Variabele voertuigbezetting (TS-4, SIE, SIV, etc.)

Auteur Topic: Variabele voertuigbezetting (TS-4, SIE, SIV, etc.)  (gelezen 527822 keer)

0 gebruikers (en 18 gasten bekijken dit topic.

Shave

  • Beroepsbrandweerman
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,355
Reactie #390 Gepost op: 15 oktober 2010, 13:13:34
Nieuwe tekst artikel 3.1.5 Besluit veiligheidsregio’s aangepaste Nota van toelichting

Artikel 3.1.5
1. In afwijking van artikel 3.1.2, eerste lid, kan het bestuur van de veiligheidsregio dan wel het college van burgemeester en wethouders besluiten tot een andere samenstelling van basisbrandweereenheden, mits daarmee wordt voorzien in een gelijkwaardig niveau van brandweerzorg en geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel.

2. Toepassing van het eerste lid doet geen afbreuk aan de afspraken, bedoeld in artikel 51, vijfde lid, van de wet.

Nota van toelichting

3 Eisen basisbrandweerzorg

De brandweer levert een belangrijke bijdrage aan de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Deze bijdrage kan alleen van een kwalitatief hoog niveau zijn als de basis goed georganiseerd is. In de jaren ’90 is met het Project Versterking Brandweer (PVB) gewerkt aan kwaliteitsverbetering van zowel de basishulpverleningsprocessen van de brandweer als van hulpverleningsprocessen in de rampenbestrijding. Deze kwaliteitsverbetering is verankerd in referentiekaders, handboeken en leidraden, onder andere de concept-Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg en de Leidraad Ongevalsbestrijding Gevaarlijke Stoffen. In de praktijk is echter gebleken dat de normen niet altijd bekend zijn bij gemeenten en er verschillen in interpretatie optreden. Door de in dit besluit gestelde eisen aan de basisbrandweerzorg ontstaat een minimaal kwaliteitsniveau dat voor alle gemeenten gelijk is.

De eisen aan de basisbrandweerzorg in dit besluit hebben uitsluitend betrekking op het spoedeisende optreden van de brandweer, waarbij sprake is van brand of andere levensbedreigende zaken incidenten waarbij de brandweer een taak heeft. De eisen aan voertuigbezetting en opkomsttijden gelden niet voor niet-spoedeisende zaken, zoals het leegpompen van een ondergelopen kelder of het verwijderen van een omgevallen boom.

Bij het opstellen van eisen aan de basisbrandweerzorg is nadrukkelijk een evenwicht gezocht tussen de verantwoordelijkheid van de minister en de eigen verantwoordelijkheid van de veiligheidsregio’s en de gemeenten. De eisen zijn gericht op het creëren van de juiste randvoorwaarden voor het goed functioneren van de brandweer bij rampenbestrijding en crisisbeheersing.

Organisatie basisbrandweerzorg

Voor de uitvoering van de brede basistaken van de brandweerzorg worden drie soorten eenheden gebruikt. Elk brandweerkorps (regionaal of gemeentelijk) moet binnen haar grondgebied kunnen beschikken over elk van deze eenheden.

Dit betekent niet noodzakelijkerwijs dat elk korps ook deze eenheden zelf in bezit moet hebben, ook samenwerkingsafspraken met andere korpsen zijn mogelijk. Het gaat hierbij om de:
a. basisbrandweereenheid;
b. ondersteuningseenheid voor hulpverlening;
c. ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte.

Voor de functionarissen die de eenheden bezetten zijn in of krachtens het Besluit personeel veiligheidsregio’s de functieaanduidingen en de vakbekwaamheidseisen opgenomen die noodzakelijk zijn voor hun functioneren.

Het besluit schrijft een minimale standaardbezetting voor en biedt het bestuur van de veiligheidsregio (respectievelijk het college van burgemeester en wethouders) de mogelijkheid om beargumenteerd af te wijken van deze standaardbezetting. De primaire grondslag voor afwijking is het risicoprofiel van de regio (of de gemeente). Zo kan bijvoorbeeld een groter brandrisico van oude binnensteden aanleiding zijn om de bezetting uit te breiden. Aan de andere kant kan bijvoorbeeld in buitengebieden de hulpverlening meer gediend zijn met een snelle uitruk door vier personen, dan een latere uitruk door een voltallige standaardbezetting. Dergelijke afwijkingen kunnen ook zijn geïndiceerd als de bebouwde omgeving daartoe aanleiding biedt en in tunnels.

