0 gebruikers (en 1 gast bekijken dit topic.
30 december 2015 - Jacco BezuijenHet is oudejaarsavond en ik ben klaar met mijn dienst. Ik neem afscheid van mijn collega’s en wens hen alvast een gezellig uiteinde. Ik wens de collega’s die moeten werken een rustige en veilige dienst toe en vertrek naar huis, waar mijn gezin op mij zit te wachten.‘3…2…1…gelukkig nieuwjaar!’, klinkt er door de woonkamer. Met de kinderen aan de Jip & Janneke en mijn vrouw en ik aan de echte champagne, proosten we op het nieuwe jaar. Dan is het tijd voor het vuurwerk. De kinderen vermaken zich best met de knalerwten en sterretjes, die zij zelf hebben mogen kopen. Zoals gewoonlijk steek ik samen met mijn vrouw één vuurpijl af. Een pijl die voor ons elk jaar dient om een beetje geluk en gezondheid af te dwingen. Het werkt al jaren, dus we schaffen deze traditie niet af.Als ik de buren een goed nieuwjaar wens, hoor ik sirenes van politieauto’s, die allemaal in dezelfde richting rijden. Na een paar minuten hoor ik ook een ambulance dezelfde kant opgaan. Ik hoop dat het niets ernstig is en dat mijn collega’s veilig de nacht doorkomen. Met die gedachte loop ik mijn woning weer in en werk nog een appelflap weg.Als we besluiten om ons bed op te gaan zoeken, gaat de telefoon. Ik pak vrolijk op, want ik verwacht iemand die ons al het goede wil toewensen. Het is een collega en hij klinkt zenuwachtig en nerveus. ‘Jacco, Roel is net bij zijn woning neergestoken. Hij is met spoed naar het ziekenhuis en we weten nog niet of hij het gaat redden!’ Ik schrik me rot en hang uiteindelijk op met de afspraak dat ik op de hoogte wordt gehouden hoe het met Roel gaat. Ik heb net nog een dienst met hem gedraaid, denk ik verschrikt.Zodra ik wakker word, loop ik direct naar het bureau. Daar aangekomen hebben zich nog meer collega’s verzameld om het laatste nieuws te vernemen en te horen hoe dit heeft kunnen gebeuren. Roel blijkt een slagaderlijke bloeding te hebben, opgelopen in zijn zij. Tijdens een spoedoperatie hebben de artsen zijn leven weten te redden. Gelukkig.Roel had samen met zijn buren vuurwerk afgestoken. Toen al het vuurwerk op was, veegden ze de overblijfselen bij elkaar om het in een vuilniszak te stoppen. Op dat moment kwamen er twee jongens de straat in lopen, die duidelijk zwaar onder invloed waren. Een van de jongens trapte de net bij elkaar geveegde hoop afval uit elkaar. Door de buurtbewoners werd hier boos op gereageerd en de jongens namen gelijk een houding aan om met de buren op de vuist te gaan. Roel greep in. Hij pakte de jongens bij hun middel en nam hen mee, weg van zijn buren.‘Jongens kom op, het is feest. Laat het een feest blijven!’, zei hij tegen de jongens. Na een aantal meter met hen te hebben gelopen, voelde Roel plots een harde tik in zijn zij en vervolgens een brandende pijn. De jongens zetten het vervolgens op een lopen. Roel voelde op de plek waar het pijn deed en zag dat zijn hand vuurrood van het bloed was geworden. Toen besefte hij dat hij niet was geslagen, maar met een mes was gestoken. De buren belden direct 112 en een aantal zetten de achtervolging op de jongens in. Een van de jongens was zo dronken dat hij vrij snel overmeesterd kon worden. De tweede is later op een plat dak van een appartementencomplex aangehouden. Het mes, nog onder het bloed van Roel, lag vlak bij hem.De eerste collega’s ter plaatse namen de eerste hulp aan Roel over van de buren. De wond werd stevig dichtgedrukt, maar ze konden niet voorkomen dat Roel erg veel bloed verloor. Zo veel dat ze bang waren dat Roel in hun handen zou overlijden. Gelukkig konden artsen zijn leven redden.De