Zware kritiek op aanpak Q-koorts»
http://nos.nl/artikel/199889-zware-kritiek-op-aanpak-qkoorts.htmlUpdate: maandag 22 nov 2010, 07:19
persberichtrapport van de Evaluatiecommissie Q-koorts (pdf) De ministeries van Landbouw (LNV) en Volksgezondheid (VWS) hadden doortastender kunnen én moeten optreden tijdens de uitbraak van de Q-koorts. Dat staat in het rapport van de Evaluatiecommissie Q-koorts (pdf) dat vandaag gepresenteerd wordt.
In het rapport Van verwerping tot verheffing staat verder dat belangrijke informatie zoals de adressen van besmette bedrijven met een beroep op de privacy van de boeren ten onrechte niet bekend werd gemaakt aan de GGD'en.
Leiding
Volgens de onderzoekers moet bij de bestrijding van uitbraken van voor mensen gevaarlijke dierziekten in het vervolg het ministerie van Volksgezondheid de leiding krijgen. Het ministerie moet de macht krijgen om beslissingen door te zetten, ook tegen de zin van andere ministeries in.
Verder mogen privacy-overwegingen voortaan geen rol meer spelen als de volksgezondheid in het geding is en moet de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit worden losgemaakt van de ministeries van VWS en Economische Zaken, waar Landbouw tegenwoordig onder valt.
De conclusies van de commissie komen grotendeels overeen met de conclusies die de NOS trok in een op 17 januari gepubliceerde reconstructie van de aanpak van de Q-koorts.
Verantwoordelijkheid
De commissie onder voorzitterschap van Gert van Dijk, hoogleraar aan de universiteiten Nyenrode en Wageningen, oordeelt dat de boeren niet voldoende aangesproken zijn op hun verantwoordelijkheid.
Bepaalde informatie, zoals over een aantal Q-koortsgevallen in 2005, werd niet gedeeld tussen betrokkenen en zelfs binnen betrokken instanties. Daardoor werd de uitbraak in 2007 als eenmalig beschouwd. Het ministerie van Landbouw wees een onderzoeksvoorstel naar aanleiding van die eerste gevallen af.
De commissie zegt dat niet met zekerheid gezegd kan worden of krachtdadiger ingrijpen door de overheid voor een ander verloop van de Q-koortsuitbraak zou hebben gezorgd.
Communiceren
De onderzoekscommissie doet nog een aantal aanbevelingen. De problemen moeten samen met bedrijfsleven en samenleving opgelost worden, niet vóór hen. De overheid moet onmiddellijk en open communiceren over wat ze wel weet en ook over wat zij (nog) niet weet.
De sector moet in een veel eerder stadium bij de problemen betrokken worden en aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Bij een uitbraak van voor mensen gevaarlijke dierziekten moeten de humane en de veterinaire betrokkenen volgens een geïntegreerde aanpak samenwerken onder de eindverantwoordelijkheid van de minister van Volksgezondheid.
RIVM
Van Dijk en zijn medecommissieleden hadden een duidelijke opdracht gekregen. Ze moesten onderzoeken hoe de ministeries van VWS en LNV de Q-koortsuitbraak aangepakt hebben en welke lessen er voor de toekomst te trekken zijn.
Het rapport bevat ook stevige kritiek op de deskundigen die als beleidsadviseurs van de ministers optreden. Zo verwijt de commissie het RIVM dat het pas in augustus 2009 heeft gemeld dat mensen die dicht in de buurt van een besmet bedrijf wonen veel meer risico lopen op Q-koorts.
Tot die tijd aarzelden de deskundigen of wel afdoende bewezen was dat de besmette geiten- en schapenbedrijven de bron waren van de menselijke Q-koortsgevallen. Volgens de commissie had het RIVM eerder dat verband kunnen leggen.
In een bestuurlijk overleg van 4 oktober 2007 waaraan twee vertegenwoordigers van het RIVM deelnamen werd dat verband overigens wel degelijk gelegd.
Direct contact
De Voedsel en Waren Autoriteit was al in 2007 door de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) en de GGD naar besmette bedrijven gestuurd. De VWA meende dat Q-koorts een beroepsziekte was die zonder direct contact tussen mens en dier niet kon ontstaan.
Het ministerie van Landbouw beklemtoonde ook voortdurend dat er geen hard bewijs was voor een verband tussen besmette bedrijven en concentraties van patiënten in de omgeving daarvan. Dat argument werd gehanteerd om maatregelen tegen te houden.
Drastisch
De commissie concludeert dat de besluitvorming in een tempoversnelling is gekomen door een aantal factoren. Zo gingen de GGD Hart voor Brabant en het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch steeds harder aan de bel trekken door het groeiende aantal patiënten in met name Brabant. Daardoor wist commissaris van de koningin Maij-Weggen een werkbezoek van de ministers Klink van VWS en Verburg van LNV aan de zwaargetroffen gemeente Landerd voor elkaar te krijgen.
Ook de groeiende media-aandacht, met name een Zembla-uitzending van 6 december 2009, leidde tot een stroomversnelling; drie dagen na die uitzending besloten de ministers Verburg en Klink tot het ruimen van alle drachtige dieren op besmette bedrijven.
Teruggelopen
Toen in 2009 de geesten eindelijk rijp waren voor het nemen van maatregelen werd meteen gekozen voor de "meest drastische". Intussen zijn op 94 geiten- en schapenhouderijen vele tienduizenden dieren geruimd.
Er zijn tussen 2007 en nu meer dan 4000 Q-koortspatiënten geteld, waarvan er veertien zijn overleden. Tientallen patiënten hebben momenteel de zeer ernstige chronische Q-koorts. Daarvan zal er volgens de specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis nog een groot aantal bij komen.
De ruimingen hebben er wel voor gezorgd dat het aantal besmettingen van mensen met Q-koorts in 2010 sterk is teruggelopen.