Veel mis bij slachtofferregistratie

Auteur Topic: Veel mis bij slachtofferregistratie  (gelezen 24635 keer)

0 gebruikers (en 27 gasten bekijken dit topic.

oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #60 Gepost op: 14 december 2012, 15:14:56
@CM Dat klopt maar is ook precies wat ik aan heb gegeven. Ik hoop niet dat je eigenlijk wil zeggen dat je collega verpleegkundigen in Duitsland slechte opleidingen hebben of dat daar de medische zorg onder ieder aanvaardbaar peil ligt.

 Als men de ambulance verpleegkundige extra rechten geeft zoals het uitvoeren van voorbehouden handelingen is de keerzijde dat bij aanvaarden van die rechten ook een aantal plichten horen. Eigen verantwoording dragen is soms vervelend, de Duitse verpleegkundige heeft daar geen hinder van omdat de eindverantwoording bij de arts ligt die de toestemming gaf tot uitvoeren van de handeling.


CM

  • Docent verpleegkunde/parttime ambulanceverpleegkundige
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,118
Reactie #61 Gepost op: 14 december 2012, 15:28:16
024,

Ik wil helemaal niet beweren dat mijn collega's in Duitsland slecht zijn opgeleid. Wel dat het systeem anders is met veel niveau verschillen per regio. Dat betekent in de praktijk dat je in bijv. NRW te maken hebt met een Rettungsassistent terwijl je in Beieren een vrijwillig RK Rettungssanitater tegen kan komen. Deze tweede heeft beduidend minder bevoegdheden door een kortere opleiding.

Het voordeel van Nederland is uniformiteit. Van Maastricht tot Groningen kom je overal dezelfde soort beroepsbeoefenaren tegen, met dezelfde bevoegdheden.

CM
The exceptional is ubiquitous; to be entirely typical is a rare and lonely state - Andrew Solomon


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #62 Gepost op: 14 december 2012, 15:59:44


Het voordeel van Nederland is uniformiteit. Van Maastricht tot Groningen kom je overal dezelfde soort beroepsbeoefenaren tegen, met dezelfde bevoegdheden.

CM

Wat ik probeerde te zeggen dat het weinig uitmaakt welke bevoegheden iemand heeft.

Ik ben medisch specialist. Ik ben bijna dagelijks (behalve in de weken voor de kerstdagen/jaarwisseling) bezig met herstellen van aangeboren hartafwijkingen. Jij bent ambulanceverpleegkundige. Wij hebben allebei de bevoegheid een naaldje te prikken of om iemand te intuberen

Ik prik in mijn dagelijkse werk nooit een infuusnaald, ik geef hooguit opdracht aan iemand anders een lijn te prikken. Intuberen doe ik ook nooit, als ik koffie drink is de gasboer bezig met intuberen. Een ambulance verpleegkundige zal dagelijks wel 1 of meerdere naaldjes prikken, intubatie zal ook regelmatig voorkomen.

Als jij bij een ongeval je werkt doet en ik kom voorbij zal ik vragen of ik iets voor je kan doen. Het vraagstuk is helemaal niet wie de bevoegdheid heeft. Het vraagstuk is wie de meest aangewezen persoon is in die omstandigheden de handeling te verrichten. De ambulance verpleegkundige in dit geval.

Het hebben van bevoegdheden op papier is helemaal geen absoluut gegeven.

Mijn betoog is deels ook gericht om het pleidooi van iemand anders een beetje te relativeren. De jubelzang over Nederland mag men wel breder zien. In andere topics maken burgerhulpverleners zich zorgen. Je kan wel de opdeling maken van Duitse ambulancediensten en stellen dat het in Nederland uniform is. Dat is niet meer zo omdat Nederland ook steeds meer verschuift naar verschillende lagen van opleiding/bevoegdheid. In Nederland kan het dat een burgerhulpverlener met  AED onder de snelbinders komt aanfietsen. Aangezien het onder de regie van RAV managers tot stand is gekomen neem ik aan dat deze hulpverleners ook gezien mogen worden als een deel van de RAV.