jongens zijn zwaar gestraft voor hun daad. Met Roel is het na lang revalideren lichamelijk weer goed gekomen, maar deze gebeurtenis heeft op hem en zijn gezin veel indruk gemaakt. En ook op iedereen in zijn buurt en aan het politiebureau, vooral de collega’s die eerste hulp verleenden aan Roel.Het komende oud en nieuw steken mijn vrouw en ik opnieuw een vuurpijl af voor geluk en gezondheid. Maar sinds het incident met Roel voegen we er ‘veiligheid’ aan toe.Ik wens u een gezellig feest, zonder incidenten.CitaatOver de auteur(foto: politie.nl)Jacco BezuijenJacco Bezuijen (48) startte in 1996 als agent bij de politie in Barendrecht. In 2007 stapte hij over naar de verkeerspolitie, waar hij in 2012 begeleider werd van het Verkeershandhavingsteam. Sinds 2013, toen bij hem werkgerelateerde PTSS werd vastgesteld, zit hij thuis. Binnenkort hoopt hij een andere passende functie binnen de politie te vinden.Jacco: ‘In mijn werk maakte is veel leuke, maar zeker ook minder leuke dingen mee. Door veel dingen op te schrijven geef ik ander inzicht in mijn werk, maar ook geef ik mijn ervaringen zo een plek.Jacco bericht op Twitter (@jhbezuijen) ook over zijn werk als motoragent en begeleider van het Verkeershandhavingsteam. Ook probeert hij daar uitleg te geven in wat PTSS met een agent en zijn gezin doet. Jacco heeft ook twee boeken geschreven: ‘Belevenissen van een agent’ en ‘Hoe mijn jongensdroom een nachtmerrie werd’.
Over de auteur(foto: politie.nl)Jacco BezuijenJacco Bezuijen (48) startte in 1996 als agent bij de politie in Barendrecht. In 2007 stapte hij over naar de verkeerspolitie, waar hij in 2012 begeleider werd van het Verkeershandhavingsteam. Sinds 2013, toen bij hem werkgerelateerde PTSS werd vastgesteld, zit hij thuis. Binnenkort hoopt hij een andere passende functie binnen de politie te vinden.Jacco: ‘In mijn werk maakte is veel leuke, maar zeker ook minder leuke dingen mee. Door veel dingen op te schrijven geef ik ander inzicht in mijn werk, maar ook geef ik mijn ervaringen zo een plek.Jacco bericht op Twitter (@jhbezuijen) ook over zijn werk als motoragent en begeleider van het Verkeershandhavingsteam. Ook probeert hij daar uitleg te geven in wat PTSS met een agent en zijn gezin doet. Jacco heeft ook twee boeken geschreven: ‘Belevenissen van een agent’ en ‘Hoe mijn jongensdroom een nachtmerrie werd’.
Laatste update: 30-12-2015 | 15:59Tilburg - Een jaar waarin ik…...…gelachen, gevochten, gehuild en vooral veel voldoening uit het werk als wijkagent gehaald heb. Ik duizenden mails naar bewoners en collega’s gestuurd en nog meer telefoontjes gepleegd heb. Ik veel huisbezoeken heb afgelegd bij bewoners die onder andere conflicten hadden met andere bewoners, een moeilijk opvoedbaar kind hadden of iets deden wat niet door de beugel kon. Gelukkig kon dit vaak met een waarschuwing afgedaan worden. Kon dit niet de zorgden wij er samen met de partners in de wijk ervoor dat er gevolgen aan het gedrag zaten.2015 was voor mij ook het jaar met veel reanimaties, die helaas niet altijd succesvol waren. Soms een ouder iemand, maar ook jonge mensen die plots geen hartslag meer hadden. Ook al is het je werk, je zal dit altijd blijven herinneren. Wat ik daarbij nog sterker herinner is het brengen van het vreselijke nieuws aan de nabestaanden. Dat je met het uitspreken van 1 zin, de wereld compleet op zijn kop zet voor hen, vreselijk. Voordat je de nabestaanden achterlaat is het van belang om hen zo goed mogelijk te ondersteunen in de vaak (korte) tijd dat je bij elkaar bent. Een hand op de schouder of een omhelzing doet dan vaak goed. In de auto daarna terug