Discussie over negeren verkeerstekens bij vervoer van agenten en/of hulpverleners in privé-auto

Auteur Topic: Discussie over negeren verkeerstekens bij vervoer van agenten en/of hulpverleners in privé-auto  (gelezen 27024 keer)

0 gebruikers (en 2 gasten bekijken dit topic.

zijlvaart67

  • Verkeerspolitie
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 395
@Silque:

Uiteraard heeft een dergelijk ongeval zich al eens voorgedaan en het eea is in hoger beroep (oa bij de civiele rechter) uitgevochten; de bestuurder mocht zelf de schade aftikken en de politie werd niets verweten, ondanks het ambtelijk gegeven bevel:

Citaat
RECHTBANK ZWOLLE
Sector civiel
Enkelvoudige handelskamer
Zaaknr/rolnr: 76130 / HA ZA 02-491
Uitspraak: 28 mei 2003

V O N N I S

in de zaak, aanhangig tussen:

de naamloze vennootschap
VVAA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Utrecht,
eiseres,
procureur mr. R.K.E. Buysrogge,
advocaat mr. M.P. Schilt te Utrecht,

en

de publiekrechtelijke rechtspersoon REGIOPOLITIE IJSSELLAND,
gevestigd te Zwolle,
gedaagde,
procureur mr. J.A. van Wijmen,
advocaat mr. H.D. van Maanen te Amsterdam.
PROCESGANG

De zaak is bij op 8 mei 2002 uitgebrachte dagvaarding aanhangig gemaakt. Partijen zijn verschenen, waarna de volgende processtukken zijn gewisseld:
- een conclusie van antwoord van de zijde van Regiopolitie IJsselland;
- een conclusie van repliek tevens akte wijziging van eis van de zijde van VVAA;
- een conclusie van dupliek van de zijde van Regiopolitie IJsselland.

Ten slotte is op verzoek van partijen op het griffiedossier vonnis bepaald.

CONCLUSIES VAN PARTIJEN

De vordering van VVAA - na wijziging van eis - strekt ertoe dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. zal verklaren voor recht dat Regiopolitie IJsselland aansprakelijk is voor de door VVAA geleden en nog te lijden schade voortvloeiend uit het verkeersongeval d.d. 26 februari 2000;

II. - Regiopolitie IJsselland zal veroordelen tot betaling tegen een deugdelijk bewijs van kwijting van de tot op heden door [fietser] geleden en door VVAA betaalde schadevergoeding ad € 16.900,95,--;
- alsmede tot betaling van de overige schadeposten, welke schade nader is op te maken en te vereffenen als volgens de wet, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 26 februari 2000, subsidiair vanaf 8 mei 2002, tot aan de dag der algehele voldoening;

III. Regiopolitie IJsselland zal veroordelen in de kosten van dit geding, alsmede de buitengerechtelijke incassokosten ad € 680,--.

Daartegen is door Regiopolitie IJsselland verweer gevoerd met conclusie dat de rechtbank bij vonnis VVAA in haar vordering niet ontvankelijk zal verklaren, dan wel de vordering van VVAA zal afwijzen met veroordeling - uitvoerbaar bij voorraad - van VVAA in de kosten van dit geding.

MOTIVERING

1 Vaststaande feiten

Tussen partijen staat als gesteld en erkend dan wel niet (voldoende) betwist - mede op grond van de overgelegde en in zoverre niet bestreden bescheiden - het volgende vast.

1.1 Op zaterdag 26 februari 2000 heeft omstreeks 15.30 uur in de gemeente Zwolle een verkeersongeval plaatsgevonden op de kruising van de Blaloweg / Zwartewaterallee met de Katerdijk waarbij betrokken waren automobilist [automobilist] - met personenauto merk Citroën type Xsara Picasso 2.0 HDI, kenteken [kenteken] - en fietser [fietser].
Het verkeer op de Blaloweg en de Zwartewaterallee heeft, wanneer de op het kruispunt aanwezige verkeersregelinstallatie buiten werking is, voorrang op het verkeer op de Katerdijk.

1.2 In verband met de wielerronde "De ster van Zwolle" was de verkeersregelinstallatie buiten werking gesteld en werd het verkeer op de kruising Blaloweg / Zwartewaterallee met de Katerdijk op 26 februari 2000 geregeld door de als zodanig kenbare verkeersagenten Groenewoudt en Koers, beide in dienst van Regiopolitie IJsselland. Groenewoudt regelde het verkeer op de Blaloweg / Zwartewaterallee, Koers het verkeer komend vanaf de Katerdijk.

