Rellen tijdens Oranjefeest - Pijnacker 7-5-2006

Auteur Topic: Rellen tijdens Oranjefeest - Pijnacker 7-5-2006  (gelezen 11033 keer)

0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.

SRich

  • Proces Operator
  • Verbannen gebruiker
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 733
Reactie #10 Gepost op: 6 augustus 2009, 18:10:37
Goed nieuws O0 O0

De betrokken agenten feliciteer ik , goed gehandeld :)
Doe normaal dan doe je al gek genoeg :P


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #11 Gepost op: 10 mei 2010, 17:14:05
http://www.vn.nl/Standaard-media-pagina/DeSlagBijPijnacker.htm

Justitie
De slag bij Pijnacker
Reconstructie / Excessief politiegeweld

Micky van der Helm (18) laat een röntgenfoto zien van zijn elleboog. Artsen hebben er een decimeter lange schroef in aangebracht. ‘Mijn elleboog is gebroken,’ zegt de student facility management. ‘Ik had er een klap op gekregen van de politie.’ Micky kan zijn arm nog steeds niet strekken. Binnenkort moet hij naar het ziekenhuis om te laten onderzoeken of de fractuur zich herstelt.

Terwijl hij een slok neemt van de 7-Up die zijn moeder op de eikenhouten salontafel heeft neergezet, vertelt Micky hoe hij op 6 mei van dit jaar samen met zijn vriendin Linda en zijn maatje Rob naar de slotavond van de jaarlijkse Oranjefeesten ging. Naar de tent, zoals ze in Pijnacker zeggen, verwijzend naar de vrolijke rode feesttent waar het feest is. Het was een gezellige avond, ze dansten op muziek van DJ Jean en de plaatselijke grootheid DJ Storm.

Maar toen Micky om halfeen naar buiten kwam, leek het voor de ingang van de tent wel een slagveld. Politie-eenheden stonden links en rechts op straat en riepen dat bezoekers moesten ‘opkankeren’ of ‘optiefen’. Micky en zijn vrienden liepen naar hun fiets, ze wilden zo snel mogelijk weg. ‘Ik had wel een paar bakkies op, maar ik heb zeker niet geschreeuwd tegen de politie. Toch vielen ze me van achteren aan, blijkbaar ging het ze niet snel genoeg. Ik kreeg een stuk of zeven klappen met de lange wapenstok op mijn rug. Door die klappen ben ik gevallen en toen ik op de grond lag, kreeg ik nog meer klappen. Toen ben ik ook op mijn elleboog geslagen.’

Ondanks de snijdende pijn slaagde Micky erin om overeind te krabbelen en weg te fietsen. Pas in het ziekenhuis van Delft bleek later die nacht dat zijn elleboog was gebroken. In Pijnacker had de politie inmiddels meer slachtoffers gemaakt dan alleen bij de feesttent. Op de Noordweg en op de Oostdijk waren feestgangers op weg naar huis aangevallen door ‘volstrekt geflipte agenten’. Het ziekenhuis in Delft had er de handen vol aan.

Micky is nog steeds boos over wat er die nacht gebeurde. ‘Ik had niets gedaan en ben nog nooit met de politie in aanraking geweest. Ik hoop dat de man die mij heeft geslagen, wordt vervolgd.’ En hij voegt eraan toe: ‘Het liefst zou ik hem ook zijn arm breken, zodat hij voelt wat hij gedaan heeft.’

Geweldsmonopolie

Al vijfendertig jaar zijn de Oranjefeesten het hoogtepunt van het sociale leven in Pijnacker. Van heinde en ver komen tijdens de weekeinden rond Koninginnedag mensen naar het dorp onder de rook van Den Haag. Een dorp is het niet echt meer, sinds een gemeentelijke herindeling vier jaar geleden Pijnacker heeft samengevoegd met Nootdorp, Delfgauw en Oudeleede. De nieuwe gemeente Pijnacker-Nootdorp is aangewezen als Vinex-lokatie en heeft 42.000 inwoners. Bouwputten rondom de oude dorpskernen kondigen nog veel meer nieuwkomers aan. Maar de Oranjefeesten zijn nog steeds typische dorpsfestijnen, waar hele families op de fiets naartoe komen.

Afgezien van wat vechtpartijtjes tussen dronkemannen en wat gegooi met bier zijn de feesten altijd zonder incidenten verlopen. Oudere dorpsbewoners herinneren zich dat één keer iemand een oog heeft verloren in een man-tot-man gevecht. Dit jaar ging het opeens heel anders. ‘Feestavond eindigt in drama,’ kopte de Telstar, het plaatselijke huis-aan-huis-blad. De verslaggever zelf had ook rake klappen gehad.

In de media deden slachtoffers in de dagen na de zesde mei uitgebreid hun verhaal. Burgemeester Rik Buddenberg ging gewillig in op de interviewaanvragen van radio en tv. De verhalen van de slachtoffers maakten duidelijk dat er iets vreemds in de politie was gevaren die nacht. Was het angst, woede of iets anders? Het moet heftig geweest zijn. ‘Die agent had meer schuim op zijn bek dan zijn hond,’ zegt een getuige over een lid van de hondenbrigade die nacht.