naar het bureau bespreek je het met je naaste collega en komt onze verwerking.DieptepuntHet dieptepunt van het jaar was voor mij de reanimatie van een 8 weken oude baby. Ik kan mij vanaf de eerste seconde de melding zo terughalen. Ik heb zelden zo’n emotioneel heftig incident meegemaakt. De onmacht van de gehele familie in de woonkamer, het reanimeren van de levenloze baby, het verdriet te zien bij de ouders, opa en oma’s en ook bij de professionals, toen het duidelijk werd dat de baby niet meer te redden was. Het onwerkelijke gevoel om te zien dat de baby, gewikkeld in een kleedje, te zien liggen wetende dat het nooit meer haar oogjes open zal doen. Krijg weer de rillingen als ik hieraan terug denk.Een uur laterEen uur later overigens bij een burenconflict staan en uitgescholden worden omdat ze vonden dat ik niet voldoende deed tegen de boze buurman…ze moesten eens weten. Dat is overigens ook voor mij de mooie kant aan dit werk, je weet nooit wat je te wachten staat en je zit soms in een achtbaan van gebeurtenissen en emoties. Als je na zo’n dienst thuiskomt besef je maar al te goed hoe fijn het is als je je kinderen extra stevig kan vastpakken. Ook heb ik, alleen of samen met collega’s, dit jaar weer een flink aantal mensen kunnen aanhouden die verschillende delicten hadden gepleegd. Dit varieerde van een fietsendief tot aan een overvaller. Dat is mooi, want ‘’boeven vangen’’ blijft toch een van de mooiste dingen in mijn vak. Ook mooi daarin is het blij maken van aangevers die hun gestolen spullen terugkrijgen of alleen maar het bericht dat de dader van hun aangifte aangehouden is en zijn straf zal krijgen. Voor mij is het woordje “bedankt” een waardering die we volgens mij allemaal fijn vinden om te krijgen.Heftige incidenten2015 is ook het jaar van heftige incidenten in de wijk. Het fijne daarin is dat je, in je functie als wijkagent, net datgene extra kan doen voor geschrokken bewoners die jou ook weer kennen en je een band hebt. Daarin merk je dat je een belangrijke schakel bent tussen bewoners, de wijkpartners en de verschillende disciplines binnen de politie. Ik hoop van harte dat deze incidenten opgelost worden en dat de dader(s) hun verdiende straf krijgen. 2015 was ook het jaar van interne veranderingen. Een prachtig nieuw uniform, veel praktischer dan de fanfarebroeken die we eerst hadden, met een mooie herkenbare uitstraling. Een nieuw systeem in de vorm van een smartphone, die het werk makkelijker maakt en voor de burger sneller werk aflevert. Een groter team, meer afwisselende diensten en in een nieuwe rol leiding geven aan de collega’s op straat. Voor mij persoonlijk dingen die het werk alleen nog maar leuker hebben gemaakt. Wat ondanks de veranderingen gelukkig wel sterk is gebleven is teamgevoel onder de collega’s. Samen maken we Tilburg veiliger en dat blijven we doen. Waar anderen een stap naar achteren zetten, doen wij een stap naar voren. Op 1 januari 2016 om 00:00 uur zal ik samen met mijn dierbaren proosten op een gelukkig en gezond 2016, maar ik zal ook proosten voor u zodat we samen een veilig en gezond 2016 tegemoet gaan!Wijkagent Danny van Helden