CM

  • Docent verpleegkunde/parttime ambulanceverpleegkundige
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,118
Reactie #63 Gepost op: 14 december 2012, 16:22:56
024,

Ik denk dat we op één lijn zitten als het gaat om het (h)erkennen van de eigen grenzen. Jij mag gerust een naald prikken aan mij overlaten, maar ik trek ook de grens bij het opensnijden van een thorax (of ver daarvoor eigenlijk, maar goed..).

Waar onze wegen scheiden is de tweede helft van je betoog. Wij weten uit onderzoek dat het verkorten van de aanrijtijden geen gezondheidswinst oplevert. Op één categorie na: de reanimatiebehoeftige patient. Toch kunnen we niet op elke straathoek staan voor dat ene geval. Daarvoor zijn de middelen te beperkt. Daarom hebben wij diverse initiatieven zoals First Responder Brandweer en Burgerhulpverlening. Deze mensen worden ingezet om de eerste klap (sic) uit te delen. Gelijktijdig wordt er ook professionele zorg ingeschakeld. Deze leken worden ondersteund door ons maar worden niet gezien als integraal onderdeel van de RAV. Kortom, paraatheidsuitbreiding is niet de oplossing. Sterker nog, het leidt tot een afname van voorbehouden handelingen onder de beroepsgroep. En dat is natuurlijk weer kwaliteitsvermindering.

CM
The exceptional is ubiquitous; to be entirely typical is a rare and lonely state - Andrew Solomon


oma

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 10,711
Reactie #64 Gepost op: 14 december 2012, 16:52:47
024,

Ik denk dat we op één lijn zitten als het gaat om het (h)erkennen van de eigen grenzen. Jij mag gerust een naald prikken aan mij overlaten, maar ik trek ook de grens bij het opensnijden van een thorax (of ver daarvoor eigenlijk, maar goed..).

Ik zou het me persoonlijk aantrekken als ik niet met verpleegkundigen op 1 lijn zou zitten. Waarom dacht je dat het anders zou zijn, vanwege mijn onvermogen om op 1 lijn te komen met zorgmanagers?

Ik trek ook die grens, ik voel me niet de aangewezen persoon om in situaties buiten een ziekenhuis een thoraxdrain in te brengen. Andere mensen die bij hebben gedragen aan dit topic mogen van mij roepen dat het nadeel is van medici dat ze de neiging hebben om na te denken over wat allemaal niet zou kunnen gebeuren.

Ik ben de persoon die jou een keer extra aankijkt , dat we samen nog eens kijken naar die dikke scherpe punt. Ik vraag me liever eerst nog een keer af wat er zou kunnen gaan gebeuren. Ik weet zeker dat jij dat ook denkt, ook in het geval als ik de handeling ga verrichten.

Waar onze wegen scheiden is de tweede helft van je betoog. Wij weten uit onderzoek dat het verkorten van de aanrijtijden geen gezondheidswinst oplevert. Op één categorie na: de reanimatiebehoeftige patient. Toch kunnen we niet op elke straathoek staan voor dat ene geval. Daarvoor zijn de middelen te beperkt. Daarom hebben wij diverse initiatieven zoals First Responder Brandweer en Burgerhulpverlening. Deze mensen worden ingezet om de eerste klap (sic) uit te delen. Gelijktijdig wordt er ook professionele zorg ingeschakeld. Deze leken worden ondersteund door ons maar worden niet gezien als integraal onderdeel van de RAV. Kortom, paraatheidsuitbreiding is niet de oplossing. Sterker nog, het leidt tot een afname van voorbehouden handelingen onder de beroepsgroep. En dat is natuurlijk weer kwaliteitsvermindering.

Ja en nee. Ambulances moeten zich houden aan de norm van de verplichte aanrijtijden. Wat jij zegt klopt alleen in de situatie waarbij de bestaande ambulancezorg intact blijft, dan is er sprake van een verbeterslag en kan er een kwaliteitswinst zijn.

Indien op kantoor van de RAV B.V. een cijferkanon een tabel maakt waar de ambulance een paar minuten te vroeg aankomt kom je op afkaveling van de zorg. Men gaat dan schuiven met voorwaarde scheppende posten, een gebied is af te dekken met een ambulance minder dan in het verleden. Als het zoals in sommige dorpen in landelijke gebieden er op neer komt dat de eerste ambulance 5 minuten later aankomt is dat argument verdwenen.