De gemeenteraad vroeg en kreeg een onafhankelijk onderzoek; opdracht daartoe werd verstrekt aan de B&A-groep. Die kwam tot verontrustende conclusies over het functioneren van het openbaar bestuur in deze gemeente op de grens tussen dorp en stad. Geen evenementenbeleid, een burgemeester die vredig slaapt terwijl zijn politiecommandant versterkingen uit alle windstreken laat aanrukken, slechte communicatie tussen betrokkenen. Maar toen het rapport van B&A openbaar gemaakt werd, was de aandacht van de media alweer verslapt. Terwijl zelfs bij een vermoeden van excessief politiegeweld alles grondig uitgezocht zou moeten worden. Nederland behoort tot de gelukkige minderheid van landen waar misbruik van het geweldsmonopolie tot de uitzonderingen behoort. In Pijnacker lijkt gedurende enige uren en op verschillende lokaties met die traditie gebroken te zijn – niet door een doorgedraaid individu, maar door een groot aantal manschappen.

Naast het bestuurlijke onderzoek heeft ook de rijksrecherche een eigen onderzoek ingesteld. De inwoners van Pijnacker hopen dat de conclusies van het rapport, dat de komende weken wordt afgerond, openbaar zullen worden gemaakt, maar dat is een beslissing van de hoofdofficier van justitie. De verwachting is dat dat zal gebeuren om te voorkomen dat de bevolking van ‘een doofpot’ gaat spreken. Eind september komt de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp bij elkaar om het rijksrechercherapport te bespreken. Dan zal blijken welke gevolgen de politiek aan het drama wil verbinden.

Vrij Nederland neemt een voorschot op de discussie en maakt een reconstructie van een nacht vol politiegeweld, met medewerking van veel betrokkenen: slachtoffers, getuigen, organisatoren, medewerkers van de beveiliging, plaatselijke verslaggevers. Alleen de burgemeester en de politie wilden, in afwachting van het rijksrechercherapport, een mediastilte in acht nemen.

Rustig en gezellig

Het is warm op de avond van zaterdag zes mei, de laatste dag van de Oranjefeesten. In Pijnacker hebben ’s middags mindervalide kinderen genoten van een rit in de zijspan van een motor tijdens de jaarlijkse Beatrix-run. Motoragenten hebben staand op hun machine escorte verleend, tot bewondering van het publiek. Het slotfeest in de tent is door de Oranjevereniging woordspelerig aangekondigd als ‘Dance Intents’. ‘Eén deinende en swingende massa van drieduizend zwetende lijven met lachende gezichten,’ voorspelt het programmablad.

De Oranjevereniging heeft, zoals ieder jaar, het gecertificeerde beveiligingsbedrijf Galaxy Security van Bennie van de Brink ingehuurd om in de tent de orde te bewaken. Als tourmanager van Normaal leerde Van de Brink lang geleden al hoe belangrijk het is dat iemand zijn hoofd koel houdt als de massa gaat deinen en swingen. Hij wijst zijn vaste kracht Jeroen Stam aan als leider van het team van tweeëntwintig mannen en vrouwen. Voor de gemoedelijke reuzen Van de Brink en Stam zijn de tentfeesten in Pijnacker een jaarlijkse routineklus.

Hun werkterrein houdt op waar de openbare weg begint. Daar is de politie verantwoordelijk, die op de avond van het drama onder leiding staat van commandant Ron E. (wiens rol nu door de rijksrecherche wordt onderzocht). Aan het begin van de avond wisselen Stam en E. hun mobiele nummers uit. Dat is de manier waarop zij gedurende de avond contact met elkaar zullen houden.

Tweeëntwintig man is voor Galaxy Security de normale sterkte bij deze feesten. De politie is dit jaar echter van meer mankracht voorzien dan in voorgaande jaren. De burgemeester en korpsleiding zijn namelijk bang voor ‘rellen vanwege de tegenstelling autochtoon-allochtoon’, zoals burgemeester Buddenberg het twee dagen later op Radio 1 zal formuleren. De Oranjevereniging, organisator van de avond, en de mensen van Galaxy Security hebben van tevoren kennis genomen van Buddenbergs angsten, maar ‘konden daar niets mee’. De extra mankracht van de politie verschijnt in de vorm van een half dozijn PE’ers. De PE (Parate Eenheid) is de ME minus het schild en de helm. De politie Haaglanden, waar Pijnacker onder ressorteert, werkt sinds een jaar met deze tussenvorm. Concrete afspraken over wanneer en hoe de PE tijdens de feestavond zal optreden, zo blijkt uit het rapport van B&A, zijn niet gemaakt. Ook is vooraf niet besproken in welke gevallen versterking uit andere regio’s zal worden opgeroepen.

Zo begint de avond. Het gehoopte aantal van drieduizend bezoekers wordt niet gehaald, het blijft bij vijfentwintighonderd. Het bier vloeit rijkelijk uit de raptappers, waar de pilsjes niet een voor een, maar per tien tegelijk uit stromen. Een paar keer komen de beveiligers in actie. Uit de interne rapportage van Galaxy Security: ‘19.00-23.00 twee man uit tent verwijderd ivm gericht bier gooien tijdens optreden Ali. B., verder rustig en gezellig feest.’