maandag 21 december 2015Een jongedame vraagt op Marktplaats een Iphone te koop met vermelding van haar 06-nummer. Dat is ongeveer hetzelfde als de sleutel van je huis in de voordeur laten zitten. Je nodigt in ieder geval geen mensen uit met de beste bedoelingen.Het is ’s avonds 21:25 uur en het begint donker te worden als ik op de X straat in een achterstandswijk in Rotterdam twee jongens zie zitten op een bankje van het schoolplein. Bij het zien van mij op de politiemotor draaien ze hun gezichten weg en gaan quasi nonchalant op hun telefoon zitten kijken. Ik stuur ze weg van het schoolplein. Eén van hen herken ik als een bekende straatrover. Ze reageren vijandig en tergend langzaam lopen ze weg. Ik zie ze veelvuldig op hun telefoon kijken. Iets in mij zegt dat er iets niet klopt, gezien hun gedrag. Wat zijn of waren die gasten van plan?Ik blijf nog even staan en zie dat een scooter langzaam de straat in komt rijden. De beide jongens kijken opvallend naar de scooterrijder. Op de scooter blijkt een meisje te zitten, aan de kleding te zien niet bepaald een type wat hier in de wijk thuishoort. Ik frons mijn wenkbrauwen en vraag me af wat die hier komt doen. Tijdens het voorbij rijden zie ik dat ze met haar telefoon in haar handen zit. Ik rijd haar achterna en geef haar een stopteken. Als ze haar helm afdoet en ik een legitimatiebewijs in mijn handen heb, blijkt mijn vermoeden juist te zijn. Ze komt uit een dorpje en is helemaal naar Zuid gekomen om een Iphone 5 mobiele telefoon te kopen als verrassing voor haar vriendje. Iemand heeft haar via whatsapp een berichtje gestuurd dat hij voor 150 euro deze telefoon te koop heeft en heeft als adres X straat nummer 25 opgegeven. Ik heb een naar voorgevoel en zoek op mijn telefoon wat voor bewoners er op dit nummer wonen. Het blijkt dat er een 85-jarige man en een 82-jarige vrouw wonen. Na aanbellen duurt het even voordat de bewoner, een oude man in nachtkleding, de deur opendoet. Hij blijkt van niets te weten en weet niet eens wat een Iphone 5 is. Het 06 nummer kent hij al helemaal niet, omdat hij geeneens een mobiele telefoon heeft.Als ik vraag aan het meisje om het 06 nummer te bellen van de verkoper wordt er niet meer opgenomen. Ook via whatsapp wordt niet meer gereageerd. Het verhaal is mij duidelijk. De twee jongens hebben haar naar dit adres gelokt om haar vervolgens te beroven van geld, haar telefoon en mogelijk ook nog haar scooter. Ik leg haar uit dat gezien het tijdstip, de locatie en de prijs ze heel gauw terug moet rijden naar haar dorp en gewoon via de normale weg een telefoon moet kopen voor een normale prijs. Tevens blijkt niemand te weten dat ze met haar scooter op weg is naar deze ‘afspraak’. In alle opzichten zou het een grote ‘verrassing’ voor haar geworden zijn als ik daar niet gereden had. Welkom in de boze wereld!Maak bij een aankoop via Marktplaats nooit afspraken via whatsapp of via de telefoon, omdat een prepaidnummer niet op naam staat. Vraag sowieso om te beantwoorden via mail als iemand je telefonisch of via whatsapp benadert en kijk hoe lang de verkoper op Marktplaats actief is. Iemand die een week actief is, is niet betrouwbaar. Ook iemand die alleen initialen gebruikt als naam, dus bijvoorbeeld “LN” of “B” of wat voor lettercombinatie dan ook, is onbetrouwbaar. Krijg je een adres en vertrouw je het niet, spreek af voor de deur van een geopend politiebureau. Meestal haken ze dan snel af. En een verkoopprijs die ver beneden de marktwaarde ligt klopt niet, dus maak dan helemaal geen afspraak. Meldt dit soort duistere zaken bij Marktplaats of de verkoopsite waar het goed aangeboden wordt. Koop je toch ver beneden de prijs, besef dat je mogelijk een gestolen goed koopt en je schuldig maakt aan heling.Zorg dat op je mobiele telefoon of tablet een findapp is geïnstalleerd. Met een inlognaam en wachtwoord kan de meldkamer inloggen en je apparaat traceren, activeren en zelfs op afstand wissen. Zie https://mobile.twitter.com/Piet_Kats/status/672122972929458176?p=vKijk voor Samsung op https://findmymobile.samsung.com/login.doVoor Iphone http://www.apple.com/nl/icloud/find-my-iphone.htmlOf Android via Google https://accounts.google.com/ServiceLogin?service=androidconsole&passive=3600&continue=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2Fandroid%2Fdevicemanager&followup=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2Fandroid%2FdevicemanagerEn voor de terugvind-app voor een Windows Phone ga je naar:http://www.windowsphone.com/nl-nl/how-to/wp8/settings-and-personalization/find-a-lost-phone
