De meeste geneeskundige specialisten kunnen vanaf 1 mei 2013 t/m 30 april 2014 geaccrediteerde nascholing buiten het eigen vakgebied volgen, ten behoeve van de herregistratie op het eigen vakgebied.
Artsen mogen in de pilotperiode maximaal 50 accreditatiepunten halen op een ander vakgebied. Die punten tellen dan ook mee voor de herregistratie. Voor alle deelnemende specialismen wordt deze mogelijkheid, inclusief de begrenzing op 50 punten, vanaf 1 mei 2013 ingesteld in het persoonlijk GAIA-dossier van de arts.
Professionele keuzevrijheidDe reden voor deze pilot is dat de praktijk erom vraagt. Zo kan het voorkomen dat een chirurg een nascholing wil volgen bij de orthopeden, een psychiater bij de neurologen, een reumatoloog bij de verzekeringsartsen, een huisarts bij de KNO-artsen, een klinisch geriater bij de huisartsen, enzovoort.
Aan de keuze voor het volgen van nascholing op andere vakgebieden worden geen restricties gesteld, maar wordt vertrouwd op de professionaliteit van de arts. Als een arts geaccrediteerde nascholing volgt op het vakgebied van een specialisme dat niet aan de pilot deelneemt, tellen deze accreditatiepunten (tot het maximum van 50) wel mee voor de herregistratie.
Deelnemende specialismenAan de pilot doen mee: huisartsen, specialisten ouderengeneeskunde, artsen voor verstandelijk gehandicapten, SEH-artsen en 21 medische specialismen (voor nucleair geneeskundigen geldt een afwijkend maximum van 80 punten per herregistratieperiode).
Omdat de lijst van 21 deelnemende medische specialismen lang is, worden hier alleen de medische specialismen genoemd die niet aan de pilot deelnemen: anesthesiologie, dermatologie, kindergeneeskunde, klinische genetica, MDL-geneeskunde, radiologie, radiotherapie, orthopedie en thoraxchirurgie.
De sociaal geneeskundige specialismen nemen niet deel aan deze pilot, omdat zij een ruimere eigen regeling kennen.
http://knmg.artsennet.nl/