Een van de eisen is dat het blauw/amberlicht zichtbaar is op een afstand van 30 meter buiten de bebouwde kom. 30 meter! Als ik met mijn tuf tuf op de A10 rij en ik tuf 90 km/u dan rij ik dus 25 meter per seconde. Dus tegen de tijd dat ik een blauwe/amberlampje zie ben ik al zo dichtbij die de lamp dat ik nooit meer op tijd stil kan staan
Waar heb je dit vandaan?
Mocht je het op het reglement OGS 2009 beschouwen, dan is onderstaande het enige wat ik hierover kan vinden dat enigszins in de buurt komt van jouw uitspraak. Mocht je het ergens anders op baseren, dan kun je onderstaand verhaal als niet geplaatst beschouwen
Het licht is zodanig gemonteerd dat het signaal kan worden waargenomen rondom het voertuig vanaf een afstand van 20 m vanaf het voertuig, gemeten op 1,5 m boven het wegdek
Daarmee wordt - volgens mij - bedoeld dat je dat zwaailicht vanaf die 20 meter moet kunnen zien, niet dat dit de minimale afstand is die het licht moet uitstralen. Anders gezegd: binnen die 20 meter hoef je het niet te kunnen zien, wat voor hogere voertuigen best eens het geval kan zijn.
Hoe ver het licht moet kunnen stralen is bepaald in de ECE richtlijn. Welke afstand dat is weet ik niet (zal waarschijnlijk ook niet uitgedrukt zijn in meters), daar hebben anderen meer verstand van.
In ieder geval, zoals ik de regelgeving interpreteer, is dit dus niet de minimale afstand die het licht moet kunnen uitstralen, maar de minimale afstand waarbinnen het licht waargenomen moet kunnen worden. Een wezenlijk verschil. En ik mag hopen dat de opbouwers het ook als zodanig interpreteren.