Politie Rotterdam CentrumGisteren om 9:15 · Op de dag voor kerst is het traditiegetrouw verschrikkelijk druk in de stad. Zo ook afgelopen 24 december. Het leek wel of iedereen op hetzelfde moment kerstinkopen wilde doen. Op zo’n drukke dag als deze komt het voor dat het verkeer helemaal tot stilstand komt en er geen enkele auto voor- of achteruit kan. Roepende bestuurders en toeterende auto’s tot gevolg. Ik stond met mijn politiemotor te wachten voor het verkeerslicht op de kruising Coolsingel / Aert van Nesstraat, toen ik een ongeduldige toeteraar hoorde. Ik keek naar de gigantische massa auto’s die de kruising blokkeerde, maar kon zo snel de lawaaimaker niet vinden. Gelukkig toeterde de bestuurder weer en ontdekte ik een klein blauw autootje. De bestuurder hing half uit het geopende raampje en maakte, terwijl hij bleef claxonneren, drukke armgebaren naar zijn medeweggebruikers. Dat iemand niet in de file wil staan en snel naar huis wil begrijpt iedereen, maar dit helpt niks en wekt alleen maar irritatie op. Ik nam me dus voor om deze bestuurder eens te bezoeken en hem te belonen met een flinke preek. Zelfs op de motor was het een flinke klus om slalommend tussen de overige voertuigen het kleine blauwe autootje te bereiken. Maar toen ik eindelijk was aangekomen dacht ik “Zo, nu is het tijd voor een flink gesprek!”Nog voor ik m’n helm kon openklappen hoorde ik de bestuurder zeggen: “U moet me helpen!” Dit overviel me nogal. Toen ik de auto in keek zag ik naast de man een vrouw zitten die zichtbaar in het eindstadium van haar zwangerschap was aangekomen. De man roept, met paniek in zijn stem, dat ze zo snel mogelijk naar het ziekenhuis moeten en het op deze manier nooit gaan halen. De uitspraak van de man wordt direct onderstreept door zijn vrouw die net een wee krijgt en kreunend op de bijrijdersstoel zit. Ik heb een seconde nodig om van boze handhaver te schakelen naar hulpvaardig hulpverlener. Na deze schakeling schiet direct door mijn hoofd dat ik tijdens de lessen biologie nooit heel goed opgelet heb en ik het assisteren bij een bevalling graag wil overlaten aan mensen die hier wel goed voor geleerd hebben. Met mijn motorpak aan en helm op ben ik hiervoor ook niet gepast gekleed.Ik zeg de man dat hij achter mij aan moet rijden, iets wat de man maar al te graag doet. Ik zet mijn zwaailicht en sirene aan en rij, met het kleine blauwe autootje achter mij aan, de trambaan op. De overige automobilisten hebben onze conversatie gemist en kijken ons niet begrijpend, maar vooral jaloers, na. Via de trambaan, een stukje fietspad en nog wat andere handelingen waarvoor buiten een noodsituatie een aardige bekeuring voor geschreven kan worden, vervolgden wij onze weg. Onderweg kwamen we nog diverse automobilisten tegen die niet zo snel in de gaten hadden waarom ik niet tevreden was met de ruimte die zij gaven, maar met wat armgebaren ontstond er genoeg ruimte om de ouders in wording om ook te passeren. Het kindje wilde niet heel veel langer wachten en 20 minuten na onze aankomst in het Sophia Kinderziekenhuis werd er een kerngezond jongetje geboren. Gefeliciteerd namens alle agenten van Rotterdam-centrum!