Na elven vormt zich een groep in de hoek van de tent waar de wc’s zijn. Vaste bezoekers van de tentfeesten verzuchten tegenover VN dat het in die hoek altijd hommeles is. Van de Brink en Stam van Galaxy Security beamen dat: ‘Gewoon egoproblemen tussen jongeren. Een beetje landje veroveren.’ Wat niet wegneemt dat daarbij rake klappen kunnen vallen. Jeroen Stam besluit om vier mensen uit die hoek te verwijderen, nadat hij tevergeefs geprobeerd heeft om ze te laten beloven geen ruzie meer te zoeken bij de wc’s.

De gebeurtenissen volgen elkaar nu snel op. Stam dirigeert een paar van zijn mensen in de richting van de probleemhoek. Omdat het de gebruikelijke gang van zaken is dat de beveiligers uitgezette personen buiten overdragen aan de politie, belt Stam commandant Ron E. van de politie om de actie aan te kondigen. Het is de eerste en enige keer dat Stam die avond E. belt. Hij belt vanuit de tent, waar de muziek volop dreunt. Achteraf verklaart hij tegenover VN dat E. en hij elkaar volstrekt niet hebben kunnen verstaan. ‘Ik heb gezegd: Ron, als je me hoort, kom even naar de uitgang als je tijd hebt.’

Ron E. mag hangende het onderzoek van de rijksrecherche niet met de pers spreken. Maar zondag 7 mei heeft hij tijdens een bijeenkomst op het politiebureau gezegd dat uit het telefoontje van Stam paniek klonk. Zo staat het ook in het rapport van B&A: ‘Paniek en een dreigend gebrek aan controle.’ Maar Galaxy Security is niet gehoord door B&A.

Sjaak Oudshoorn, de man achter huis-aan-huisblad Telstar, is de hele avond in en om de tent aanwezig, samen met zijn vrouw en kinderen. Zonder te aarzelen verklaart hij: ‘De beveiligers hadden de situatie volledig onder controle.’

Na het telefoontje stuurt Stam een van zijn mensen eropuit om E. te gaan zoeken. Die komt terug met de mededeling dat E. klaar staat bij de uitgang. Stam gaat daarheen en ziet dat E. de manschappen van de PE bij zich heeft. Hij wil overleggen met de commandant van de PE, maar dat lukt niet want de man is ‘de hele tijd, maar dan ook echt de hele tijd’ aan het bellen met een mobiele telefoon.

Het verbaast Stam dat de PE daar is; in voorgaande jaren vingen agenten met de platte pet de uitgezette mensen op. De politie heeft op zo’n moment de keuze tussen arresteren of heenzenden van de uitgezette personen, en baseert zich daarbij behalve op de eigen inschatting meestal op het verhaal van de beveiligers – als er een arrestatie plaatsvindt, moet de beveiliger later naar het politiebureau om aangifte te doen. Het uitgezette viertal wordt nu zonder overleg door de PE in de boeien geslagen en gearresteerd.

Geen teringzooi

Ongeveer op hetzelfde moment, maar aan de andere kant van de tent, neemt de voorzitter van de Oranjevereniging, Rien Bos, afscheid van burgemeester Rik Buddenberg. Bos is in de loop van de avond al een paar keer door de tent gelopen om de sfeer te proeven. Die is goed, heeft hij geconstateerd. Het bevreemdt Bos dan ook dat de rechercheurs die aanwezig zijn op het feestterrein zich voortdurend negatief uitlaten. ‘Een vrouwelijke rechercheur zei: “Nou, je hebt een lekker stelletje binnen. Is het bij jullie altijd zo’n teringzooi?” Een ander zei dat er messen binnen waren. Maar dat kon helemaal niet, want er was streng gefouilleerd.’ De burgemeester, voor het eerst aanwezig bij de tent, zegt ten afscheid tegen Bos dat hij het een ontspannen avond vindt, alleen niet helemaal zijn muziek. Rien Bos: ‘Ik zeg nog tegen hem: als je opschiet, ben je vóór de zondag thuis.’

Wettelijk is de burgemeester verantwoordelijk voor de openbare orde in zijn gemeente en dient de politie hem om toestemming te vragen voor de inzet van speciale eenheden. Maar Buddenberg vertrekt samen met zijn dochter en gaat thuis meteen slapen. Commandant E. gaat in de uren die volgen eigenmachtig te werk.

Kort na het afscheid van de burgemeester krijgt Rien Bos van E. het bericht dat er vier arrestaties zijn verricht. Zijn eerste gedachte: waar is die politie nou helemaal mee bezig? Geef die jongens een schop onder de kont, dan ben je er vanaf.

Om tien over twaalf is het volgens de rapportage van Galaxy Security ‘weer gezellig in de tent’. Maar het rapport van B&A meldt dat de politie om vier minuten over twaalf assistentie oproept vanwege een ‘broeierige en explosieve sfeer’. Ron E. vraagt de meldkamer van de politie Haaglanden om hem nog een Parate Eenheid (van zes man) plus een ‘diensthondeneenheid’ te sturen. En hij wil dat er nog een peloton standby wordt gehouden.

