Sluit ik me bij aan. Terwijl Mus aan het typen was, deed ik dat ook, dus wellicht ten overvloede hier nog mijn versie:
In principe geeft de aanvrager alles aan en mag de gemeente alleen maar toetsen (het werk is daardoor voor de toetsers wel saaier geworden
). Wanneer het totaal klopt, kan je er verder over het algemeen weinig aan doen. Alleen als wat de aanvrager aangeeft heel onlogisch is, kan je het afwijzen (bijvoorbeeld als je eerst via allerlei andere ruimten moet om bij de door de aanvrager aangegeven deur te komen, terwijl er een deur rechtstreeks naar buiten is). Maar die afwijzing moet dan wel duidelijk beargumenteerd worden.
De relatie met lid 10 is er niet. Anders had dat wel in lid 10 gestaan. En daar staat "een punt in een verblijfsruimte" en "een toegang". Dat punt hoeft dus niet per sé aangewezen te zijn op die toegang.
Als je het officiële antwoord hierover wilt weten, moet je gewoon een helpdeskvraag op de VROM-site stellen. Die heeft het Bouwbesluit tenslotte verzonnen. Maar ook dat antwoord is slechts een visie. De rechter is uiteindelijk de enige die kan bepalen of de regelgeving goed is uitgelegd.