'Brandweer te water'
Moet de brandweer de Waddenzee wel op?
Brand aan boord van een viskotter met gevaar voor bemanning en voor het milieu. Brand aan boord van een zandsuppletieschip; brand op een sportvisboot met gevaar voor uitbreiding in de haven;brand op het charterschip de Witte Zeehond, bergen van aangespoelde (gevaarlijke) stoffen en tenslotte de ‘’bekende’’ Dakotaramp. Op de Witte Zeehond en de Dakota na allemaal incidenten waarvoor de brandweer Texel gealarmeerd is.
De Brandweer heeft zijn wettelijke taken uit te voeren waarbij geen onderscheid is tussen land en water, tussen nat en droog verzorgingsgebied. Maar zo vraagt hij zich af, ‘’is de brandweer daar wel geschikt voor en zijn we er wel goed voor uitgerust. Als het antwoord bevestigend is betekent het ook dat we verantwoordelijk hiervoor zijn maar dat betekent ook dat we ervoor moeten worden uitgerust en vooral opgeleid. En dat is nu in beide gevallen zwaar onvoldoende.
De bovenstaande voorbeelden geven het al aan: er is genoeg werk voor de brandweer op de Waddenzee. Maar wil de brandweer dat ook, wil de brandweer ten koste van alles hun wettelijke taken in het Waddengebied uitoefenen terwijl ze daar niet toe zijn uitgerust. In de regio’s Noord-Holland Noord, Friesland en Groningen zijn er verschillende gemeenten met een bijzonder verzorgingsgebied, het water van de Waddenzee.
Omdat de Waddenzee gemeentelijk ingedeeld is zijn hier de gebruikelijk wettelijke kaders en een aantal specifieke bestuurlijke regelingen van toepassing. ER wordt geen onderscheid gemaakt tussen land of op het water. Het verwachtingspatroon van de burger is hier ook op gebaseerd. Bij brand bel je 112 en dan komt de brandweer. Hier zijn ook voorbeelden van bekend. Denk maar aan de Witte Zeehond waarbij de centralist geconfronteerd werd met de vraag: waar blijven die lui van Jongeneel? En dat is nou precies wat ik in de toekomst wil voorkomen. Een kapitein van een schip op het binnenwater zal weliswaar de hem bekende procedure volgen maar heeft een vergelijkbaar verwachtingspatroon. Voorgaande impliceert dat de Basisbrandweerzorg door de lokale brandweerkorpsen, als vooruitgeschoven posten voor de regionale rampbestrijdingsorganisatie, uitgevoerd moet worden. In termen van processen betekent dit brandbestrijding, meten en verkennen alsmede redding. Bij de brandbestrijding op de Waddenzee moet onderscheid gemaakt worden in een aantal categorieën, te weten: brand op kleine pleziervaartuigen, brand aan boord van charterschepen en veerboten, brand op een platform en brand aan boord van tankers en vrachtschepen. In verschillende handboeken zijn de kaders voor basiszorg en opkomsttijden als volgt uiteengezet voor het brandweeroptreden.
Opkomsttijden
De aanbevolen opkomsttijden voor een tankautospuit kunnen variëren van 5 tot 10 minuten voor de eerste tankautospuit. Er zijn echter geen normen benoemd voor de basisbrandweerzorg op het water. Dit geldt eveneens voor de aanbevolen opkomsttijd voor een hulpverleningsvoertuig van 15 minuten. De aanbevolen opkomsttijd voor een duikteam bedraagt 15 minuten wat de inzet op het water tot de havens zal beperken. In het CRW wordt dan ook gesteld dat het beter is om gebruik te maken van particuliere duikers, mede omdat duikers van de brandweer niet geschikt zijn. Maar zijn deze wel opgeleid voor het redden en bergen van slachtoffers?
Hoewel er in de Handleiding Brandweerzorg dus geen norm genoemd wordt voor de inzet op het water zal de brandweer bij een brand op een pleziervaartuig in veel gevallen te laat arriveren en zal er slechts een reddingsactie noodzakelijk zijn. Dit is echter een taak, op het water toebedeelt aan de Kustwacht. ( Search and Rescue).
In het Coördinatieplan Waddenzee (CRW) wordt een aantal ramptypen genoemd welke zijn afgeleid van de Leidraad Maatramp. De ramptypen die gehanteerd worden in de Leidraad Maatramp zijn voor het optreden in het Waddenzeegebied echter minder relevant. Echter, ook bij de al eerder genoemde logische indeling van ramptypen, blijft de brandweer nog steeds de verantwoordelijke instantie voor het primaire proces als het blussen van brand. Maar hoe? In het CRW wordt gesteld dat de brandweer handblusmiddelen mee moet nemen aan boord van reddingsboten. Daar kun je nog eens een flinke brand mee blussen.
Oppervlakteverdeling verzorgingsgebied Gemeente Texel
Het verzorgingsgebied van het eiland Texel bestaat uit verschillende gebieden en is onder te verdelen in vijf soorten.
1.Land – dit wordt gerekend tot het reguliere verzorgingsgebied van de gemeente. De huidige hulpverleningsorganisatie is hierop afgestemd. Dit gebied is inclusief de strandoppervlakte welke hoofdzakelijk aan de kustlijn van de Noordzee grenst.
2.Droge zandplaten – dit zijn gebieden die normaal gesproken bij hoogwater niet onder water staan, slechts bij uitzondering staan deze onder water. Droge zandplaten bevinden zich hoofdzakelijk ten zuiden van het eiland. Dit is in het bijzonder het uitgestrekte gebied van de Hors en de Noorderhaaks.