Dan praat je ook nog over de reanimatiebehoeftige patient. In de situatie die ik beschreef komt het er op neer dat een ongevalsslachtoffer iets langer moeten wachten op de ambulance.

Dat de burgerhulpverleners niet gezien worden door de RAV als integraal onderdeel blijkt elders op dit forum. Daar hebben andere leden de wir-war van stichtingen en BV's al nader bekeken. Het blijkt dat het intitiatief genomen is door RAV's, zij actief werven en actief burgers inzettten. Dan vraag ik me af als ze geen integraal onderdeel zijn van de RAV van wie ze dan een onderdeel zijn?


CM

  • Docent verpleegkunde/parttime ambulanceverpleegkundige
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 2,118
Reactie #65 Gepost op: 14 december 2012, 17:30:04
024,

Je mag gerust meebeslissen, hoor! Ik ben altijd in voor intercollegiale overleg, 2 inzichten zijn immers beter dan één.

Om even door te gaan over de paraatheid: je stelt de zaken anders voor dan dat ze werkelijk zijn , denk ik.
Wij moeten ons inderdaad aan de wettelijke aanrijtijden houden. Het zijn echter niet de BV's die besluiten om te schuiven met VWS ritten omdat er minder auto's zijn. Wij zijn er zelf niet onverdeeld gelukkig over, integendeel, het is een doorn in het oog. Het wordt ons opgelegd door de zorgverzekeraars in het kader van performance verbetering. Ik wil trouwens ook even opmerken dat er, zeker in onze regio (Gelderland Midden), geen sprake is van minder auto's. Sterker nog, wij hebben t.o.v. 10 jaar geleden meer auto's erbij gekregen. Mede door de inzet van vervoersdifferentatie (Zorgambulances, Solo Responders) hebben we ook een perfomance verbetering gezien van 4,2%. In 2009 waren we op tijd in 91.2% van de gevallen, in 2011 95.4%.

De leken hulpverleners vallen niet onder onze verantwoordelijkheid, juridisch gezien. Wij hebben wel een morele verplichting om goed voor deze mensen te zorgen. Dat gebeurt ook, mijn inziens. Wij leggen altijd uit hoe men in contact kan komen met ons en dat wij open staan voor een gesprek mocht iemand ergens mee zitten. Ik vind persoonlijk wel dat de leken goed geïnformeerd moeten worden over wat de verwachtingen zijn voordat ze zich aanmelden. Dat zou wel beter geregeld kunnen worden.

CM
The exceptional is ubiquitous; to be entirely typical is a rare and lonely state - Andrew Solomon


Maarten

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 8,543
    • Hulpverleningsforum
Reactie #66 Gepost op: 26 december 2012, 14:50:31
SIS wordt landelijk ingevoerd

Er komt een landelijke systematiek voor slachtofferregistratie (SIS). Dat betekent onder meer één centraal telefoonnummer en website voor het zoeken naar informatie over familieleden die mogelijk betrokken zijn bij een ramp.

Uit evaluaties van Nederlandse crisissituaties en rampen van de afgelopen tien jaar komt volgens het Veiligheidsberaad naar voren dat de snelheid waarmee verwanten van slachtoffers geïnformeerd worden, moet verbeteren. Doel van SIS is het sneller en zorgvuldiger informeren van verwanten na een crisis. Een van de belangrijkste uitgangspunten voor een nieuwe slachtofferinformatie systematiek is zelfredzaamheid van burgers. Lichtgewonden of niet-gewonden zoeken na een ramp zelf contact met verwanten via telefoon of sociale media, zo blijkt uit onderzoeken en daadwerkelijke rampen. Hulpverleners zullen hen ter plekke stimuleren om zich te melden bij de frontoffice (centraal telefoonnummer of website). De front-office medewerkers verzamelen belangrijke informatie en geven deze gegevens via een registratiesysteem door aan de backoffice. In de backoffice komen de gegevens van bijvoorbeeld ziekenhuizen, mortuaria en politie bijeen. De backoffice valideert, vult gegevens aan en matcht deze, zodat de slachtoffers van de ramp gekoppeld kunnen worden aan vermisten. SIS is een gezamenlijk project van gemeenten, GHOR en politie. Door de landelijke implementatie van SIS hoeven niet alle gemeenten zelf een voorziening te hebben voor slachtofferregistratie. Ze blijven wel verantwoordelijk voor de slachtofferregistratie en verwanteninformatie.