Liefdesverdriet

De meldkamer besluit om niet één, maar twee PE’s naar Pijnacker te sturen, plus de gevraagde wagen van de hondenbrigade. Als eerste verschijnt de PE uit Zoetermeer. Om acht uur die avond was die eenheid al in actie gekomen bij een vechtpartij tussen skinheads en skaters die geleid had tot zestien arrestaties. Vermeldenswaard, volgens veel Pijnackenaren, omdat de politiemannen door die actie mogelijk waren ‘opgewarmd’.

Het verschil in perceptie van de sfeer tussen de politie en het beveiligingsbedrijf is in het eerste halfuur na middernacht enorm. Vast staat dat er op dat moment een dronken jongen in de EHBO-post ligt die eerder van de tribune is gevallen. Hij is buiten bewustzijn geraakt, er moet een ambulance komen.

De komst van de ambulance, even voor halfeen, markeert volgens verschillende getuigen het omslagpunt van de sfeer buiten. De ziekenwagen wordt begeleid door een politieauto. In plaats van de speciale aanrijroute voor hulpdiensten te gebruiken, waardoor zij achter de tent vlakbij de EHBO-post zouden zijn uitgekomen, rijden de wagens over de Sportlaan naar de hoofdingang. Daar moeten ze zich een weg boren door de menigte die de tent uitkomt om naar huis te gaan. De PE slaat in op mensen die niet snel genoeg opzij gaan.

In de tent geeft Rien Bos om 0.30 uur aan DJ Storm opdracht de muziek te stoppen. ‘We hebben toen een extra uitgang opengezet,’ zegt beveiliger Stam. ‘Dat is een goede manier om de tent rustig leeg te laten lopen. Niemand wordt gepushed om weg te gaan. Alleen wie eenmaal naar buiten is, mag niet meer terug naar binnen.’ Maar vanaf het moment dat de vijfentwintighonderd bezoekers langzaamaan de tent verlaten, gaat het buiten echt mis.

Een man die ‘volstrekt door het lint ging’ (het B&A-rapport op basis van verklaringen van de politie) dan wel ‘een beetje liefdesverdriet had’ (de beveiligers) wordt door Jeroen Stam persoonlijk weggeleid van de tent. ‘Die jongen had ruzie gehad met zijn vriendin,’ zegt Stam. ‘Hij schopte één of twee keer tegen een hek. Hij was niet door het lint. Dan staan de ogen anders. Een collega en ik begeleidden hem tot het middenbermpje bij de ingang van het sportveld. Hij liep rustig met ons mee. Toen we hem daar achterlieten en terugliepen naar de tent, werd hij door de Parate Eenheid gearresteerd. Dat vond ik raar.’ De man wordt door de politie niet afgevoerd, maar geboeid langs de weg gelegd, waar hij veel bekijks trekt.

Vreemdelingenlegioen

Guy Brus (22) krijgt omstreeks halfeen zin om naar huis te gaan. ‘Toen de lichten aangingen, dacht ik: mooi, dat is ook weer klaar.’ Maar als hij van het terrein afloopt, belandt hij in een veldslag. ‘“En nou oprotten, kankermongolen,” riepen de agenten. Een jongen werd van achteren neergeknuppeld door twee agenten die tegen elkaar zeiden: “Die pakken we.” De agenten keken agressief uit hun ogen. Ze hadden grote, wijd openstaande ogen. Misschien waren ze alleen maar opgefokt, misschien hadden ze speed of cocaïne genomen. Ik kan het niet bewijzen, maar het was niet normaal.’ Volgens een later aan hem verstuurd proces-verbaal roept Brus ‘kankerlijer’ tegen een hondenbegeleider en steekt hij zijn middelvinger op. Brus, in het dagelijks leven installateur van bowlingbanen, noemt dat onzin. ‘Ik zal best wat gezegd hebben, want ik was boos. Maar een vinger heb ik nooit opgestoken.’ Van het ene op het andere moment ligt hij op de grond met een politiehond aan zijn been. Hij wordt gearresteerd en moet in de berm gaan zitten. Zijn verzoeken om hulp voor zijn hevig bloedende been worden niet beantwoord.

‘Het was een soort vreemdelingenlegioen dat daar tekeer ging,’ zegt Rien Bos van de Oranjeverenging. ‘Die agenten waren helemaal de weg kwijt. Ik was bang dat ze zouden gaan schieten. Er liep een hondenbegeleider die er zo agressief uitzag dat je dacht dat hij zelf zou gaan bijten. Later is gezegd dat er met flessen en stenen is gegooid, maar ik heb geen steen of fles gezien. Ik blijf erbij: als die ME’ers daar niet waren gaan staan, was het nooit zo uit de hand gelopen.’ Zoals voor veel getuigen is voor Rien Bos het onderscheid tussen PE en ME niet duidelijk. In de beleving van de Pijnackenaren is een politieman in een blauwe overall met een wapenstok gewoon een ME’er.

