De vraag is in het verleden al gesteld aan het ministerie en ook door hen beantwoord.
Vraag:
Mogen anderen dan beroepsbeoefenaren een voorbehouden handeling verrichten?
Antwoord:
De bevoegdheidsregeling voorbehouden handelingen heeft betrekking op alle
beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg. Zij die niet beroepsmatig
voorbehouden handelingen uitvoeren, zoals patiënten, ouders en familieleden, vallen
niet onder de Wet BIG. Een paar voorbeelden: een diabetespatiënt mag bij zichzelf
insuline spuiten; ouders mogen een sonde inbrengen bij hun verstandelijk
gehandicapte kind dat niet zelfstandig voedsel tot zich kan nemen; familieleden
mogen voorbehouden handelingen bij een patiënt uitvoeren. Overigens is op hen,
zoals op iedere burger, wel het strafrecht van toepassing, dat het veroorzaken van
ernstige schade aan personen strafbaar stelt.
Ik hoor in deze discussie veel meningen waarschiijnlijk ingegeven door de gedachte "zo zou het moeten zijn" of "ik denk dat het zo is", misschien "van horen zeggen" maar niet op basis van wetskennis.
Mijn advies: probeer dergelijke standpunten altijd te onderbouwen met relevanten bewijzen, in dit geval wetsteksten en/of jurisprundentie.
Ik denk dat we goed onderscheid moeten maken tussen wat de wet zegt en wat we zelf vinden dat de wet zou moeten zeggen/betekenen. Ik denk dat dat ook de essentie is van het meningsverschil tussen Jos en mijzelf.
En vergeet niet wat de ene wet niet dekt, wordt vaak door een andere afgedekt.
In dit geval betekent dit dus dat de handeling op zich niet verboden hoeft te zijn, maar de je nog steeds vervolgt kan worden op de (mogelijke) schadelijke gevolgen er van, ook al is dat op basis van een andere wet.