1.3 Groenewoudt heeft een oprijteken aan [automobilist] gegeven, waarna [automobilist] vanaf de Zwartewaterallee linksaf is geslagen om zijn route op de Katerdijk te vervolgen. Bij het oversteken van het fietspad dat naast de Blaloweg is gelegen, heeft [automobilist] [fietser], komende over voornoemd fietspad vanuit de richting van de Blaloweg en gaande in de richting van de Zwartewaterallee, aangereden.

1.4 In het proces-verbaal van onderzoek d.d. 5 mei 2000 zoals opgemaakt door B.G.J. Haverink staat onder meer vermeld:
"(...)
Foto 4 t/m 5: deze foto's zijn genomen vanuit de rijrichting van de fietser. Deze reed over het fietspad dat deel uit maakt van de Blaloweg. De fietser wilde op de kruising rechtdoor in de richting van de Zwartewaterallee. Op deze kruising kreeg hij geen vrije doorgang van de afslaande automobilist.
De fietser had geen stopteken van de verkeersregelaar gekregen. De fietser was door de regelaar niet opgemerkt toen deze de automobilist een oprijteken gaf.
De automobilist had nadat hij het oprijteken had gekregen de fietser ook niet opgemerkt.
(...)".

1.5 Weggebruikers zijn op grond van artikel 82 lid 1 Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990 (hierna: RVV 1990) verplicht de aanwijzingen op te volgen die mondeling of door middel van gebaren worden gegeven door daartoe bevoegde en als zodanig kenbare ambtenaren. Uit artikel 84 RVV 1990 volgt dat aanwijzingen boven verkeersregels en verkeerstekens gaan.

1.6 De door [automobilist] bestuurde personenauto was ten tijde van de aanrijding tegen wettelijke aansprakelijkheid in de zin van de Wet Aansprakelijkheid Motorrijtuigen verzekerd bij VVAA.

1.7 Op grond van artikel 185 Wegenverkeerswet wikkelt VVAA de schade tegen cessie met [fietser] af op basis van een vaststellingsovereenkomst d.d. 19 december 2001. Op grond van artikel 284 Wetboek van Koophandel heeft VVAA - die inmiddels € 16.900,95 aan [fietser] heeft uitbetaald - door middel van subrogatie een rechtstreeks vorderingsrecht jegens Regiopolitie IJsselland ter zake van geleden schade.

2 Standpunten van partijen

2.1 Standpunt van VVAA
VVAA stelt zich op het standpunt dat Groenewoudt onrechtmatig jegens [automobilist] heeft gehandeld door hem ten onrechte een oprijteken te geven. Groenewoudt is hiermee onzorgvuldig geweest bij de uitoefening van zijn taak als verkeersregelaar, ten gevolge waarvan Regiopolitie IJsselland als werkgever van Groenewoudt aansprakelijk is voor de aan de zijde van [automobilist] geleden schade.

2.2 Standpunt van Regiopolitie IJsselland
Regiopolitie IJsselland stelt dat zij niet onrechtmatig heeft gehandeld jegens de verzekerde van VVAA. Groenewoudt heeft zorgvuldig gehandeld door het verkeer
- waaronder begrepen het fietsverkeer - uit de richting Blaloweg stop te zetten en vervolgens het afslaand verkeer komend vanaf de Zwartewaterallee en linksaf gaand in de richting van de Katerdijk een oprijteken te geven. Subsidiair voert Regiopolitie IJsselland aan dat er sprake is van eigen schuld van [automobilist], hetgeen met zich brengt dat de schade volledig voor rekening van VVAA dient te komen. In dit kader voert Regiopolitie IJsselland aan dat [automobilist] zich er eerst van had moeten vergewissen dat het wegrijden op een veilige wijze kon geschieden, nu het door Groenewoudt gegeven ambtelijk bevel de eigen verantwoordelijkheid van [automobilist] onverlet laat. Meer subsidiair betwist Regiopolitie IJsselland de hoogte van de schade zoals begroot door VVAA.