Bij de keuze voor een afwijking van de standaardbezetting dient aan drie voorwaarden te worden voldaan. Op de eerste plaats dient het afwijken te geschieden vanuit een vakinhoudelijke motivatie. De veiligheid van de burgers verdient bij de afwegingen een centrale plaats. De kwaliteit van de geboden brandweerzorg moet ook bij een afwijkende bezetting van de uitrukkende eenheid (blijven) voldoen aan de maatschappelijke behoefte aan goede brandweerzorg.

Op de tweede plaats mag de keuze voor een afwijkende bezetting geen afbreuk doen aan de veiligheid en de gezondheid van het brandweerpersoneel. Het bestuur dient er als een verantwoordelijk werkgever zorg voor te dragen dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, conform artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet, is geborgd bij de inrichting van de arbeidsplaats, de werkmethoden en de te gebruiken arbeidmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Ook zal het bestuur, conform artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet, ten aanzien van de afwijkende bezetting vast moeten leggen welke risico’s deze arbeidsomstandigheden voor de werknemers met zich brengen en in deze risico-inventarisatie en –evaluatie een beschrijving moeten opnemen van de gevaren en van de maatregelen waarmee de risico’s worden beperkt. In dit proces dient ook voldoende aandacht te worden besteed aan het opstellen van passende procedures en voldoende gelegenheid en tijd voor het personeel om, conform artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet, doeltreffend te worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden, de aan de afwijkende bezetting verbonden risico’s en de maatregelen ter beperking van deze risico’s. Dit gebeurt door doeltreffend en aan de onderscheiden taken aangepaste (interne) opleiding en oefening en onderricht ten aanzien van de nieuwe werkwijze aan te bieden.

Op de derde plaats moet de procedure waarin het verantwoordelijke bestuur tot een besluit komt op een zorgvuldige en ordentelijke wijze worden doorlopen. Dit proces begint met een inventarisatie van de risico's en het vaststellen van de noodzaak tot afwijken van de standaardbezetting. Bespreking van plannen voor experimenten en/of pilots met de ondernemingsraad (OR) ligt, op grond van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en conform artikel 12 van de Arbeidsomstandighedenwet, voor de hand en is wenselijk. Als blijkt dat de bestuurder (in de zin van de WOR) voornemens is besluiten te nemen waar de WOR op van toepassing is - met name artikel 25 en/of artikel 27 - worden relevante onderwerpen voor advies dan wel ter instemming aan de OR voorgelegd.

De consequenties van dit besluit worden uitgewerkt in het dekkingsplan als onderdeel van het regionaal beleidsplan1. In het regionaal beleidsplan maakt het bestuur van de veiligheidsregio tevens inzichtelijk hoeveel capaciteit, die voldoet aan de uniforme standaardbezetting, beschikbaar is voor de afgesproken interregionale bijstand.
Als bijstand nodig is, is het van groot belang dat het te gebruiken materieel, zoals de tankautospuit met bijbehorende uitrusting, uitwisselbaar is. Het is noodzakelijk dat de voertuigen en de uitrusting daarvan voldoen aan dezelfde minimumeisen. Bij het oproepen van bijstand (klein- en grootschalig) moet men er op kunnen vertrouwen dat de bijstandseenheden over dezelfde operationele slagkracht beschikken als de eenheden van het eigen korps.

De tankautospuit, het hulpverleningsvoertuig, het redvoertuig en de uitrusting dient daarom gestandaardiseerd te zijn. Het is aan de brandweersector zelf om deze standaardisatie tot stand te brengen. De veiligheidsregio’s zijn zelf verantwoordelijk voor het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel (artikel 10, onderdeel h, van de wet). De regio’s kunnen onderling afspraken maken over de uitwisselbaarheid van dit materieel. Mocht dit onvoldoende van de grond komen dan is het mogelijk dat ten behoeve van de standaardisatie nadere regels worden gesteld.


