dat er inderdaad wel minder hard gereden word bij het oversteken van trambanen, maar in het eerste filmpje valt me op dat ze meerijden met de trambaan en veel langer hobbelig rijden.. (dus minder prettig voor patient..) waarom word daar niet zachter gereden?
en in het filmpje wat ik heb geplaatst de net, zie je dat er minder hard word gereden bij trambanen maar hobbelige bruggen worden niet aangegeven... waarom hoeft men daar niet zachter te gaan rijden?
Omdat niet elke begeleiding hetzelfde is. Van te voren vraagt de cdt aan de chauffeur van de ambu hoe hij de rit wil hebben; spoed, glijdend of glijdend met spoed etc. In sommige gevallen zal het de chauffeur een rotzorg zijn hoeveel hobbels er zijn en wil hij zsm in ziekenhuis zijn. In andere gevallen hard waar het kan, zacht waar het moet en in weer andere gevallen juist weer super glijdend.
Zoals ik al zei; hobbels, traimrails etc. ontkom je niet aan. Uiteindelijk beslist de chauffeur hoe hard hij er over heen gaat. Daarom zorg voor cdt om te blijven kijken in zijn spiegels wat de ambu doet.
Het filmpje wat als tweede genoemd is bedoelde ik eigenlijk niet. Deze wel;
Zeer langzaam glijdend transport Zoetermeer naar Westeinde SEH 09-05-2014In verband met ernstig letsel is door het ambulancepersoneel een aanvraag gedaan voor een glijdend transport. Dit transport gaat van Zoetermeer naar het MCH Westeinde in Den Haag.
Bij aankomst op de locatie worden er met de ambulancechauffeur afspraken gemaakt over hoe hij de rit wil hebben; moet het met spoed of wil hij juist een geleidelijke rit? In dit geval zo min mogelijk hobbels, remmingen en stuurbewegingen i.v.m. de toestand van de patiënt.
Zoals in deze rit vanuit het perspectief van de commandant te zien is gaat het dan ook echt glijdend. Door de spitsers worden alle oneffenheden als hobbels, drempels en tramrails etc. op tijd doorgegeven via de mobilofoon. Ook al luistert de ambulancechauffeur mee, toch geeft de commandant middels handgebaren deze hobbels ook nog door aan hem zodat hij zijn snelheid hier op tijd kan aanpassen.
Normaal zal er op de autosnelweg inhalend gereden worden. In dit geval is er voor gekozen om uiterst rechts te blijven en 1 spitser "op te offeren" als staartrijder. Deze zal het achteropkomend verkeer (in verband met het snelheidsverschil) op afstand houden en ervoor zorgen dat de ambulance op rijstrook 3 en 2 voldoende ruimte heeft om vrij te bewegen. Ook vangt hij het verkeer af bij de toevoegingen.
Binnen de bebouwde kom gaat de staartrijder weer naar voren om zijn taak als spitser weer op te pakken. In deze film is dan ook goed te zien hoe de ambulance stapvoets over kruisingen, hobbels en tramrails komt. Dit is dan ook vaak goed te zien in de spiegel van de commandant.
Deze film is dan ook een goed voorbeeld waarom het "glijdend" transport heet. In dit geval is snelheid duidelijk ondergeschikt aan comfort.