3 Beoordeling van het geschil

3.1 Kernvraag in deze zaak is of het Groenewoudt of [automobilist] is te verwijten dat [fietser] is aangereden.

3.2 Groenewoudt regelde - als een zodanig kenbare verkeersagent - op 26 februari 2000 het verkeer op de Blaloweg en de Zwartewaterallee. Toen hij meende dat de weg vrij was heeft [automobilist] van hem een teken gekregen om op te rijden vanaf de Zwartewaterallee linksaf de Katerdijk op. Blijkens het proces-verbaal van onderzoek d.d. 5 mei 2000
- zoals gedeeltelijk weergegeven onder rechtsoverweging 1.5 - hebben Groenewoudt en [fietser] elkaar echter niet gezien, net zo min als [automobilist] en [fietser] elkaar hebben opgemerkt. [automobilist] heeft aan het hem door Groenewoudt gegeven oprijteken voldaan en is vervolgens linksaf geslagen richting Katerdijk, waarna hij [fietser] op het fietspad, deel uitmakende van de Blaloweg, heeft aangereden.

3.3 [automobilist] was weliswaar verplicht om aan het oprijteken van Groenewoudt gevolg te geven, doch het hem gegeven teken onthief hem geenszins van zijn verantwoordelijkheid om zich terstond na het oprijden te houden aan de verkeersregels op grond waarvan hij [fietser] voorrang had dienen te verlenen.

3.4 Naar het oordeel van de rechtbank gaat - gelet op het vorenoverwogene - het door de Regiopolitie IJsselland subsidiair aangevoerde op. Het door Groenewoudt gegeven ambtelijk bevel laat de eigen verantwoordelijkheid van [automobilist] onverlet en ontslaat hem er niet van dat hij zich er eerst van had moeten vergewissen dat het linksaf slaan de Katerdijk in op een veilige wijze kon geschieden. Nu [automobilist] dit niet heeft gedaan
- hij heeft blijkens het proces-verbaal van verhoor d.d. 26 februari 2000 verklaard dat hij, nadat hij een oprijteken van de politieman had gekregen, doorreed en linksaf sloeg en niet lette op het overige verkeer -, is de aanrijding met [fietser] aan hem te wijten.
De schade dient derhalve voor rekening van VVAA te komen en de rechtbank zal de vordering dan ook afwijzen.

3.5 VVAA zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.

BESLISSING

I De rechtbank wijst de vordering af.

II VVAA wordt veroordeeld in de kosten van het geding. Deze kosten worden, voor zover tot op heden aan de zijde van Regiopolitie IJsselland gevallen, gesteld op
€ 1.160,--.

III Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.C.A. Walda en in het openbaar uitgesproken op
woensdag 28 mei 2003 in tegenwoordigheid van de griffier.
Oftewel, kloot maar wat aan bij het verkeer regelen, de bestuurder krijgt toch de schuld.. 998765
העבר שלי הוא כהה כמו העתיד שלי


Dion

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 1,214
Ik denk dat dit geval verdeelt kan worden;
Enerzijds de strafbaarheid van het door rood rijden, anderzijds de strafbaarheid van het eventueel veroorzaakte ongeval.

Als de bestuurder op aanwijzen van de agent door rood is gereden, is hij nier strafbaar. Hier is namelijk artikel 43 WvS puntje 1 van toepassing:
Citaat
1. Niet strafbaar is hij die een feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gegeven door het daartoe bevoegde gezag.

Het veroorzaken van een ongeval is echter wel verantwoordelijkheid van de bestuurder, de agent zegt namelijk niet 'veroorzaak een ongeval' of 'rij roekeloos'.
Ik neem dus aan dat veroorzaken van ongeval/ art. 6 WvW gewoon op bestuurder te verhalen is, het rijden door rood niet.


silque

  • Sheepdog
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,873
Wacht even hoor Zijlvaart, jij vergelijkt hier appels met peren. Wat jij aanhaalt is een kruispunt waar de verkeerspolitie het verkeer regelt, de verkeerslichten zijn uitgeschakeld wegens een wielerronde. De agent geeft het teken dat een voertuig mag doorrijden, vervolgens ontstaat er een aanrijding omdat de bestuurder een fietser over het hoofd ziet.

Dit wil jij toch niet vergelijken met het feit dat er iemand op sterven ligt, het MMT met spoed naar een locatie moet maar de politieauto vast staat. Vervolgens wordt met een privé voertuig het MMT naar het incident gebracht waarbij er door het rode verkeerslicht wordt gereden.
In jouw casu is er sprake van een ambtelijk gegeven bevel (alhoewel, mag of MOET hij doorrijden? de rechter heeft zelf het antwoord al gegeven) en volgens mij is er bij het bovenstaande filmpje duidelijk sprake van overmacht icm ambtelijk gegeven bevel.
 