1 Wetsvoorstel veiligheidsregio’s artikel 12, tweede lid sub f: een beschrijving van de voorzieningen en maatregelen, noodzakelijk voor de brandweer om te voldoen aan de gestelde opkomsttijden. In het dagelijkse spraakgebruik staat dit onderdeel van het beleidsplan bekend onder de benaming‘dekkingsplan’.

http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/04/08/bijlage-1-bij-brief-aan-de-tweede-kamer-over-herclausuleren-artikel-315-besluit-veiligheidsregio-s/bijlage1bijbriefaandetweedekameroverherclausulerenartikel315besluitveiligheidsregios.pdf


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #391 Gepost op: 15 oktober 2010, 13:16:15
Is er ergens (bijv in Zeeland) al een RI&E gemaakt voor een TS4 / TS2

Nieuwe tekst artikel 3.1.5 Besluit veiligheidsregio’s aangepaste Nota van toelichting

(...)

Op de tweede plaats mag de keuze voor een afwijkende bezetting geen afbreuk doen aan de veiligheid en de gezondheid van het brandweerpersoneel. Het bestuur dient er als een verantwoordelijk werkgever zorg voor te dragen dat de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, conform artikel 3 van de Arbeidsomstandighedenwet, is geborgd bij de inrichting van de arbeidsplaats, de werkmethoden en de te gebruiken arbeidmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Ook zal het bestuur, conform artikel 5 van de Arbeidsomstandighedenwet, ten aanzien van de afwijkende bezetting vast moeten leggen welke risico’s deze arbeidsomstandigheden voor de werknemers met zich brengen en in deze risico-inventarisatie en –evaluatie een beschrijving moeten opnemen van de gevaren en van de maatregelen waarmee de risico’s worden beperkt. In dit proces dient ook voldoende aandacht te worden besteed aan het opstellen van passende procedures en voldoende gelegenheid en tijd voor het personeel om, conform artikel 8 van de Arbeidsomstandighedenwet, doeltreffend te worden ingelicht over de te verrichten werkzaamheden, de aan de afwijkende bezetting verbonden risico’s en de maatregelen ter beperking van deze risico’s. Dit gebeurt door doeltreffend en aan de onderscheiden taken aangepaste (interne) opleiding en oefening en onderricht ten aanzien van de nieuwe werkwijze aan te bieden.

(...)


Shave

  • Beroepsbrandweerman
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,355
Reactie #392 Gepost op: 15 oktober 2010, 13:19:12
Citaat
In de praktijk is echter gebleken dat de normen niet altijd bekend zijn bij gemeenten en er verschillen in interpretatie optreden.

Citaat
De eisen aan de basisbrandweerzorg in dit besluit hebben uitsluitend betrekking op het spoedeisende optreden van de brandweer, waarbij sprake is van brand of andere levensbedreigende zaken incidenten waarbij de brandweer een taak heeft. De eisen aan voertuigbezetting en opkomsttijden gelden niet voor niet-spoedeisende zaken, zoals het leegpompen van een ondergelopen kelder of het verwijderen van een omgevallen boom.

M.a.w. zou een TS 4 alleen kunnen in niet spoedeisende situaties. Dat zie ik in de praktijk nergens terug.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #393 Gepost op: 15 oktober 2010, 14:17:29
http://parlando.sdu.nl

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over een experiment in Almere met vier personen op een tankspuitwagen. (Ingezonden 11 februari 2010); Mededeling
Bestand:  16 Kb
Inhoud: Gevraagd wordt onder meer hoe in dit experiment de veiligheid van inwoners en personeel wordt gegarandeerd.
Rubriek(en): Criminaliteit en openbare orde (Brandpreventie en brandbestrijding)
Trefwoorden: Brandweer
Vindplaats: Kamervragen met antwoord 2009-2010, nr. 1777, Tweede Kamer
Vraagnr.  bij indiening: 2010Z02728
Afkomstig van: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Indiener: Van Raak(SP)
Datum reaktie: 04-03-2010
Datum indiening: 11-02-2010
Document-id: KVR39603
Omvang: 1 pag.