Bron: GRIP 4. 2012, nummer 6, pagina 6. Sdu Uitgevers.



Lijkt mij een goede ontwikkeling, met ook het juiste doel voor ogen: snel en zorgvuldig informeren van verwanten.

Wel ben ik benieuwd naar de praktische uitvoering. De genoemde website zal bijvoorbeeld een flinke capaciteit moeten hebben, zodat er niet binnen de kortste keren uit ligt (zoals we bij crisis.nl nog wel eens zagen). Immers, ook nieuwsgierigen, die niet op zoek zijn naar verwanten gaan ook kijken op de website. Daarnaast ben ik benieuwd hoe de gegevens worden ontsloten. Kun je bijv. een namenlijst bekijken of moet je gericht gaan zoeken? Ik zie het al gebeuren dat letselschade advocaten en anderen die eraan willen verdienen de persoonsgegevens voor oneigenlijke doeleinden gaan gebruiken.

Nog het een en ander aan documentatie over de SIS:
Q&A sheet: http://www.veiligheidsberaad.nl/pdf/Sis%20Q&A%20sheet%20(3).pdf
Beschrijving SIS: http://www.projectsvs.nl/slachtofferinformatiesystematiek.php
Website van het project: http://www.projectsvs.nl (SIS was voorheen het project Slachtoffer Volgsysteem (SVS), vandaar de afwijkende weblink)
Groeten, Maarten  
Als je snel vooruit wilt, ga dan alleen. Als je ver wilt komen, ga dan s


RAdeR

  • Hoofd Rode Kruis Noodhulpteam, BLS instructeur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 14,616
Reactie #67 Gepost op: 9 januari 2013, 11:39:30
Handreiking afspraken ziekenhuizen - openbaar bestuur

Om de informatie-uitwisseling tussen ziekenhuizen en openbaar bestuur bij rampen te verbeteren, heeft GHOR Nederland in samenwerking met een aantal partijen een handreiking gepubliceerd. De handreiking 'Afspraken tussen openbaar bestuur en ziekenhuizen over slachtofferinformatie bij rampen en crises' is bedoeld voor organisaties en medewerkers die te maken hebben met slachtofferinformatie bij crises; specifiek medewerkers, artsen en verpleegkundigen bij ziekenhuizen en medewerkers van het openbaar bestuur en de hulpdiensten.
De afgelopen jaren zijn erbij verschillende incidenten knelpunten geconstateerd in de informatie-uitwisseling tussen openbaar bestuur en ziekenhuizen bij rampen en crises. Het openbaar bestuur wilde graag informatie ontvangen van ziekenhuizen over de bij het incident betrokken slachtoffers die in het ziekenhuis waren opgevangen, maar ziekenhuizen mochten of konden die informatie niet altijd geven.

In de handreiking 'Afspraken ziekenhuizen - openbaar bestuur' is uitgewerkt welke informatie onder welke voorwaarden en met welk doel kan en mag worden uitgewisseld. Het biedt daarmee een basis voor afspraken tussen ziekenhuizen en het openbaar bestuur over de uitwisseling van informatie tijdens een crisis. Het doel van de handreiking is dat het openbaar bestuur, de ziekenhuizen en de betrokken hulpverleners weten wat er wel en niet mag en hoe de informatievoorziening is georganiseerd, zodat er tijdens een crisis geen problemen ontstaan over de uitwisseling van slachtofferinformatie.

Het document is een gezamenlijk product van het ministerie van VWS, het ministerie van VenJ, de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst, het Veiligheidsberaad, de Inspectie voor de Gezondheidszorg, GGD Nederland en GHOR Nederland.

De handreiking en de bijbehorende factsheet (samenvatting), kunt u hier downloaden:
- Factsheet Handreiking afspraken ziekenhuizen - openbaar bestuur
- Handreiking afspraken ziekenhuizen - openbaar bestuur 6 dec 2012
http://www.veiligheidsberaad.nl/Handreiking_afspraken_ziekenhuizen.html


Live

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 65,815
  • pay it forward
    • Hulpverleningsforum
Samen sterk in de hulpverlening!