Dat de bestuurder alle voorzichtigheid moet betrachten lijkt me logisch, de agent had beter zelf kunnen rijden. Overigens blijft artikel 6 altijd overeind staan, ook als je met een politieauto en OGS door het rode licht rijdt.
Uitspraken op dit forum zijn op persoonlijke titel.


zijlvaart67

  • Verkeerspolitie
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 395
Het 'bevoegd gegeven ambtelijk bevel' werkt prima bij het rode verkeerslicht, maar daar trek ik wel heel duidelijk de grens; 'overmacht' hoort hier, in mijn ogen, totaal niet thuis..
Citaat
De strafrechtelijke overmacht
De strafrechtelijke overmacht is een strafuitsluitingsgrond en is als volgt gecodificeerd in artikel 40 het Wetboek van Strafrecht:
   
Niet strafbaar is hij die een feit begaat waartoe hij door overmacht is gedrongen.

Overmacht is te verdelen in 3 categorieën:

psychische overmacht: wanneer van de verdachte in redelijkheid niet mocht worden gevraagd anders te handelen vanwege grote psychische druk
absolute overmacht/fysieke overmacht: wanneer de verdachte fysiek gezien niet anders kon handelen
noodtoestand: wanneer van de verdachte in redelijkheid niet mocht gevraagd anders te handelen vanwege conflicterende belangen of plichten. Zie bijvoorbeeld het Opticien-arrest (1923).

Voor een geslaagd beroep op psychische overmacht is vereist een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden.

Er bestaan zat uitspraken over mensen die te hard reden (en veroordeeld werden) terwijl familieleden op sterven lagen. Nu moet een wildvreemde, niet betrokken bestuurder, zich op overmacht beroepen omdat een dokter ergens afgezet moet worden?

Ik heb er geen enkel vertrouwen in.. Ik zou het knap vinden als een rechter, bij een verkeersongeval, 'overmacht' in zijn overwegingen zou betrekken. Ik geloof er niet in..
העבר שלי הוא כהה כמו העתיד שלי


Red

  • HAP Eenheid Amsterdam
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 5,255
Citaat van: zijlvaart67 link=msg=1199461 date=1378567943
Er bestaan zat uitspraken over mensen die te hard reden (en veroordeeld werden) terwijl familieleden op sterven lagen. Nu moet een wildvreemde, niet betrokken bestuurder, zich op overmacht beroepen omdat een dokter ergens afgezet moet worden?

Ik heb er geen enkel vertrouwen in.. Ik zou het knap vinden als een rechter, bij een verkeersongeval, 'overmacht' in zijn overwegingen zou betrekken. Ik geloof er niet in..
Mwah, het verschil zit hem erin dat er een agent in uniform met koppel naast je in de auto zit die zegt: "rijden"  Dan durf je dat misschien niet te weigeren.
Citaat
Overmacht is te verdelen in 3 categorieën:
psychische overmacht: wanneer van de verdachte in redelijkheid niet mocht worden gevraagd anders te handelen vanwege grote psychische druk
absolute overmacht/fysieke overmacht: wanneer de verdachte fysiek gezien niet anders kon handelen
noodtoestand: wanneer van de verdachte in redelijkheid niet mocht gevraagd anders te handelen vanwege conflicterende belangen of plichten.

Voor een geslaagd beroep op psychische overmacht is vereist een van buiten komende drang waaraan de verdachte redelijkerwijze geen weerstand kon en ook niet behoefde te bieden,[
Dan is het de vraag of een van die punten opgaat. Maar dat is uiteindelijk aan de rechter om daar over te oordelen.
Success is born out of arrogance, but greatness comes from humility.


silque

  • Sheepdog
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,873
Ook op een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel kennen we een uitsluitingsgrond, bovendien ben ik het niet eens met je redenering over overmacht. De vergelijking met familie vind ik dan ook weer appels met peren vergelijken. Waarom? Omdat de komst van familie over het algemeen niets afdoet aan het wel of niet overleven. In zulke situaties gaat het er voornamelijk om dat je snel bij die persoon wilt zijn (emotionele betrokkenheid) en niet omdat je komst het leven van het slachtoffer gaat redden.

In deze casu is dat anders: immers, als de burger NIET was gaan rijden was het slachtoffer wellicht overleden of had deze anderszins letsel overgehouden. Het was vereist dat het slachtoffer zsm medische hulp krijgt van een arts, de burger is op dat moment de enige die de arts snel kan brengen. Dan kom je dus al gauw op een noodtoestand.
Ook psychische druk is in dit oogpunt wellicht nog te verklaren (komende vanaf de agenten).