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #394 Gepost op: 15 oktober 2010, 14:33:49
http://parlando.sdu.nl

Behandeling van het wetsvoorstel Aanpassing van een aantal wetten aan de Wet veiligheidsregio's en enkele wijzigingen in de Wet veiligheidsregio's (Aanpassingswet veiligheidsregio's) (31968)
Bestand:  135 Kb
Rubriek(en): Criminaliteit en openbare orde (Crisisbeheersing)
Criminaliteit en openbare orde (Rampenpreventie en -bestrijding)
Trefwoorden: Openbare orde en veiligheid
Rampenbestrijding
Dossiernr.: 31968
Vindplaats: Handelingen 2009-2010, nr. 47, Tweede Kamer, pag. 4477-4505
Afkomstig van: Staten Generaal (SG)
Datum vergadering: 27-01-2010
Document-id: HAN8546A06
Omvang: 29 pag.


Citaat

(...)

Minister Ter Horst: De minister heeft niet geluisterd naar
de bestuurders; de minister heeft geluisterd naar de
mensen die verantwoordelijk zijn voor de operaties. In
mijn beeld zijn dat de brandweercommandanten.
Overigens is het voorstel om van zes naar vier mensen
op een wagen te gaan met name op instigatie van de
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en
Rampenbestrijding gedaan. Zij kunnen dan flexibeler
opereren en hoeven niet in alle gevallen, als dat niet
nodig is, zes mensen op een wagen te zetten, maar
kunnen het dan ook af met vier. Dat betekent dat er
efficiënter kan worden gewerkt en dat er op een betere
manier wordt omgegaan met belastinggeld. Dan vind ik
zo’n verzoek overtuigend.

(...)

Minister Ter Horst: Ik blijf zeggen dat de suggestie om
van zes naar vier te gaan, niet bij mij vandaan kwam. Die
kwam uit het brandweerveld zelf. Ik heb gemeend
daaraan tegemoet te moeten komen. De praktijk wijst
namelijk uit dat er nu ook al vaak geen zes mensen op
de wagen zitten. De heer Brinkman creëert nu dus
eigenlijk een soort doemscenario: als wij deze aanpassingswet
en deze besluiten aannemen, wordt het
verschrikkelijk omdat wij van zes naar vier gaan. Dat
gebeurt in sommige gevallen dus al. De NVBR heeft
gevraagd om in de wet op te nemen ″zes, tenzij″, zodat
de mogelijkheid wordt geboden om met vier mensen op
een wagen te zitten. Als je in de wet alleen maar zes
hebt staan, mogen ze dat niet en zijn ze altijd verplicht
om met zes mensen op een wagen te zitten.

(...)

Minister Ter Horst: Er heeft sowieso een grote uniformering
plaatsgehad, bijvoorbeeld ook als het gaat om de
kwaliteitseisen en de eisen die wij stellen aan het
brandweerpersoneel in Nederland. Die noemt u niet,
want u richt zich met name op de bezetting van de
auto’s. Als ik u goed hoor, zegt u dat u best kunt leven
met het feit dat er een uitzonderingsmogelijkheid is,
maar dat u vindt dat die uitzonderingsmogelijkheid
specifieker geformuleerd zou moeten worden. Die
discussie is ook gevoerd. Dan kom je onmiddellijk te
staan voor de vraag hoe je die dan moet formuleren, dus
in welk geval wel en in welk geval niet. De vraag is dus
of je daarmee de ruimte en de vrijheid die je wilt geven
aan regio’s om, als zij dat noodzakelijk vinden, af te
wijken van de norm, in voldoende mate kunt bieden. Ik
vind dat een brandweerorganisatie moet kunnen
beoordelen of men zes mensen op de auto moet hebben
of vier, zonder dat je precies moet gaan vastleggen in
welke gevallen men vier mensen op de auto mag
hebben. Wij moeten hier toch niet alles willen regelen
wat er in Nederland op dit gebied gebeurt? Dat is mijn
opvatting.

(...)