RAdeR

  • Hoofd Rode Kruis Noodhulpteam, BLS instructeur
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 14,616
Reactie #69 Gepost op: 23 juni 2014, 19:24:40
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA  DEN HAAG


16 juni 2014
Reactie op Rapport IVenJ en IGZ inzake knelpunten slachtofferregistratie[/url}



Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de reactie aan op het [url=http://www.tweedekamer.nl/downloads/document/index.jsp?id=41221eff-13ae-4350-891e-5f8a9b195689&title=Stand%20van%20zaken%20van%20terugkerende%20knelpunten%20bij%20slachtofferregistratie.pdf]rapport “Stand van zaken van terugkerende knelpunten bij slachtofferregistratie”
. Het rapport is opgesteld door de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ) en de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Aanleiding
Het voorliggende rapport betreft een in 2012 aangekondigd vervolgonderzoek van de inspecties van VenJ en Gezondheidszorg (GZ). Doel van het voorliggende rapport is vast te stellen in hoeverre eerder geconstateerde knelpunten binnen het proces slachtofferregistratie daadwerkelijk door de veiligheidsregio’s zijn opgepakt en al dan niet zijn opgelost.

In 2012 onderzochten de genoemde inspecties gezamenlijk de slachtofferregistratie en grootschalige geneeskundige hulpverlening na een frontale treinbotsing bij Amsterdam. Bij dit ongeval raakten veel passagiers gewond en één slachtoffer overleed. Het onderzoeksrapport van de inspecties met de titel: “Treinbotsing Amsterdam op 21 april 2012. Een grootschalig onderzoek naar de slachtofferregistratie en de grootschalige geneeskundige hulpverlening” heb ik u bij brief van 11 december 2012 (Kamerstukken II, 2012-13, 29 517, nr. 67) mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) aangeboden. In genoemde brief heb ik u geïnformeerd over het door de inspecties voorgenomen vervolgonderzoek. Ik heb u aangegeven dat ik de resultaten van dit vervolgonderzoek wil afwachten alvorens nadere stappen te nemen.  

Het vervolgonderzoek heeft zich uitsluitend gericht op terugkerende knelpunten bij slachtofferregistratie. Slachtofferregistratie wordt in het rapport omschreven als het schriftelijk en/of digitaal vastleggen van identiteitskenmerken van al dan niet gewonde slachtoffers van een (grootschalig) incident. Bedoelde registratie van slachtoffers is van belang voor de kwaliteit en capaciteit van zorg aan gewonde slachtoffers en voor de informatievoorziening aan verwanten en bestuurders.

Conclusies rapport
Hoewel het rapport spreekt van ‘terugkerende knelpunten bij slachtofferregistratie’ over de afgelopen vijf jaar, constateren de inspecties van VenJ en GZ dat een aantal stappen is gezet.
 In dit verband wordt onder andere genoemd:
1.   de recente totstandkoming van de Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS);
2.   de prestatie-eisen die in het rapport van de commissie Bruinooge “Bevolkingszorg op orde. De vrijblijvendheid voorbij” worden geformuleerd; alsmede een heldere omschrijving in eerder genoemd rapport over de primaire doelstelling van crisiscommunicatie als ‘het informeren van verwanten’. waardoor het knelpunt van een realistisch verwachtingenmanagement deels is opgepakt;
3.   de “Handreiking afspraken tussen ziekenhuizen en openbaar bestuur over slachtofferinformatie bij rampen en crisis” (2012);
4.   de aansluiting van een  groot deel van de regionale ambulance voorziening op de nieuwe landelijke server Ritlogging dat tot doel heeft om de onderlinge informatievoorziening tussen de Regionale Ambulance Voorziening (RAV-en) met ketenpartners te stroomlijnen.

Aanbevelingen
De inspecties constateren de navolgende terugkerende knelpunten die nog steeds niet of onvoldoende zijn opgepakt. Deze worden als volgt kort samengevat.