Ik heb de vraag overigens uitgezet bij iemand, ben benieuwd naar zijn reactie.
Uitspraken op dit forum zijn op persoonlijke titel.


zijlvaart67

  • Verkeerspolitie
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 395
Hoeft niet, de rechtspraak heeft er al wat van gevonden, stom toevallig exact deze casus, maar dan met een diender:
Uitspraak
Citaat
RECHTBANK HAARLEM

Sector Strafrecht

Locatie Haarlem

Meervoudige strafkamer

Parketnummer: 15/710381-08
Uitspraakdatum: 20 september 2012
Tegenspraak
Verkort strafvonnis (artikel 138b Sv)

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 6 september 2012 in de zaak tegen:

[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
Postadres [adres],
Wonende te [adres].
1. Tenlastelegging
Aan verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
Primair
zij op of omstreeks 31 augustus 2008 te Haarlem als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurster van een motorrijtuig (politiebus), daarmede rijdende over de weg, de Schalkwijkerstraat en/of vervolgens over de kruising van de Schalkwijkerstraat met de Lange Herenvest/Herensingel, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,te rijden, immers is zij,
terwijl het voertuig dat zij bestuurde op dat moment geen voorrangsvoertuig was als bedoeld in artikel 29 lid 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, en/of

terwijl zij reed met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse,

genoemde kruising genaderd en/of opgereden en/of vervolgens is zij op die kruising een in haar rijrichting gekeerd rood licht uitstralend verkeerslicht gepasseerd en/of heeft zij dat verkeerslicht genegeerd

daarbij en/of vervolgens heeft zij haar aandacht niet bij het verkeer gehouden,

waardoor zij het door haar bestuurde motorrijtuig niet tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en deze vrij was,

waarna en/of (mede) waardoor een aanrijding of botsing ontstond tussen het door haar bestuurde motorrijtuig en een op haar rijbaan kruisend fietspad/fietsoversteek bij groen licht overstekende fietsster, genaamd [slachtoffer],

waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een gebroken been, werd toegebracht, althans zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;

Subsidiair
zij op of omstreeks 31 augustus 2008 te Haarlem als bestuurder van een voertuig (politiebus), daarmee rijdende op de weg, de Schalkwijkerstraat en/of vervolgens over de kruising van de Schalkwijkerstraat met de Lange Herenvest/Herensingel,
terwijl het voertuig dat zij bestuurde op dat moment geen voorrangsvoertuig was als bedoeld in artikel 29 lid 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, en/of

terwijl zij reed met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse,

genoemde kruising is genaderd en/of opgereden en/of vervolgens is zij op die kruising een in haar rijrichting gekeerd rood licht uitstralend verkeerslicht gepasseerd en/of

daarbij en/of vervolgens heeft zij haar aandacht niet bij het verkeer gehouden,

waardoor zij het door haar bestuurde motorrijtuig niet tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en deze vrij was,

door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;

2. Voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
3. Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot:
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde feit;
- oplegging van een voorwaardelijke werkstraf voor de duur van 50 uren, met een proeftijd van negen maanden, onder de bijzondere voorwaarde dat verdachte binnen 6 maanden een bedrag van € 500,- overmaakt op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van stichting [stichting].
4. Bewijs

4.1. Bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.

4.2. Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan, in dier voege dat:
Primair
zij op 31 augustus 2008 te Haarlem als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurster van een motorrijtuig (politiebus), daarmede rijdende over de weg, de Schalkwijkerstraat en vervolgens over de kruising van de Schalkwijkerstraat met de Lange Herenvest/Herensingel, zich zodanig heeft gedragen dat een aan haar schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend, te rijden, immers is zij,
terwijl het voertuig dat zij bestuurde op dat moment geen voorrangsvoertuig was als bedoeld in artikel 29 lid 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990, en terwijl zij reed met een te hoge snelheid voor een veilig verkeer ter plaatse, genoemde kruising genaderd en opgereden en vervolgens is zij op die kruising een in haar rijrichting gekeerd rood licht uitstralend verkeerslicht gepasseerd en heeft zij dat verkeerslicht genegeerd daarbij en vervolgens heeft zij haar aandacht niet bij het verkeer gehouden, waardoor zij het door haar bestuurde motorrijtuig niet tot stilstand heeft gebracht binnen de afstand waarover zij de weg kon overzien en deze vrij was, waarna en waardoor een aanrijding of botsing ontstond tussen het door haar bestuurde motorrijtuig en een op haar rijbaan kruisend fietspad/fietsoversteek bij groen licht overstekende fietsster, genaamd [slachtoffer], waardoor die [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel, te weten (onder meer) een gebroken been, werd toegebracht.
5. Kwalificatie en strafbaarheid van het feit