Minister Ter Horst: U kent de mensen die bij de
brandweer werken. Ik ga ervan uit dat erop vertrouwd
kan worden dat een brandweerorganisatie bij een
zodanige brand dat er zes mensen op de auto moeten
zijn, dat ook zo doet en niet overgaat op vier mensen.
Als u met een formulering komt om dat in te perken – ik
weet niet waaraan u dan denkt en of dat überhaupt
mogelijk is – ben ik uiteraard gaarne bereid om daarnaar
te kijken.

(...)

Minister Ter Horst: Ik kom meteen bij het tweede
hoofdpunt in de bijdragen van de leden van de Kamer,
de opkomsttijden. Sommige Kamerleden schetsen het
beeld dat de nu voorgestelde regeling in feite een
verslechtering is. Ik moet mij daar met klem tegen
verzetten. Ik denk dat ik de woorden van de heer
Brinkman maar niet herhaal. Ik werp die woorden in
ieder geval verre van mij, want wat is de situatie? Op dit
moment zijn er alleen informele regels en geen wettelijke
eisen ten aanzien van de opkomsttijden. Het goede van
dit besluit is juist dat wij daarmee wettelijk vastleggen
dat die opkomsttijden er komen. Dat is dus alleen maar
een verbetering.
Toen ik minister van BZK werd, was mijn inzet juist om
op te houden met al die leidraden, omdat niemand
precies weet wat de bindende werking is van een
leidraad. Laten wij nou zeggen dat het de vrijheid van
een regio is of laten wij het opnemen in de regelgeving.
Ten aanzien van de opkomsttijden hebben wij besloten
om het in de regelgeving op te nemen. In de leidraad die
er was, ging het om vijf tot tien minuten voor bijvoorbeeld
gevangeniscellen, tien minuten voor kantoorfuncties
en acht minuten voor bouwwerken en woningtypen.
De maximale opkomsttijd was achttien minuten. Het
probleem met de leidraad was dat die over heel veel
categorieën ging, namelijk over ruim 60 categorieën
bouwwerken. In overleg met de deskundigen hebben wij
dat aantal categorieën teruggebracht. Dat ziet u in bijlage
1, die hoort bij artikel 3.2.1, eerste lid. Daar hebben wij
een aantal categorieën, gebaseerd op het Bouwbesluit,
overeind gehouden. Daarbij hebben wij dezelfde
tijdnormeringen aangegeven, namelijk vijf minuten voor
winkel-, woon- of celfunctie, zes minuten voor woonfunctie
en verminderde zelfredzaamheid, acht minuten voor
overige woonfuncties, tien minuten voor kantoor,
industrie en sport en een maximum van achttien
minuten. Het aantal minuten is dus hetzelfde. Het grote
voordeel dat wij nu hebben behaald, is dat wij het in de
regelgeving hebben vastgelegd, terwijl het eerst alleen
vastlag in een leidraad waarvan niemand precies weet
wat je daarmee moet. Het voordeel is ook dat een
brandweerregio die beslist om bepaalde opkomsttijden
te hanteren, daarop aanspreekbaar is voor gemeenteraden.
Daarmee is ook de democratische legitimatie
geregeld.

(...)

Mevrouw Laaper heeft ook gevraagd of er iets bekend
is over de experimenten die gaande zijn met betrekking
tot de voertuigbezetting. Mijn suggestie is om aan het
Veiligheidsberaad voor te stellen om nader onderzoek te
doen naar de voertuigbezetting, zodat wij op grond van
de ervaringen die nu al worden opgedaan, kunnen
bezien in welke gevallen er wordt gekozen voor een
bezetting van zes, en wanneer voor een bezetting van
vier mensen. Dat zou ook kunnen helpen – ik heb het nu
tegen de heer Van der Staaij – om in het besluit of op
een andere manier tot een formulering te komen, in
welke gevallen je vier mensen op een auto zou kunnen
laten rijden en in welke gevallen zes mensen. Dat zal
natuurlijk niet vandaag lukken.
Mevrouw Laaper vraagt ook of de uitrukken kunnen
worden geregistreerd, tenminste als ik haar goed heb
begrepen. Het Besluit veiligheidsregio’s verplicht de
veiligheidsregio’s om dat te doen, wat betekent dat wij er
een overzicht van zullen krijgen. Als mevrouw Laaper
denkt dat het nuttig is, kan zij die informatie uiteraard
krijgen.

