Het is heel eenvoudig waarom Shared Space werkt. Verkeersveiligheid bestaat uit 2 componenten: de hard meetbare cijfers (ongevallen, letsels, doden) en de nauwelijks meetbare subjectieve veiligheid ("gevoel van veiligheid"). Een stukkie weg is meetbaar veilig als er geen ongevallen plaatsvinden. Dat wil echter niet zeggen dat mensen het heel erg onveilig kunnen vinden (of voelen). En zodra mensen iets onveilig vinden/voelen, gaan ze daarop reageren door minder risico's te nemen.
En dat is nu precies waarom Shared Space werkt: door het ontbreken van verkeerstekens en wegmeubilair, voelen de meeste mensen zich onveilig. Daardoor gaan ze langzamer rijden, beter opletten en contact zoeken met andere weggebruikers. Gevolg: het aantal ongevallen daalt en de ernst van de ongevallen wordt minder. Ofwel, doordat mensen zich onveiliger voelen wordt het meetbaar veiliger!
Je moet je als wegbeheerder alleen afvragen of je dat gevoel van onveiligheid moet versterken. Er zijn evaluaties bekend waarbij mensen zich zodanig onveilig voelden dat ze bewust het Shared Space wegvak/plein vermijden, ofwel omrijden om maar niet over het Shared Space deel te hoeven. Zo wordt het op het Shared Space deel óók meetbaar veiliger, maar zo voelen de mensen dat dus niet. En wellicht wordt het door meer verkeer op een andere plek wel weer onveiliger.