Verweer: overmacht in de zin van noodtoestand
Door de verdediging is bepleit dat verdachte ontslagen dient te worden van alle rechtsvervolging, aangezien haar een beroep op overmacht in de zin van noodtoestand toekomt. De verdediging heeft daartoe - zakelijk samengevat - het volgende gesteld.
Er was sprake van een conflict van plichten. Enerzijds had verdachte de plicht om de verkeersregels na te leven, anderzijds had zij de plicht zo snel mogelijk het traumapersoneel op te vangen en naar de plek van het ongeluk te brengen. Verdachte heeft binnen dat conflict van plichten de keuze gemaakt het traumapersoneel zo snel mogelijk op te vangen. Zij had daarbij aldus een dringende reden om door het rode licht te rijden, ook al had zij de geluidssignalen ten tijde van het ongeval uit, waardoor zij niet aangemerkt kon worden als voorrangsvoertuig. Volgens het geldende protocol was overigens toestemming voor het voeren van optische en geluidssignalen niet vereist, aangezien het standaard werkwijze is om bij het ophalen van trauma-personeel PRIO I te rijden.
Verdachte heeft voldaan aan het vereiste van proportionaliteit, nu iedere seconde die het traumapersoneel eerder aanwezig is op de plek van het ongeval, de overlevingskansen van de gewonde vergroot.
Eveneens is voldaan aan het vereiste van subsidiariteit. Verdachte had eerder op de dag aangegeven niet te kunnen invallen, daar zij (onervaren) studenten bij zich had. De nood was echter dusdanig hoog aangezien er geen (politie)busjes meer aanwezig waren, en verdachte op dat moment als enige de beschikking over een politiebus had.
Bovendien heeft verdachte voorzichtig gereden, daar zij de kruising met een snelheid van 20 tot 30 km per uur is genaderd. Die snelheid zou in het normale geval voldoende zijn geweest om nog op tijd te kunnen stoppen, echter verdachte kon zich niet volledig met het verkeer bezig houden, omdat zij alles tegelijkertijd en alleen moest doen.
Tevens merkt de verdediging op dat wanneer verdachte niet met de studenten had gereden, het ongeluk nooit was gebeurd. Verdachte had dan nooit (zelf) de geluidssirenes aan/uit hoeven te zetten en de portofoons hoeven te bedienen. Ook had zij dan het slachtoffer eerder kunnen zien. Verdachte heeft het slachtoffer ook niet eerder gezien als gevolg van de aanwezigheid van een blauwe bestelbus die het zicht op de weg belemmerde. Daarbij komt dat fietsers bij de betreffende oversteekplaats gedeeltelijk verscholen zijn achter het hekwerk van de brug.

