige brandblusapparatuur moet worden onderhouden conform de NEN2559 door een REOB-erkend bedrijf kan men stellen dat de norm is ingebed in de regelgeving en als het ware kracht van wet heeft.
Reob-erkende bedrijven moeten zich conformeren aan de Regeling Kleine Blusmiddelen, waarin ook de controle en onderhoud van draagbare blustoestellen volgens NEN 2559 is opgenomen. Bedrijven die zich niet houden aan de regels lopen het gevaar de erkenning te verliezen.
Kwaliteitsborging middels de REOB-regeling, certificatie van onderhoudsbedrijven door het Nederlandse Centrum voor Preventie, de opleiding van deskundige technici, controles op het uitgevoerde werk door een onafhankelijk inspectiebureau moeten voldoende waarborg kunnen bieden om het (laten) uitvoeren van onderhoud aan draagbare blustoestellen conform de nieuwe norm als vanzelfsprekend te beschouwen.
Als alle betrokken partijen bereid zijn op de juiste wijze invulling te geven aan de nieuwe norm zal Nederland er ongetwijfeld weer een stuk brandveiliger van worden.
Wat betekent dit voor u ?
Vanaf heden mag u geen blussers ouder dan 20 jaar in gebruik hebben en dienen deze te worden vervangen.De oude blussers kunt u bij iedere REOB-gecertificeerde brandbeveiliging onderhoudsorganisatie inleveren. Verwijderen en afvalverwerking zullen dan volgens de milieuwetgeving worden uitgevoerd. U dient dan niet alleen rekening te houden met kosten voor vervanging, maar ook voor verwijdering.
Ukunt u uw REOB-gecertificeerde onderhoudsorganisatie vragen een inventarisatie te maken van volgens de nieuwe norm af te keuren blustoestellen. Tevens kan aan de hand hiervan een vervangingsplan worden opgesteld.
I REST MY CASE !!! (hahahaha
)