(...)

Enz
enz


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993
Reactie #395 Gepost op: 26 oktober 2010, 09:57:44
http://www.nvbr.nl/@18040/b_w_utrecht/

B&W Utrecht: Mogelijkheid afwijking standaardbezetting brandweerauto
 

Het college van B&W van Utrecht heeft ingestemd met het voorstel af te wijken van de standaardbezetting van een brandweerauto. Dankzij dit besluit kan de Brandweer in Utrecht doorgaan met het uitrukken met een tankautospuit met vier personen, dat al sinds oktober 2009 tot de bedrijfsvoering van de vrijwillige brandweerposten behoort. Met de inwerkingtreding van de Wet op de Veiligheidsregio's, op 1 oktober 2010, heeft de standaardbezetting van brandweereenheden een wettelijke basis gekregen. Voor het afwijken van de standaardbezetting is een formeel besluit vereist. Een standaard brandweervoertuig is een tankautospuit met bezetting van zes personen. Met dit besluit is er weer een wettelijke basis om bij de drie vrijwillige posten (Vleuten-Haarzuilens, De Meern en Zuilen) met vier brandweerlieden uit te rukken (bron: gemeente Utrecht).


Landelijke achtergrond

In het voorjaar hebben Tweede Kamer en het Ministerie van BZK veelvuldig gedebatteerd over de voertuigbezetting van de brandweer. Uiteindelijk heeft dit ertoe geleid dat het ministerie de mogelijkheid om af te wijken van de standaardbezetting van de basisbrandweereenheid heeft vastgelegd in het Besluit Veiligheidsregio’s dat op 1 oktober in werking is getreden. De NVBR zag deze stap als een belangrijke vooruitgang. ‘Het mogen afwijken van de standaardbezetting op de basisbrandweereenheid maakt het mogelijk meer ‘vraaggericht’ uit te rukken naar een melding’, aldus bestuurslid Stephan Wevers van de NVBR. ‘Dit past helemaal bij de nieuwe visie van de brandweer op de toekomst. Volgens deze visie zal de brandweer in de toekomst haar werk veel meer toespitsen op de aanwezige risico’s. Hierbij staat de veiligheid van de burger en de brandweermensen uiteraard voorop.’

De afwijkbevoegdheid maakt het mogelijk sneller hulp te verlenen aan de burger. Bij bepaalde meldingsclassificaties zoals containerbrandjes, wateroverlast, stormschade en buitenbranden is het verantwoord om met minder mensen uit te rukken. Op basis van informatie is het mogelijk op te schalen naar bijvoorbeeld middelincident of meer, maar het tegenovergestelde is ook legitiem: afschalen naar TS4 of zelfs naar een 2-mans bezet voertuig. ‘Vraaggericht hulpverlenen, daar gaat het dus om. Noem het de TS-anders.’  

Het mogen afwijken van de standaard geeft ook lucht bij die brandweerposten waar de belasting op de vrijwilligers erg hoog is.’  Wevers: ‘Op verschillende plaatsen in het land worden ervaringen opgedaan met flexibele voertuigbezetting en de bevindingen en uitkomsten zijn positief. De NVBR zal de pilots met elkaar verbinden en onder een ‘landelijke paraplu’ brengen. Ook zal de NVBR invulling geven aan een gestructureerd, onafhankelijk onderzoek om op zo kort mogelijke termijn uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van de variabele voertuigbezetting.’ De staatssecretaris van BZK heeft toegezegd beide initiatieven te steunen. Ook zegde zij gisteren toe binnen twee jaar te evalueren en waar nodig de bepaling over de afwijkmogelijkheid bij te stellen.

Recent heeft afstemming plaatsgevonden met BZK op welke wijze aan de paraplu en onafhankelijk onderzoek invulling wordt gegeven. Esther Lieben is namens de NVBR trekker van het landelijk project. De NVBR voert het project in samenwerking met het NIFV (Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid) uit, in opdracht van BZK. Bij het project zullen ook de vakbonden,  bestuurders en wetenschappers worden betrokken. Vanuit de vakinhoud is via het Netwerk repressie van de NVBR een aantal inhoudelijk deskundigen betrokken.