Rien Bos verbijt zich als hij eraan terugdenkt. Hij neemt zichzelf iets kwalijk: dat hij de tent niet opnieuw heeft opengesteld. ‘Om de mensen bescherming te bieden.’ Een veilige schuilplaats tegen de politie.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #12 Gepost op: 10 mei 2010, 17:14:46
(VERVOLG)

Opkankeren en optiefen

De familie Benjamins is dan al vertrokken van het feest. Vader Ron en moeder Anneke hebben al vijfentwintig jaar geen tentfeest overgeslagen, hun veertienjarige zoon Nicky is dit keer voor het eerst met ze mee geweest. De meningen over het optreden van rapper Ali B. liggen binnen het gezin ver uiteen, maar ze hebben allemaal een prima avond gehad. Het groepje waarmee de Benjamins opfietsen, bestaat uit acht personen, onder wie ook Melissa Dekker, dochter van het PvdA-raadslid Monique Dekker. Hun verklaringen over wat hun onderweg is overkomen, zijn eensluidend.

Ze zijn al een flink eind de Noordweg op, een eind van de tent verwijderd, als hun uit de donkere nacht een ME-busje tegemoet komt. Die gaan naar de tent, zijn wij mooi op tijd weggegaan, denkt Ron bij zichzelf. Maar dan ziet hij dat het busje stopt ter hoogte van zijn zoon Nick, die een eindje voor zijn ouders uit fietst. De deuren zwaaien open en zes man, in volledig gevechtstenue van de ME met helm en schild, komen uit de bus. De voorste man springt over de afscheiding tussen de rijbaan en het fietspad en maait met een klap van zijn wapenstok de veertienjarige Nick van zijn fiets. Zijn verbijsterde ouders en hun vrienden krijgen te horen dat ze ‘op moeten kankeren’. Als Nicks vader niet weg wil bij zijn zoon die op het fietspad ligt, ontloopt hijzelf rakelings een klap met de lange lat. Anneke, apothekersassistente, vat haar eerste reactie samen: ‘Ik dacht: die is niet helemaal bij z’n pan.’ En dat zegt ze ook tegen de ME’er, die volgens haar beteuterd kijkt en mompelt dat hij niet had gezien dat het een kind was dat hij van zijn fiets sloeg. Hij is de enige die een beetje voor rede vatbaar lijkt, de andere ME’ers zijn erg opgefokt. Een van de eerste dingen die Ron over hen zegt, is: ‘Het leek alsof ze van tevoren gesnoven hadden, met van die uitpuilende ogen.’ Op commando van de vrouwelijke ME’er die de leiding over het groepje lijkt te hebben, springen ze weer in hun bus en rijden verder.

Nog verder van de tent verwijderd is shoarmazaak Shemona aan de Oostdijk, traditiegetrouw de enige eetgelegenheid die open is na afloop van de tentfeesten. Ook daar komt de politie langs. Marjo van Winden ziet het allemaal gebeuren vanuit haar woning schuin boven de shoarmazaak. ‘Een jongen werd héél hard geslagen. Ze bléven maar slaan.’ Van Winden zag een medewerker van Shemona naar buiten komen. ‘Hij ging ontzettend tegen de ME’ers tekeer.’ Volgens de eigenaar van shoarmazaak Shemona, die anoniem wil blijven, moest hij vervolgens van de politie zijn klanten naar buiten sturen en het rolluik laten zakken. ’Dat heeft ons veel geld gekost,’ vertelt zijn medewerker Mohammed El Moussaoui. ‘Het was de drukste dag van het jaar. En nu moest iedereen weg zonder te betalen. Maar ik dacht: laten we maar meewerken, anders komen ze naar binnen en slaan ze de hele zaak kapot.’

Roberto Mastenbroek en Robin Groene­wegen behoren tot de klanten die naar buiten werden gesommeerd. ‘Toen we eenmaal buiten stonden,’ vertelt Mastenbroek, ‘werden we als vee opgedreven. We moesten ‘opkankeren’ en ‘optiefen’. Groenewegen herinnert zich dat in de straat een jongen uit het raam hing, die iets van het ME-optreden zei. ‘Een ME’er reageerde: “Kom maar naar beneden, dan pakken we jou ook.” En even later riep een ME’er door de megafoon: “Als jullie klachten hebben, doen jullie morgen maar aangifte.”’

Aan VN vertelt El Moussaoui van de shoar­ma­­zaak dat hij gedaan heeft wat Rien Bos ook had willen doen: mensen weer naar binnen laten om ze te beschermen tegen de politie.

Bij de tent eindigt de avond in wanorde. De gezamenlijke debriefing van politie en beveiliging vindt dit jaar niet plaats. Omstreeks halfdrie wordt de burgemeester even in zijn slaap gestoord door een telefoontje van Ron E., die dan op het bureau is. Het is een kort, zakelijk gesprek op basis waarvan geen concrete afspraken zijn gemaakt. Daarna slaapt de burgmeester verder.

Digitale dorpspomp

Tot zo ver de reconstructie. Er is die nacht in veel Pijnackerse huizen tot het ochtendgloren nagepraat. Ron Benjamins is zichzelf in de spiegel gaan bekijken om te zien of hij zelf net zulke uitpuilende ogen heeft als die ME’ers. Dat is niet het geval. Dan kan het dus niet van de stress alleen komen, concludeert hij voordat hij in slaap valt.