3.Droogvallende platen – dit zijn de gebieden die bij laag water droogvallen of bij hoogwater beperkt bevaarbaar zijn. Dit zijn voornamelijk de gebieden, die in de Waddenzee voorkomen.
4.Subgetijden – dit is het gebied dat in de regel tussen het doorgaand vaarwater en de droogvallende platen in zit. Bij laagwater zijn deze gebieden zeer beperkt in de vaardiepten. Bij hoog water zijn zij onder bepaalde condities bevaarbaar. Dit laatste omdat de diepte vanwege de bodemgesteldheid nogal variabel is.
5.Doorgaand vaarwater – dit is het gebied dat afgebakend is met betonning zoals vaargeulen en vaarroutes. De aangegeven vaardiepte is over het algemeen geschikt voor de reguliere scheepvaart.
De invloed van het weer op de veiligheid van het Waddengebied
Het Wadden- en Noordzeegebied zijn een gebied wat volledig gevormd wordt door de natuur. De vorming vindt vooral plaats bij het opkomen en bij het afgaan van het tij, waarbij een sterke stroming ontstaat. Afhankelijk van de stroming kunnen er geulen en of zandplaten ontstaan. Omdat de weersinvloeden ook meewerken aan het getij is het geheel een dynamisch proces. Vooral door deze dynamiek is het moeilijk te bepalen hoe de huidige omstandigheden zijn in het verzorgingsgebied. Zo kan een vaargeul bijvoorbeeld na een storm ‘verlopen’ of door sterke stroming dieper of ondieper zijn. Ook kan door een krachtige wind veroorzaakt worden dat het water, door bijvoorbeeld ‘Wester’ storm, sneller opkomt dan was voorspeld. Het verzorgingsgebied van Texel bestaat voor een groot deel uit droogvallende platen en subgetijden. Indien deze gebieden betreden worden om te assisteren bij een incident dan dient men rekening te houden met de natuurwetten die het Waddengebied vorm geven o.a. de getijdenstroom. De getijdenstroom heeft grofweg een cyclus van twaalf uur. Men kan voorspellen hoe laat en op welke plaats het hoog of laag water is. Het is echter moeilijker te voorspellen met wat voor snelheid het tij opkomt. Om een indicatie te krijgen over het komende tij, kan men getijdentabellen raadplegen. Dit zijn betrouwbare voorspellingen van het verwachte tij, zij het niet dat de weersomstandigheden een sterke invloed hebben op de getijden. Zo kan het opkomende tij sterk afwijken van de voorspelling. Het gevaar van het op en afgaande tij schuilt, naast de invloed van de wind, ook in de verschillende bodemgesteldheden van het gebied. Op de droogvallende vlakten kan het tij zo verraderlijk zijn omdat men het water niet ziet opkomen. Dit heeft te maken met het ‘wijds zijn’ en met de vlakte van deze platen. Men kan, indien men geen voorkennis van het gebied heeft, verrast worden door het opkomende tij. Uit het voorgaande is af te leiden dat men niet onvoorbereid het Waddenzee gebied kan betreden. Er is ‘deskundigheid’ nodig en de vraag is dus of de brandweerkorpsen uit de regio’s deskundig genoeg zijn.
Incidenten verzorgingsgebied Texel
Dat er wel eens iets gebeurt in het natte verzorgingsgebied van de Waddenzee blijkt uit onderstaand overzicht. Het zijn incidenten waarbij de brandweer een rol heeft gespeeld of waarbij mogelijk een rol voor de brandweer was weggelegd.
Zinkende viskotter - bemanning was in veiligheid – milieuschade doordat het schip afzonk.
Brand aan boord van viskotter – gevaar voor mens en milieu - bemanning in veiligheid gebracht door de kustwacht, schip door brandweer afgeblust op zee.
Brand aan boord van zandsuppletie schip - beginnende brand geblust.
Vliegtuigcrash Dakota – Redden en bergen van slachtoffers door KNRM, brandweer stand-by.
Brand sportvisboot – gevaar voor uitbreiding in haven en milieuschade – brand geblust door de brandweer, boot gezonken
Brand charterschip Witte Zeehond – gevaar voor mens en milieu – bemanning / opstappers gered door bijgelegen schepen, brand geblust door marinesleepboot.
Zinkend vissersschip – Brandweer heeft KRNM geassisteerd met het leegpompen van het lek geslagen schip.
Naast deze incidenten zijn er de afgelopen jaren verschillende kleine incidenten geweest waarbij de brandweer opgeroepen werd voor assistentie. Het gaat hierbij vooral om het bergen van onbekende stoffen die aangespoeld zijn op het strand of langs de dijk. In de periode vanaf 1995 is dit ruim 50 maal voorgekomen.
"Genoeg" werk daarom voor de brandweer. Maar wil de brandweer dat ook, ten koste van alles hun wettelijke taken in het Waddenzeegebied uitvoeren. Het ontbreekt ze namelijk aan efficiënte bestrijding- en vervoersmiddelen om dit werk te verrichten. En, in het kader van de rampenbestrijding: het ontbreekt aan eenduidige bevoegdheden. Het CRW is een enorme stap in de goede richting. Nu de operationele invulling nog. Het is dan ook een zeer goede zaak dat er middels project Waterrand gewerkt wordt aan een efficiënte en goed op elkaar afgestemde regeling voor de incidentbestrijding.
Een soort Ter land, ter zee en in de luchtregeling. Dat is echter een spelprogramma. De werkelijkheid voor de brandweer en de rampbestrijdingsorganisatie is geen spel.
D.Jongeneel
Commandant brandweer Texel
Bron:
www.fryslan.nl