07 januari 2016 - Carina van LeeuwenDe jaarwisseling is net achter de rug en op de eerste werkdag in het nieuwe jaar wensen we elkaar alle goeds en wisselen verhalen uit over de dagen die we hebben doorgebracht met de mensen die ons dierbaar zijn. Met frisse moed schuif ik de deuren van de grijze archiefkast open. Planken vol met dossiers staan daar te wachten. Wachten tot ik er een uithaal om mee aan de slag te gaan. Dat is een keuze, welke geef ik vandaag aandacht en wie moet nog even wachten? Of nóg langer wachten. Het zijn de dossiers van de onbekende doden die begraven liggen in Amsterdam. Sommigen een paar jaar, anderen al heel veel jaren.Mijn vinger glijdt langs de mappen die staan gesorteerd op jaartal. Mijn vinger blijft hangen bij de map met een datum van rond de jaarwisseling, maar dan vijftien jaar geleden. Die trek ik eruit, de datum intrigeert. Ik sla de map open en zie op de eerste bladzijde een foto van een jong uitziende man met zwart kort haar en grote bruine ogen. Een smal, bleek gezicht. Erg bleek, want de foto is gemaakt na zijn dood. De foto is oud, van oudjaarsdag 1999 om precies te zijn.In de korte samenvatting lees ik dat hij op straat is gevonden, onderuitgezakt tegen een muurtje. Men dacht aanvankelijk dat hij zat te slapen. Na een paar uur onbeweeglijkheid werd toch maar de politie gebeld en bleek dat hij dood was. Bij onderzoek zien ze onder de dikke winterjas die hij draagt een kleine hoeveelheid bloed op zijn beige wollen trui, ter hoogte van zijn hart. Wanneer ze hem verplaatsen, vinden collega’s een klein formaat revolver.Ik blader door en lees verder in het dossier. Het onderzoek naar zijn dood is zakelijk opgeschreven. Wat ik al vermoed, wordt bevestigd; het blijkt zelfmoord. Met de revolver heeft hij een klein kaliber kogel afgevuurd en die heeft een slagader vlak bij zijn hart doorboord.Het onderzoek naar zijn identiteit is een zoektocht waarbij de rechercheurs al het mogelijke deden, elke aanwijzing is destijds gevolgd en uitgerechercheerd. Het staat allemaal verwoord. Elk detail van zijn kleding - de witte wollen muts, de beige trui, zijn jeans en schoenen, merken en maten - is onderzocht. Het Swatch-horloge om zijn rechterpols was nieuw, maar bleek in aantallen van 150.000 te worden geproduceerd. Hij droeg een kettinkje met daaraan een sterrenbeeld: Tweeling, dus is hij waarschijnlijk geboren tussen 22 mei en 21 juni. Medicatie die hij bij zich had, brengt de onderzoekers naar Frankrijk, zijn kleding naar Italië.Ik lees dat de rechercheurs een link vinden naar een kluis op het centraal station, in gebruik genomen slechts enkele uren voor zijn dood. In die kluis een tas, waarvan ze de herkomst hebben onderzocht, maar ook daarvan zijn er duizenden gemaakt en wereldwijd verkocht. In de tas wat spullen die hen niet verder brengen, geen paspoort, geen adresboekje, geen reisdocument, niets van dat alles.De oordopjes die hij droeg, zijn kleding, zijn schoenen, zijn gebitsgegevens, vingerafdrukken en DNA. Het is op alle mogelijk manieren wereldwijd ingezet. Zijn foto wordt getoond op televisie en er komen tips binnen. Overal komt hij vandaan: van Ermelo, Finland en Algerije tot Spanje. En iedereen weet het zeker. Maar uiteindelijk is er niet één aanwijzing die tot zijn daadwerkelijke identiteit leidt.Ik zie maanden werk van betrokken collega’s die niet op wilden geven. En ik vraag me af of ik mag denken dat dat in schril contrast staat met het slachtoffer. Want wat bracht hem naar Amsterdam? Wat deed hem besluiten om zijn bagage in een kluis te plaatsen en met een vuurwapen een plekje te zoeken in een wellicht wildvreemde stad? Welke muziek luisterde hij toen hij besloot het wapen op zijn hart te zetten en een einde te maken aan zijn leven? Wat deed hem opgeven, wat maakte dat hij niet meer verder wilde in dit leven? Net voordat een nieuw jaar zou beginnen, een nieuw millennium zelfs. En waarom wel een vuurwapen bij je dragen, je favoriete muziek en ook - hoe bizar - medicijnen die moeten voorkomen dat je het benauwd krijgt, maar