Op een stil industrieterrein niet ver daar vandaan zit nachtwaker Martijn Mas­ten­broek naar een computerscherm te staren. Door zijn werk heeft hij niet naar het tentfeest kunnen gaan, maar om elf uur heeft hij nog een telefoontje van zijn vriendin gehad dat het erg gezellig was. Nu krijgt hij een e-mail van iemand die beschrijft wat er sindsdien is gebeurd. Hij gelooft zijn ogen niet.

Mastenbroek (27) is de drijvende kracht achter de digitale dorpspomp van Pijn­acker: het weblog ‘pijnackercity’. Gemeente­raadsleden, dorpsjeugd en alles wat daartussen zit, leest en schrijft mee op pijnackercity.punt.nl. (Niet te verwarren, zoals in het B&A-rapport gebeurt, met de website pijnackercity.nl waar Mastenbroek niets mee te maken heeft). Tijdens zijn nachtdiensten werkt Mastenbroek de site bij. In hun vrije tijd gaan Mastenbroek en zijn compaan Jeremy Schutte graag zelf achter het dorpsnieuws aan, verder geven ze ieder mogelijk bericht over Pijnacker door en bieden ze bezoekers van de site de mogelijkheid om daarop te reageren in een forum.

Op zondag 7 mei wordt van die mogelijkheid zestienhonderdnegentig keer gebruik gemaakt. ‘Normaal berichten wij over de paddentrek en zo,’ zegt Mastenbroek, ‘nu gingen mensen op het forum oproepen tot wraak op de burgemeester.’ Mastenbroek heeft het eerste bericht pas tegen zes uur ’s ochtends op de site gezet, nadat hij met Schutte had kunnen overleggen. Hij was bang dat het verhaal verzonnen was door iemand die een grap wilde uithalen.

De snelheid waarmee het bericht hem bereikte en de lawine van reacties die erop volgde, tonen aan dat pijnackercity.punt.nl een factor van belang is in de gemeenschap van Pijnacker. Mastenbroek weet dan ook zeker dat áls er geruchten over rellen tussen autochtonen en allochtonen waren geweest, de echo daarvan op zijn site te vinden had moeten zijn. Dat is niet het geval. Wel verschijnen er in de eerste dagen na het drama enkele berichten van de strekking ‘iedereen wist toch dat het knokken zou worden’. Wie die berichten geplaatst heeft, valt niet te achterhalen. Op een bijeenkomst met de slachtoffers van de politierellen, tien dagen later, zegt burgemeester Buddenberg dat hij de informatie van een website had, maar hij kan niet zeggen van welke. Hij doet de toezegging daarop terug te komen, maar dat is niet gebeurd.

Regie kwijt

Wie de berichten op het weblog leest, vraagt zich af hoeveel politie er die nacht wel niet geweest moet zijn om zoveel klappen te kunnen uitdelen. Ook het bureau B&A stelt zich die vraag. En naar blijkt uit het rapport van B&A doet de politie dat zelf ook. ‘De politiecommandant heeft aangegeven dat deze vierde subgroep (o.a. ingezet bij de Noordweg) en de tweede diensthondeneenheid niet onder zijn directe leiding stonden.’ Ook staat in het B&A-rapport dat ‘tevens eenheden van andere wijkteams “spontane” ondersteuning verleend’ hebben. Uit het rapport blijkt dat Ron E. de regie op een gegeven moment is kwijtgeraakt.

In de loop van die zondag ziet Mastenbroek op het forum steeds meer oproepen verschijnen om verhaal te gaan halen bij het politiebureau. Hij belt dan Ron E. op om hem te waarschuwen dat er iets gaat gebeuren bij het politiebureau. Mastenbroek kent E. omdat hij van hem politieberichten krijgt aangeleverd voor zijn site. Hij weet op dat moment niet dat E. zelf de verantwoordelijke man ter plaatse is geweest. Bij het politiebureau verzamelt zich zondagmiddag een menigte van mensen die ‘bij wijze van spreken rechtstreeks uit het ziekenhuis van Delft kwamen’, in de woorden van Mastenbroek. Monique Dekker van de PvdA gaat er ook heen. Haar dochter Melissa ziet wéér een aantal ME-bussen in het dorp verschijnen, en trailers van de bereden politie, maar dit keer houdt de politie zich afzijdig en komt niet van haar plaats bij het benzinestation. Burgemeester Buddenberg rijdt ongezien met zijn auto langs de menigte bij het politiebureau om poolshoogte te nemen, maar stapt niet uit.

Guy Brus komt thuis. Hij heeft na zijn arrestatie – in totaal werden die avond zestien arrestaties verricht – een tijd op bureau Pijnacker in de cel gezeten, is toen via het ziekenhuis van Delft waar zijn been is verzorgd, overgebracht naar een politiebureau in Den Haag en daar aan het begin van de middag vrijgelaten. Zonder zijn portemonnee en niet in staat te lopen, was hij afhankelijk van de hulp van anderen om thuis te komen. Hij heeft een folder meegekregen van de politie: ‘Niet tevreden? Meld het ons!’