Veiligheidsberaad/ de veiligheidsregio’s
•   Gewondenkaart. Onderzoek  in afstemming met GGD/GHOR Nederland en ambulance Zorg Nederland (AZN) de praktische (meer-)waarde van de huidige gewondenkaart.
•   Slachtofferoverzicht. Ga na welke informatie over slachtoffers het openbaar bestuur nodig heeft voor haar taken en processen anders dan verwanteninformatie. Bepaal in hoeverre SIS hieraan voldoet en maak pers en publiek duidelijk welke informatie bij grootschalige incidenten verwacht kan worden.
•   Slachtofferoverzicht. Zorg dat de GHOR, RAV en gemeenten van elkaar weten welke gegevens door welke partij worden geregistreerd en maak over de uitwisseling van slachtoffergegevens  afspraken.
Veiligheidsberaad , GGD/GHOR Nederland en AZN
•   Coördinator Gewonden Vervoer (CGV). Bepaal welke gegevens de CGV moet registeren om diens taken te kunnen uitvoeren. Faciliteer  deze  functionaris en borg dat de functie landelijk uniform wordt uitgevoerd.
De regionale ambulance voorzieningen
•   Voorwaarschuwing aan ziekenhuizen. Borg dat de Meldkamer Ambulancezorg (MKA) ziekenhuizen bij aanvang van en gedurende een grootschalig incident op uniforme wijze informeert over het incident en de (verwachte) komst van slachtoffers, qua aantal en aard van hun verwondingen.
De inspecties hebben aan de opvolging van alle aanbevelingen een uiterste termijn gesteld: 1 januari 2015.

Reactie op het rapport “Stand van zaken van terugkerende knelpunten bij slachtofferregistratie”
Ik deel de constatering van beide inspecties dat een aantal stappen is gezet. Ik spreek dan ook mijn waardering uit voor de initiatieven die door het Veiligheidsberaad en de overige veiligheidspartners zijn genomen en die, zoals de inspecties ook vaststellen, tot concrete resultaten op het gebied van slachtofferregistratie hebben geleid.

In dit verband merk ik op, ter aanvulling op de constatering van de inspecties, dat de eerder genoemde Slachtoffer Informatie Systematiek (SIS) per 1 januari jl. operationeel is en naar verwachting medio dit jaar in de meeste veiligheidsregio’s is geïmplementeerd.

Bevolkingszorg is meer dan alleen SIS.  Het is een volwaardige kolom binnen de crisisbeheersing. Gemeenten en veiligheidsregio’s zijn druk bezig met het organiseren en implementeren van de bevolkingszorgprocessen. Ook is, na een jaar van experimenteren met  prestatie-eisen, een  vernieuwde  (concept-) versie van het rapport Bruinooge  “Bevolkingszorg op orde 2.0. Eigentijdse bevolkingszorg volgens afspraak” gereed gekomen.  De stappen die voortvarend door het Veiligheidsberaad, de veiligheidsregio’s en gemeenten worden gezet naar een verdere  professionalisering van de bevolkingszorg moeten in de komende periode nader vorm gegeven worden. Ik heb daarom, als onderdeel van de in de kabinetsreactie aangekondigde gezamenlijke agenda, met het Veiligheidsberaad afgesproken dat de versterking van bevolkingszorg met prioriteit wordt opgepakt door de veiligheidsregio’s. U wordt over de volledige gezamenlijke agenda separaat voor de zomer geïnformeerd. Ik ga ervan uit dat de door de inspecties geconstateerde knelpunten deel uit maken van de activiteiten van het Veiligheidsberaad en de veiligheidsregio’s om de bevolkingszorgprocessen te versterken.

Ik zal het rapport onder de aandacht brengen van het Veiligheidsberaad met het verzoek de aanbevelingen, samen met de veiligheidsregio’s en in overleg met de genoemde veiligheidspartners op te volgen en mij daarover vóór 1 januari 2015 te informeren. Hierbij verwijs ik naar de afspraken die ik met het Veiligheidsberaad heb gemaakt over het met prioriteit versterken van de bevolkingszorg, waar slachtofferregistratie deel van uitmaakt. Hierbij verwijs ik naar de afspraken die ik met het Veiligheidsberaad heb gemaakt over het met prioriteit versterken van de bevolkingszorg, waar slachtofferregistratie deel van uitmaakt.


De minister van VWS zal het rapport onder de aandacht brengen van Ambulance Zorg Nederland en verzoeken om samen met de RAV-en en in overleg met genoemde veiligheidspartners gevolg te geven aan de aanbevelingen en haar  daarover vóór 1 januari 2015 te informeren.


De Minister van Veiligheid en Justitie,





I.W. Opstelten