niets, helemaal niets waar je naam op staat? Het intrigeert me, iedere keer weer, bij elke zaak. Het waarom.Hij is niet de enige, het zijn er veel, verontrustend veel, die naar Amsterdam zijn gekomen en een einde aan hun leven maakten. Jonge mensen, die niets bij zich dragen waaruit blijkt wie ze zijn. Zoals ook deze jongen. Zelfs na vijftien jaar is zijn identiteit nog niet bekend.Het waarom van die beslissingen, daar komen we misschien nooit meer achter. Maar in dit nieuwe jaar, het zestiende jaar na zijn dood, neem ik me voor om opnieuw alles op alles te zetten om hem in elk geval zijn naam terug te geven, zijn dierbaren te laten weten waar hij is en wat er gebeurd is. Want ergens op de wereld heeft ook deze jaarwisseling iemand aan hem gedacht. Aan de zoon, broer of vriend die sinds oud en nieuw, vijftien jaar geleden niets meer van zich heeft laten horen. CitaatOver de auteurCarina van Leeuwen(foto: politie.nl)Na jaren als operatieassistent in binnen- en buitenland te hebben gewerkt, maakte Carina van Leeuwen in 1991 de overstap naar de politie. Ze begon in uniformdienst bij de politie Den Haag en werd vervolgens een van de eerste vrouwelijke forensisch rechercheurs. Sinds 2006 werkt ze als forensisch coördinator in het coldcaseteam in Amsterdam.Carina: ‘Ik ben begonnen met het schrijven van verhalen door een weddenschap. Toen ontdekte ik hoe leuk het is om iets anders dan processen-verbaal te schrijven. De weddenschap heb ik gewonnen en ik ben het blijven doen. Bloggen over mijn werk geeft hopelijk een mooie inkijk in wat ik het allermooiste werk binnen de politie vind; coldcaseonderzoek.Naast haar politiewerk geeft Carina gastcolleges over forensische onderzoek aan studenten van de Hogeschool van Amsterdam. In haar vrije tijd schrijft Carina ook forensische thrillers. In 2014 kwam ‘Vuurproef’ uit en in 2015 ‘Koud Spoor’.
Over de auteurCarina van Leeuwen(foto: politie.nl)Na jaren als operatieassistent in binnen- en buitenland te hebben gewerkt, maakte Carina van Leeuwen in 1991 de overstap naar de politie. Ze begon in uniformdienst bij de politie Den Haag en werd vervolgens een van de eerste vrouwelijke forensisch rechercheurs. Sinds 2006 werkt ze als forensisch coördinator in het coldcaseteam in Amsterdam.Carina: ‘Ik ben begonnen met het schrijven van verhalen door een weddenschap. Toen ontdekte ik hoe leuk het is om iets anders dan processen-verbaal te schrijven. De weddenschap heb ik gewonnen en ik ben het blijven doen. Bloggen over mijn werk geeft hopelijk een mooie inkijk in wat ik het allermooiste werk binnen de politie vind; coldcaseonderzoek.Naast haar politiewerk geeft Carina gastcolleges over forensische onderzoek aan studenten van de Hogeschool van Amsterdam. In haar vrije tijd schrijft Carina ook forensische thrillers. In 2014 kwam ‘Vuurproef’ uit en in 2015 ‘Koud Spoor’.
maandag 4 januari 2016Joost heeft afgesproken op station Utrecht met een groep vrienden om te gaan stappen in Rotterdam. Ze gaan naar een houseparty in de Maassilo, een vroegere graanfabriek die omgevormd is tot een muziektempel. Joost, 19 jaar oud, eerstejaars student, moet maar eens een echte man worden vinden ze. Joost is niks gewend en een goedzak die behoorlijk beïnvloedbaar is. Ze drinken alvast in, zoals dat heet, en de nodige biertjes worden onderweg al genuttigd. Lichtelijk aangeschoten arriveren ze bij de Maassilo. De hele nacht feesten ze door en buiten de alcohol worden er ook nog eens pilletjes genuttigd, de zogenaamde partydrug, waarmee je makkelijk 24 uur kan doorgaan. Ook Joost krijgt vermoedelijk wat pilletjes toegestopt, waarvan hij een flinke ‘opkikker’ krijgt. Op een gegeven moment, blijkt achteraf, gaat Joost naar buiten toe en gaat dwalen. In de tussentijd hebben zijn hevig verontruste ouders al diverse keren naar Joost gebeld om te vragen waar hij blijft en of het goed met hem gaat. Nadat het feest om 05:00 uur is afgelopen is er één vriend van Joost, Jeroen, die hem mist ondanks dat hij zelf ook stevig gedronken heeft. De andere vrienden proberen Jeroen ervan te