Fixatie is in principe strijdig met artikel 5 van het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en met artikel 12 van de Belgische Grondwet.
In de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, waarborgt artikel 5 het recht op zelfbeschikking, eerbiediging van de menselijke waardigheid en het recht op een kwaliteitsvolle dienstverlening die beantwoordt aan de behoeften van de patiënt.
Het Koninklijk Besluit van 18 juni 1990 neemt fixatie op in de lijst van aan verpleegkundigen toevertrouwde toegelaten handelingen. Dit kan ook gelden voor andere paramedische beroepen en voor de studenten die een opleiding tot 1 van deze beroepen volgen. De personen die deze fixatie toepassen blijven wel altijd verantwoordelijk voor hun daden en de mogelijke gevolgen hiervan.
Hierbij moet er ook aan gedacht worden dat fixatie alleen bedoeld is om de patiënt tegen zichzelf te beschermen, of om anderen tegen hem te beschermen. Een patiënt fixeren om te voorkomen dat hij gaat rondwandelen, of fixatie om het comfort van de verpleegkundigen te verhogen, is geen geldige reden tot fixatie. Ik vind wel dat dit een dunne, mistige grens is. Het is vaak immers moeilijk te bepalen welke risico’s het verwarde gedrag van de patiënt inhouden. Bijkomstig is dat er regelmatig door de familie gevraagd wordt dat de patiënt gefixeerd wordt, omdat men vreest dat deze anders door onrustig gedrag ’s nachts uit bed zou kunnen vallen, en zich zo verwonden. Zeker bij oudere mensen, die toch kwetsbaarder zijn, kan een val uit bed leiden tot verwondingen die leiden tot bijkomstige medische problemen. Hoofdwonden, ribfracturen en dergelijke meer, stellen de patiënt lichamelijk extra op de proef.
Daarbij stel ik me de vraag of we niet eerst moeten kijken of de veiligheid van de patiënt ’s nachts niet gewaarborgd kan worden met omhoog geklapte bedhekkens + eventueel onrustplanken hiertussen, en het bed in de laagste stand.
Soorten Fixatie
- Zweedse band: een heupgordel die aan het bed en rond de middel van de patiënt wordt vastgemaakt, in de regel samen met pols- of enkelband.
- Slaapzak of pyjama: deze wordt onderaan de matras bevestigd, waarna de patiënt als het ware in de zak moet gaan liggen.
- Fixatie door middel van voorzettafel: wordt gebruikt om te voorkomen dat de patiënt opstaat uit de zetel.
Gevaren van fixatie
Fixatie brengt gevaren met zich mee. Als hulpverleners en zorgverleners moeten we hieraan denken. Uit onderzoeken blijkt dat de zogenaamde Zweedse Gordel, jaarlijks tot 3 doden eist in Nederland. We moeten ons de vraag durven stellen of verdwaald rondlopen of uit bed vallen jaarlijks tot 3 doden leidt. Ik ben ervan overtuigd dat de fixatie’s op de afdeling waar ik stage loop met de beste bedoelingen gebeuren, op een professionele en veilige manier. Hieraan wordt immers veel aandacht besteed. Toch mogen we de nadelige gevolgen van fixatie niet negeren:
Lichamelijk:
- Decubitus door steeds in de zelfde houding te liggen, letterlijk en figuurlijk gebonden aan bed of zetel.
- Huidletsels door schuren
- Infecties door verhoogde kans op incontinentie
- Incontinentie
- Obstipatie door ophouden
- Verminderde eetlust
- Hogere mortaliteit
- Spierverzwakking door steeds in de zelfde houding te liggen. Beweging is belangrijk, ook voor geriatrische patiënten. Op de afdeling laat men in de mate van het mogelijke zelfs de gefixeerde patiënten overdag regelmatig bewegen.