Ron E. gaat na het telefoontje van Mas­tenbroek naar het bureau. Hij stapt de menigte in en stelt voor dat een delegatie met hem naar binnen gaat om te praten. Daar is zo weinig animo voor, dat uiteindelijk Martijn Mastenbroek de delegatie moet aanvullen, al is hij er de vorige avond niet bij geweest. ‘Tijdens het gesprek haalde Ron E. zijn mobiele telefoon te voorschijn. “Kijk maar,” zei hij, “in het geheugen staat nog het telefoontje van de beveiliging, die hebben me gebeld om te zeggen dat ze het niet meer aankonden.” Ik had het gevoel dat hij zich daarmee probeerde in te dekken.’

Een woordvoerder van de delegatie weet na afloop van het gesprek de menigte te bewegen om naar huis te gaan. Er worden wel nog flessen en stenen naar het politiebureau gegooid. In de dagen die volgen, worden over het politieoptreden van 6 mei ruim vijftig klachten ingediend.

Boerenjongens-krentendorp

Op het forum verschijnen steeds meer oproepen om wraak te nemen op de burgemeester. Die wordt verantwoordelijk gehouden voor het politie-optreden. Met elk uur dat hij langer wacht om met zijn bevolking in contact te treden, neemt ook de verontwaardiging over zijn arrogantie toe. Mastenbroek en Schutte besluiten om berichten waarin de burgemeester of zijn gezin persoonlijk worden beledigd of bedreigd van het forum te verwijderen. ‘Een stuk of driehonderd,’ schat Mastenbroek. Maar op maandag 8 mei moet Schutte studeren en gaat Mastenbroek naar de Sportlaan om als verslaggever van het weblog te beschrijven hoe de landelijke tv-stations hun wagens daar inmiddels hebben opgesteld. Daardoor worden de berichten op het forum een aantal uren niet gefilterd.

Op de Sportlaan wordt Mastenbroek op zijn mobiele telefoon gebeld door Jenny Mekking, de woordvoerder van de gemeente. Zij beklaagt zich over wat zij ziet verschijnen op het weblog. Daarop volgt een lang gesprek. Martijn Mastenbroek: ‘Mevrouw Mekking had geen besef van de omvang van het drama. Ik zei tegen haar: “Mevrouw, Pijnacker is al de hele ochtend de opening van het NOS-journaal.” Waarop zij antwoordde: “Méént u dat nou?”’

Haar eigen burgemeester heeft die ochtend in het Radio 1 Journaal zijn opmerking gemaakt over de angst voor rellen tussen autochtonen en allochtonen. Een paar dagen later formuleert hij zijn gedachten tegenover Trouw: ‘Dit is nog steeds een boerenjongens-krentendorp, maar niet meer zo onschuldig als vroeger. We moeten scherper zijn.’

Op maandagavond bekogelen jongeren het huis van de burgemeester met eieren. Politieagenten met de platte pet zijn ter plaatse, de situatie escaleert niet.

Buddenberg staat alle media, tot aan RTL Boulevard toe, te woord, maar tegenover zijn eigen bevolking bewaart hij lang het stilzwijgen. Op 10 mei zegt hij in een collegevergadering dat de informatie die hij van de politie heeft gekregen achteraf geen volledig beeld gaf van wat zich na de feestavond heeft afgespeeld. Op 16 mei wordt ’s avonds in de Ontmoetingskerk een ‘slachtofferbijeenkomst’ gehouden waarop de burgemeester, geflankeerd door vertegenwoordigers van de rijksrecherche, het korps Haaglanden en Bureau Slachtofferhulp zijn excuses aanbiedt omdat hij pas zo laat beseft heeft dat hij ‘ook nog iets met die slachtoffers moest’.

Ron Benjamins stelt die avond een vraag over de uitdrukking in de ogen van de agenten. ‘Ik kreeg te horen dat die te maken had met hun situatie, waarin ze op weg waren naar collega’s die mogelijk in het nauw zaten. Toen heb ik gezegd dat een collega in het nauw nog altijd minder nabij is dan je zoon die van zijn fiets geslagen wordt. Maar ik heb die avond direct in de spiegel gekeken en ik had helemaal niet van die ogen. En ik heb die kerels ook met geen vinger aangeraakt.’

Uit het verslag van die avond blijkt dat het gerucht over mogelijke rellen tussen autochtonen en allochtonen niet verder te herleiden is dan tot de burgemeester zelf. Hij brengt deze informatie over aan de politie, maar op zo’n manier dat die er slechts een ‘aandachtspunt’ in het draaiboek van maakt en er verder geen gevolgen aan verbindt.

Iets specifieker wordt de burgemeester pas op 11 juli, als hij een verklaring uitgeeft naar aanleiding van ‘de ongeregeldheden’. Er waren aanwijzingen, schrijft hij, ‘dat met name het optreden van Ali B. aangegrepen zou worden voor een revanche van het treffen tussen allochtone jongeren uit Pijnacker en autochtone jongeren uit Nootdorp.’ Met ‘revanche’ refereert de burgemeester waarschijnlijk aan een vechtpartij tussen autochtone en allochtone jongeren een jaar eerder. In zijn verklaring beschuldigt de burgemeester de media ervan dat zij de indruk hebben gewekt dat hij bevolkingsgroepen tegen elkaar wilde opzetten.

