‘Veluwe heeft hoog brandrisico’EDE/REGIO - De Veluwe heeft een hoog brandrisico. Dat concluderen twee studenten uit Texas en twee studenten van Van Hall Larenstein Universiteit in Velp die de afgelopen maanden de brandbaarheid van het natuurgebied onderzochten. Er ligt onder meer veel ‘brandstof’ op de grond. Brandstof is simpelweg alles wat kan branden van bomen tot struiken, van hei tot de humuslaag.
In Nederland is nooit eerder onderzoek gedaan naar de brandstof in de natuur. ‘Fire ecologist’ dr. Bryan Oswald van de Austin University in Texas verbaasde dat toen hij vorig jaar in Nederland was voor een presentatie. Vooral omdat de natuur zo intensief wordt gebruikt, voor bewoning en recreatie. Hij nam het initiatief tot een onderzoek en de veiligheidsregio’s Gelderland-Midden en Noord- en Oost-Gelderland waren bereid tot begeleiding en steun, net als veel groenpartijen als Staatsbosbeheer en de gemeente Arnhem. Dat was de aanleiding voor de twee Texanen om in Nederland onderzoek te doen. Twee Nederlandse studenten haakten aan. Nienke Brouwer studeert natuur en landschap techniek en Frank van Wanrooij westerse bosbouw.
Humuslaag anders
Al snel concludeerden de studeren dat de begroeiing op de Veluwe niet wezenlijk verschilt met de Amerikaanse bossen, ondanks het klimaatverschil. Alleen de humuslaag op de grond is heel anders. De studenten waren verbaasd over de hoeveelheid brandstof op de grond in de bossen. In het eiken-/beukenbos constateerden de studenten 20.000 kilo droogstof per hectare op de grond. Dat betekent een relatief hoog brandrisico vergeleken met landen als Amerika, Canada of Australië, maar de humuslaag is door het Nederlandse klimaat niet standaard droog. In Amerika is het heel gewoon om stukken bos af te branden als ze niet meer aan de veiligheidseisen voldoen en dus een gevaar kunnen zijn voor natuurbranden. Maar het verschil is dat daar niemand woont en niemand op een camping verblijft.
De resultaten van het onderzoek van de vier studenten zijn rechtstreeks te koppelen aan het bestaande natuurbrandverspreidingsmodel. Dit model kan de verspreiding van het vuurfront in de tijd berekenen aan de hand van meteorologische gegevens, de topografische kaart en brandstofmodellen (met een overzicht van de brandbaarheid per type natuur). Door de beelden aan dit model te koppelen, ontstaat een realistischer beeld van de werkelijke situatie.
De verkregen gegevens kunnen ook in de praktijk worden gebruikt, tijdens een echte natuurbrand om in te kunnen schatten wat de brandbaarheid is van het gebied. Ook kunnen organisaties de gegevens gebruiken om maatregelen te nemen in de natuur om eden gebied ‘veiliger’ te maken door bijvoorbeeld een minder brandbaar type vegetatie rondom een camping aan te planten of juist brandbare vegetatie weg te laten in de dichte omgeving.
Crèche
In de Verenigde Staten leren kleine kinderen al heel jong wat natuurbrandgevaar inhoudt, het begint al op de crèche. Het is bij ons een soort tweede natuur, zeggen de studenten uit Texas, Jessica en Earl, op de internetsite van de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Zij vinden dat een heel goede manier om iedereen geïnformeerd te krijgen en te houden als het gaat om natuurbranden.
Jessica, die naast sociologie ook massacommunicatie studeert, adviseert informatie over natuurbrandgevaar te geven aan de bosrand. Daarvoor kunnen de borden voor gebruikt worden die nu al overal te vinden zijn met wandel- en fietsroutes. Haar advies is daar ook ruimte te maken voor natuurbrand met antwoord op de vragen: Wat is natuurbrand en wat kun je zelf doen? Ze hoopt dat mensen weten wat ze moeten doen als er brand uitbreekt en dat ze ook weten dat ze kunnen helpen om bosbrand te voorkomen.
foto's:
Brand op de Edese hei in 2009.
bron
www.edestad.nl