 
Pilot in Alkmaar

Brandweer Alkmaar dient 80 procent van het aantal branden binnen de geldende normtijd te bereiken. Om dit te behalen start de brandweer vanaf 3 januari met de pilot TS4 (flexibele bezetting van de tankautospuit). Hierdoor kunnen de vrijwilligers bij de brandweer betrokken blijven bij de invulling van de eerste uitruk. De Alkmaarse pilot is gelinkt aan het landelijke project Variabele Voertuigbezetting.

Met de pilot TS4 wordt bereikt dat gedurende 24 uur per dag in 80 procent van het aantal meldingen de brandweer de incidentlocatie bereikt binnen de geldende normtijd, dat de eerste uitruk wordt verzorgd vanaf de Helderseweg door beroepsmedewerkers en vrijwilligers in een voltijdse bezetting op de kazerne Centrum en dat er vanaf de posten Koedijk en Oudorp wordt uitgerukt door middel van vrije instroom.

De veiligheid van brandweermedewerkers staat voorop. Door te kiezen voor de juiste werkwijze, de wijze van optreden bij risico's en het juist instrueren en informeren van medewerkers worden de risico's tot een aanvaardbaar niveau teruggebracht. In het implementatieplan Pilot TS4 is de werkwijze opgenomen.

In het voorbereidingstraject is veel aandacht voor opleiding, training en het organisatorisch wijzigen van de uitruk. Tijdens de voorbereiding worden de inzichten voor verbetering en opgedane ervaringen direct verwerkt in de volgende fase van voorbereiding. Dit alles krijgt tijdens de pilot TS4 zijn vervolg in de vorm van evaluatie en bijsturing. Op elk moment kan de organisatie teruggrijpen op de 'oude vertrouwde' werkwijze met de TS6. Zo is geborgd dat de pilot TS4 op een verantwoorde wijze ingevoerd wordt en veilig verloopt.

(Bron: webregio.nl)


Brandpreventist

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 18,993


tower-ladder

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,406
Reactie #397 Gepost op: 9 december 2010, 20:24:28
Snel Interventie voertuig, laat dat snel maar weg. Voorlopig zul je eerst je driepunts veiligheidsgordel om moeten doen, en als je ter plaatse bent je ademluchttoestel omhangen. Dat zat niet in het promotiefilmpje van VRR. Begrijp niet waarom het toestel niet in de rug leuning is weggewerkt ???, Zeker een centenkwestie......
Als de temperatuur van het water dat via het zolderraam naar binnen wordt gespoten gelijk is aan de temperatuur van het water dat via de voordeur naar


jeugdbrandweer131

  • Niet meer actief bij de brandweer.
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 516
  • evenementenhulpverlener bij het NRK
    • www.dylanwildschut.nl
Reactie #398 Gepost op: 10 december 2010, 21:41:44
Nieuw brandweervoertuig (SIV) Regionale Brandweer Rotterdam-Rijnmond
komt de siv van rotterdam ook in district waterweg omdat ik onderanderen de burgemeester van Vlaardingen ook ziet
gaat het niet zoals het moet, moet het maar zoals het gaat. [IMG]http://www.t-tools.nl/Monitor/17.gi


tower-ladder

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,406
Reactie #399 Gepost op: 10 december 2010, 23:36:57
Recent amerikaans onderzoek heeft aangetoond dat in woningen anno Nu, (test was een paar jaar geleden) een snellere hitte opbouw en dus branduitbreiding is als werd aangenomen. Belangrijkste oorzaak, de gebruikte materialen van het meubilair in de hedendaagse woningen. Hier het test filmpje, zou het synchroon lopen met het promotiefilmpje van de SIV, is er ook bij een geplaatste rookmelder al een Flashover 3.00 als vrijwilliger Joost nog in zijn SI voertuig moet stappen. whaha
Fire Safety Video
Zouden de gebruikte gevens voor deze pilot door dezelfde mensen zijn aangeleverd die zeiden dat in een ondergrondse parkeergarage max. 7 auto's zouden branden :-X
Als de temperatuur van het water dat via het zolderraam naar binnen wordt gespoten gelijk is aan de temperatuur van het water dat via de voordeur naar