Geestelijk:
- Sociale isolatie
- Stress
- Paniek - en schrikreacties
- Agressie
- Depressie
- Verlies van autonomie
- Verlies van zelfrespect
Omwille van de gevaren die de specifieke fixatiemanieren met zich meebrengen, moet indien fixatie wordt toegepast, steeds voldoende aandacht hieraan gegeven worden. De Zweedse band mag enkel gebruikt worden met opgeklapte bedhekkens + bedplanken, en het is zeer belangrijk dat er gebruik wordt gemaakt van een enkel- en polsband. Indien dit niet gedaan wordt, kan de patiënt omlaag schuiven en draaien in de gordel, wat tot verstikking kan leiden.
Een ander gevaar waar volgens mij te weinig aandacht aan wordt geschonken, is de invloed van fixatie bij evacuatie omwille van brand of ander onheil. Bij brand heeft men zonder adembescherming gemiddeld 30 seconden tijd om door rookgassen te vluchten, zonder te spreken over de inwerking van hete rookgassen en vuur op het lichaam. Rook verspreidt zich een gebouw met gemiddeld 50 km/u. In een ziekenhuis, waar bedlegerige patiënten vaak voorkomen - en zeker op een geriatrische afdeling!- heeft dit tot gevolg dat de evacuatie sterke vertraging oploopt. Bovendien zorgen medische gassen zoals zuurstof voor extra risico’s. Aangezien een evacuatie in de regel dient te gebeuren door een patiënt te slepen, te ondersteunen, met bootbrancard of brancard, maar niet met bed, zorgt een fixatie voor extra problemen bij brand. Hierdoor loopt de sowieso al moeilijke evacuatie nog meer vertraging op. Het de-fixeren van patiënten duurt minstens een halve minuut, geteld in ideale omstandigheden wat betreft zicht en omgeving, in een met rook gevulde kamer, gedreven door paniek, zal deze tijd danig oplopen. Hoewel er in de evacuatie rekening is gehouden met branddeuren op de gangen en de kamerdeuren, die in de regel een brandweerstand van minstens een half uur hebben, en compartimenterende muren met een brandweerstand van een uur, moeten we eraan denken dat gefixeerde personen zonder hulp bij een brand volledig machteloos zijn. Een slaapzak kan nog makkelijker geopend of opengeknipt worden, voor de stugge Zweedse band is dit al moeilijker. Hierom is het noodzakelijk dat de materialen om de fixatie los te maken steeds op de kamer aanwezig zijn.
Een ander aandachtspunt is dat de fixatiematerialen regelmatig gereinigd moeten worden om hygiënisch te kunnen worden gebruikt.
Alternatieven
Alternatieven?
- Als de patiënt onrustig is omdat hij gewoon is om 11u te eten, en in het ziekenhuis dit pas mag om half 12, kan er dan eventueel geen uitzondering gemaakt worden?
- Kan de onrust opgelost worden door persoonlijke spullen op de kamer te brengen, zonder een hele verhuis te doen.
- De eenzaamheid verminderen door de bewoners op bepaalde tijdstippen samen te zetten, of een gedeelde kamer te geven indien de patiënt zich alleen voelt.
- De zorgen steeds zoveel mogelijk te laten gebeuren door dezelfde zorgverlener op dezelfde tijdstippen, zodat er sneller een vertrouwensband kan ontstaan.
- Rekening houden met het gebruikelijke dagschema van de patiënt.
- Onrust proactief aanpakken door patiënt bijvoorbeeld als eerste te verzorgen en tijdens de verzorging gerust te stellen.
- Respect tonen aan de zorgvrager: interesse tonen naar verleden, familie etc…
- Alle zorgverleners trekken aan het zelfde touw.
- In plaats van vastzetten in zetel d.m.v. voorzettafel de patiënt gewoon aan tafel laten zitten en voldoende afleiding of bezigheid geven.
- Zorgen voor een voldoende grote personeelsbezetting, zodat het personeel meer tijd kan maken voor de patiënten.
Omwille van economische, praktische en arbeidsgebonden voorwaarden moeten we wel de vraag stellen of dit ook effectief haalbaar is, maar het beleid is er best op gericht zo weinig mogelijk te fixeren.