Letselschadeclaim

Wat nu als de burgemeester wel gegronde redenen gehad heeft om voor rellen te vrezen? Als in het telefoontje van de beveiliging wel paniek heeft geklonken? Als er bij het uitgaan van de tent wel met stenen naar de politie is gegooid? Valt het dramatische einde van het feest dan wel te begrijpen?

Deze drie elementen voor een verklaring hebben geen onderling verband. Ten eerste: de rellen waar de burgemeester bang voor was, zouden tussen autochtonen en allochtonen zijn. Maar op de beelden van de avond is nauwelijks iemand te zien die op uiterlijke kenmerken als ‘allochtoon’ valt aan te merken. Zoals Ali B. later op televisie zei: ‘Er waren maar drie allochtonen, als die hadden willen rellen, waren het drie hele dappere allochtonen.’ VN kon alleen maar ontkenningen optekenen van het bestaan van zo’n dreiging.

Het kan dus niet zo zijn dat het tweede element, de ‘broeierige en explosieve sfeer’ die de politie constateert na het telefoontje, iets met de gevreesde confrontatie tussen allochtoon en autochtoon te maken heeft gehad. De angst van de burgemeester en het verzoek om assistentie staan los van elkaar.

Ook het derde element: de menigte keert zich tegen de politie, staat op zichzelf. Want dat vereist juist eensgezindheid in de menigte. De politie hoeft dan geen vechtende bevolkingsgroepen uit elkaar te halen, maar alleen zichzelf te beschermen.

Het is dus niet een stapeling van oorzaken geweest. Maar ook los van elkaar kunnen de angst van de burgemeester, de constatering van een verkeerde sfeer en een bedreigende situatie voor de politie zelf reden zijn om meer mankracht op te roepen. De angst voor rellen kan een rechtvaardiging zijn om veel politie paraat te houden. Er was de vechtpartij op de kermis in Nootdorp vorig jaar, en wellicht had de burgemeester in november 2005 wel bepaalde gedachten gekregen bij de berichten uit Frankrijk, waar in dorpjes die nog wel kleiner zijn dan Pijnacker de vlam in de pan was geslagen. Maar tussen ‘paraat’ en ‘ter plaatse’ zit veel ruimte. Een broeierige sfeer wordt door de komst van veel politie niet minder broeierig. Waar geen politie is, kan de menigte zich ook niet tegen haar keren.

Er is daar aan de Sportlaan zelfs voor een blind paard geen schade aan te richten, dus om iets te beschermen hadden al die PE-ers er niet hoeven staan. Als er, zoals in de voorgaande jaren, gewoon een paar oom-agenten uit het dorp hadden gestaan, was het zeker anders gelopen. Waarom, vraagt Jeroen Stam van Galaxy Security zich af, is er niet gekozen voor het uiterst strategisch gelegen, van een ruime parkeerplaats voorziene politiebureau (zie kaart) om de PE, ME, hondenbrigades en wat verder nog van pas had kunnen komen achter de hand te houden?

Blijft over de mogelijkheid dat de menigte zich tegen de politie heeft gekeerd tijdens of na de incidenten met de ambulance en de man met liefdesverdriet. Dorpsjeugd met een slok op (‘een bakkie’, zeggen ze in Pijnacker) is zeker niet boven die verdenking verheven. Het komt steeds vaker voor dat omstanders de hulpdiensten hinderen. Maar als de ambulance de goede weg had genomen en de eerste arrestant niet zo pontificaal was neergelegd, had de dronken dorpsjeugd weinig gehad om zich tegen te keren.

Blijft de vraag: als de burgemeester die angst had, hoe kon hij dan zo kalm gaan slapen, terwijl hij bovendien geen goede afspraken had gemaakt?

Belangrijker dan waarom er zo véél politie naar Pijnacker is gekomen, is de vraag wat al die mannen en vrouwen in uniform bezield heeft. Wrang detail is dat sommige slachtoffers, onder wie Guy Brus, al voordat het onderzoek van de rijksrecherche is afgerond, veroordeeld zijn tot enorcme boetes. Guy Brus is niet van plan de zijne (van 410 euro) te betalen. Hij bereidt wel een letselschadeclaim tegen de gemeente voor.

Hoe ‘scherp’ moet je zijn in een boerenjongens-krentendorp? Op het weblog schrijft iemand na het drama: ‘We zijn godver maar een dorp en geen stad hoor hallo!!!!’ Het lijkt erop dat de angst van de burgemeester zijn weg toch heeft gevonden. Van de burgemeester naar de korpsleiding, van de korpsleiding naar de meldkamer, van de meldkamer naar de manschappen. Met als gevolg dat de bevolking bang is geworden voor haar eigen politie.

Kijk voor het B&A-rapport, het verslag van de slachtofferavond en andere links op www.vn.nl