Aangaande dit verweer overweegt de rechtbank het volgende.
Op 31 augustus 2008 reed verdachte in een politiebus, waarbij zij twee studenten onder haar hoede had. Op een gegeven ogenblik respondeerde verdachte op een melding noodhulp te verlenen, daar er op dat moment geen andere politiebusjes beschikbaar waren. Er was een groot ongeluk gebeurd op de Schouwbroekerbrug waarbij een van de inzittenden bekneld zou zijn. Op dat moment waren de brandweer en een trauma helikopter al onderweg. De trauma artsen moesten nog naar de plaats van het ongeval vervoerd worden, aangezien de helikopter niet op de plek van het ongeval kon landen. Het geldende protocol bracht mee dat dit personeel door een busje vervoerd diende te worden.
Verdachte reed vanaf de Bakenessergracht met optische- en geluidssignalen. Zo reed verdachte over de Antoniestraat te Haarlem in de richting van de Schalkwijkerstraat. Bij de kruising Antoniestraat/Schalkwijkerstraat en de Lange Herenvest voerde zij op alleen optische signalen (te weten blauw zwaailicht), omdat het vanwege het open raam en gebruik van de porto begon te galmen in de auto. Terwijl zij de kruising opreed, wilde verdachte de geluidsignalen weer aanzetten en reikte daartoe naar het bedieningspaneel dat zich rechts van haar aan de passagierszijde bevond. Zij passeerde daarbij op dat moment een auto die voor het rode verkeerslicht stond en negeerde het rode verkeerslicht. Hierbij verleende zij, bij de kruising van het fietspad met de Schalkwijkerstraat geen voorrang aan een fietser die op dat moment groen licht had en via het fietspad de Schalkwijkerstraat overstak; een en ander resulteerde in het onderhavige ongeval.
De rechtbank stelt voorop dat verdachte zonder meer een zwaarwegend belang wilde dienen, namelijk de assistentie bij het ongeval op de Schouwbroekerbrug met een bekneld slachtoffer, maar dat de verkeersveiligheid hieraan niet ondergeschikt is. Het feit dat verdachte op het moment van de melding van voornoemd ongeluk het enige beschikbare politiebusje bestuurde, maakt dit uitgangspunt niet anders. Van verdachte mag worden verwacht dat zij ook bij het dienen van voornoemd zwaarwegend belang de nodige oplettendheid en voorzichtigheid betracht.
Vaststaat dat verdachte vlak voor en ten tijde van de aanrijding in het busje reed zonder geluidssignalen. Verdachte had naar het oordeel van de rechtbank alvorens het rode stoplicht te negeren, naast de optische signalen tevens gebruik dienen te maken van geluidssignalen. Verdachte heeft op enig moment de keuze gemaakt de geluidssignalen uit te doen in plaats van de ramen te sluiten. Nu zij de geluidssignalen uit had staan, had van verdachte mogen worden verwacht dat zij de kruising met de nodige voorzichtigheid en oplettendheid zou benaderen. Verdachte heeft dat nagelaten aangezien zij op dat moment besloot de geluidssignalen weer aan te zetten, waardoor zij haar aandacht niet meer bij het verkeer had, door het rode licht reed en in botsing kwam met een fietser. In de gegeven omstandigheden had het op de weg van verdachte gelegen de kruising stapvoets te naderen. Verdachte had een andere keuze dienen te maken, hetgeen verwacht mocht worden op grond van haar hoedanigheid van professionele verkeersdeelneemster. In zoverre is er dan ook geen sprake van een acuut belangenconflict in de zin van noodtoestand, aangezien verdachte anders had kunnen én behoren te handelen. Uit het voorgaande vloeit voort dat de rechtbank het verweer strekkende tot overmacht in de zin van noodtoestand verwerpt.
Het bewezenverklaarde levert op:

Overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander zwaar lichamelijk letsel wordt toegebracht.

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden waardoor de wederrechtelijkheid aan het bewezenverklaarde zou ontbreken. Het bewezenverklaarde is derhalve strafbaar.

6. Strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is derhalve strafbaar.
7. Motivering van sanctie
Bij de beslissing over de sanctie die aan verdachte moeten worden opgelegd, heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, alsmede de persoon van verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De verdachte heeft, terwijl zij in uitoefening was van haar functie als politieambtenaar, een verkeersongeval veroorzaakt, waarbij een destijds 15-jarig meisje is aangereden. Afgaand op een melding van een grote calamiteit heeft verdachte, terwijl zij bezig was met het bedieningspaneel in de politiebus, een rood verkeerslicht genegeerd, zonder op dat moment geluidssignalen te voeren. Met dit handelen heeft zij een zeker risico genomen dat er een ongeval zou ontstaan, welk risico zich ook verwezenlijkt heeft met als gevolg ernstig en langdurig letsel bij het slachtoffer, zoals blijkt uit de ter terechtzitting voorgelezen slachtofferverklaring in samenhang met de door de raadsman van het slachtoffer ingediende stukken.

Voorts laat de rechtbank in haar beoordeling zwaar meewegen dat er geen enkele twijfel bestaat over de goede intenties van verdachte, die de uitoefening van haar taak als politieambtenaar zeer serieus neemt. Het was prijzenswaardig dat verdachte professionele bijstand heeft willen verlenen bij de calamiteit, maar tegelijkertijd had zij de verkeersveiligheid niet uit het oog moeten verliezen. Ook weegt de rechtbank in sterke mate mee dat de verdachte zeer gebukt gaat onder de gevolgen van het verkeersongeval, zoals zij in haar schrijven ten behoeve van de terechtzitting heeft aangegeven.

De rechtbank ziet, gelet op de ernst van het feit, geen reden om verdachte schuldig te verklaren zonder straf, zoals door de raadsvrouw is bepleit. Wel ziet de rechtbank, mede vanwege de omstandigheid dat het feit inmiddels dateert van vier jaar geleden, aanleiding aan verdachte een voorwaardelijke werkstraf, van te noemen duur, op te leggen. Daarbij acht de rechtbank het conform de vordering van de officier van justitie passend dat verdachte in het kader van de bijzondere voorwaarde, een geldbedrag van na te noemen hoogte dient te voldoen aan stichting [stichting].

8. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De volgende wetsartikelen zijn van toepassing:
Artikelen 14a, 14b, 14c, 22c, 22d van het Wetboek van Strafrecht.
Artikelen 6, 175 van de Wegenverkeerswet 1994.
9. Beslissing
De rechtbank:
verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde feit heeft begaan zoals hiervoor onder 4.2 weergegeven;

verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven als bewezen is aangenomen en spreekt haar daarvan vrij.

bepaalt dat het onder 4.2 bewezen verklaarde feit het hierboven onder 5. vermelde feit oplevert;

verklaart dit feit strafbaar;

verklaart verdachte hiervoor strafbaar;

veroordeelt verdachte tot het verrichten van vijftig (50) uren taakstraf in de vorm van een werkstraf, bij het niet of niet naar behoren verrichten daarvan te vervangen door vijfentwintig (25) dagen hechtenis, met bevel dat deze straf niet ten uitvoer zal worden gelegd en stelt daarbij een proeftijd vast van negen maanden;

bepaalt dat de tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien:
- verdachte zich voor het einde van de proeftijd aan een strafbaar feit schuldig maakt;
- verdachte niet naleeft de bijzondere voorwaarde dat zij binnen een periode van zes maanden een bedrag van € 500,- overmaakt op rekeningnummer [rekeningnummer] ten name van Stichting [stichting].
Samenstelling rechtbank en uitspraakdatum
Dit vonnis is gewezen door:
mr. Th.M. van Wassenaer-Westgeest, voorzitter,
mr. M.P.J. Ruijpers en mr. S.M. Christiaan, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. A. Zeeman,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 september 2012.
mr. Van Wassenaer is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
העבר שלי הוא כהה כמו העתיד שלי


Red

  • HAP Eenheid Amsterdam
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 5,255
Zonder het helemaal gelezen te hebben, dit is wederom niet exact deze casus....  ::)

Het gaat in het voorval om een burger, in zijn eigen auto, die een agent naast zich krijgt die de opdracht geeft om te gaan rijden.
Dat is wat anders als een agent die in een opvallende politiebus traumapersoneel gaat ophalen.

Dat de rechter hier besluit dat een dergelijk beroep niet gegrond is heeft natuurlijk ook te maken met het feit dat ze agent is. Het gaat er juist om of een burger dat beroep kan doen.
Success is born out of arrogance, but greatness comes from humility.


silque

  • Sheepdog
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 3,873
Ik ga met Red mee, dit is een hele andere casus. Zoals je gelezen hebt wordt haar voornamelijk verweten de verkeerde keuze te hebben gemaakt (ramen dicht ipv geluid uit) en dat van een professional een ander gedrag moet worden verwacht.  
Haar noodtoestand wordt door haar advocaat verklaard doordat zij de enige is met een opvallend voertuig, maar omdat zij studenten heeft moet ze alle handelingen (OGS, Radio, kijken, sturen en schakelen) zelf doen. Zij weet dat het niet handig is, maar moet toch 'een leven redden'.  

De casus waar wij het over hebben is een burger die (in opdracht van.....) het RVV gaat overtreden om een leven te redden. Bij een aanrijding is - nogmaals - artikel 6 gewoon van toepassing, al zou zelfs daarop wellicht nog een strafuitsluitingsgrond van toepassing kunnen zijn. Voor het negeren van het RVV kan dit m.i. zeker.

Overigens denk ik niet dat wij nader tot elkaar gaan komen, Zijlvaart.  ;D
Uitspraken op dit forum zijn op persoonlijke titel.


zijlvaart67

  • Verkeerspolitie
  • Forum gebruiker
  • ***
  • Berichten: 395
De uitspraak is duidelijk genoeg. Het is namelijk geen onderdeel van de overwegingen of er wel of geen agent bij de aanrijding betrokken is.

De basis van de uitspraak (de motivatie) is simpelweg het feit dat de verkeersveiligheid nimmer ondergeschikt mag zijn aan een noodsituatie.. dit wordt letterlijk aangehaald..

Oftewel, er bestaat geen enkele rechtvaardiging voor het maken van een 'klapper' als je onderweg bent naar een 'klapper'.. En dat geldt zowel voor een burger als voor een smeris, want een duidelijkere overweging dan deze bestaat er niet:
'Het was prijzenswaardig dat verdachte professionele bijstand heeft willen verlenen bij de calamiteit, maar tegelijkertijd had zij de verkeersveiligheid niet uit het oog moeten verliezen.'

Deze overweging is voor mij duidelijk genoeg. Ook als burger zijnde..
העבר שלי הוא כהה כמו העתיד שלי