overtuigen dat Joost zelf naar huis gegaan is, maar Jeroen gaat toch op zoek. De andere vrienden laten Jeroen achter en keren huiswaarts. Ze maken zich geen enkele zorgen om Joost, die vindt zijn weg wel. Als Jeroen iedereen aangesproken heeft, het gebouw doorzocht heeft, in de omgeving gezocht heeft en dit alles zonder resultaat belt hij de politie. In de tussentijd hebben de ouders van Joost ook al naar de politie gebeld dat ze hun zoon kwijt zijn. Als mijn collega Ron en ik ter plaatse komen worden we aangesproken door Jeroen. Hij maakt zich ernstig zorgen en vertelt dat Joost bij zijn aankomst niet meer wist waar hij was en zelfstandig nooit thuis gekomen kon zijn. Het is inmiddels 06:00 uur, eigenlijk tijd voor Ron en mij voor wisseling van de dienst. Maar we gaan er toch voor. We hebben een slecht voorgevoel. Het signalement van Joost wordt door de meldkamer verspreid. Cameratoezicht, medewerkers van stadstoezicht die 24/7 de camera’s uitkijken, luisteren ook mee. Een nog wakkere medewerker vertelt dat hij deze jongen rond 03:00 uur heeft gezien op de camera. Hij heeft hem gevolgd, maar had op een gegeven moment geen zicht meer. Op deze plek is de kade van de Maashaven. Het zal toch niet... We vinden Joost een stuk verderop, zwaar onderkoeld. Dankzij het lage waterpeil ligt hij op de keien langs het water en niet erin. Hij wordt direct naar het ziekenhuis gebracht en houdt niets aan het voorval over. Volgens de artsen was het kantje boord. Jeroen is voor mij een held, een echte vriend.
14 januari 2016 - Roel van BorselenHet is een normale rustige stagedag in het wijkteam van Schiedam. Ik zit met een brigadier in de auto. We praten over mijn opleiding en hoe het werk bij de politie mij tot nu toe bevalt. Ik vertel hem dat ik het erg naar mijn zin heb. Ik heb nog geen heel heftige zaken meegemaakt, ben bijvoorbeeld nog niet geconfronteerd ben met overleden personen. Zo’n ‘eerste dode’ hakt er vaak in.Enkele minuten later horen we dat andere collega’s worden opgeroepen door de meldkamer. De centralist vraagt of zij naar de X-straat willen gaan, daar zou een persoon onwel zijn geworden. De brigadier met wie ik meerijd, reageert ook direct. Wij zijn er vlakbij. Hij vraagt mij tegen de meldkamer te zeggen dat wij meerijden.Op de kruising met de X-straat zie ik een man en vrouw bij een kinderwagen staan. De man heeft een baby van hooguit een half jaar oud in zijn handen. Hij kijkt paniekerig onze kant uit als we aan komen rijden. We zijn als eerste eenheid aangekomen en als ik uitstap, duwt de man de baby in mijn handen. ‘Hij doet niks meer, help alsjeblieft!’Ik heb zelf kinderen en ook een dochter van ongeveer dezelfde leeftijd. Ik pak het baby’tje van hem over en zie dat de brigadier naar me toe komt met het kussen dat standaard in onze auto ligt. Ik leg het baby’tje erop en voel met mijn hand op het borstkasje en met mijn oor aan zijn mondje. Geen ademhaling.Ik breng mijn lippen naar het mondje van de baby en beadem hem vijfmaal, zoals ik dat geleerd heb. Ik begin met compressies geven op de borst van de baby en de brigadier neemt de beademing over. Zo’n klein lichaampje, zo kwetsbaar…Kort daarna, voor mijn gevoel duurt het uren, komen er andere collega’s aanrijden. Ook de ambulance en de brandweer komen eraan. Ambulancebroeders nemen de reanimatie van ons over. Ik loop naar de ouders van de baby, die zichtbaar in shock zijn. ‘Komt het goed?’, vraagt de moeder. Ik kan haar niet geruststellen, ik weet het niet. De lippen van de baby waren koud. ‘We doen allemaal onze uiterste best’, zeg ik.De brandweer schermt het incident af met dekens. Het is ook voor omstanders heftig om te zien als er ie-mand gereanimeerd wordt, en helemaal een baby. Ik loop bij de ouders weg om te helpen en even later houd ook ik een deken omhoog. Ondertussen komt ook een traumahelikopter met kinderarts aan. De kinderarts geeft de baby injecties en gaat verder met reanimeren.Het ziet er allemaal onwerkelijk uit. De baby wordt zo hard behandeld, maar ik weet dat dit wel moet om het hartje op gang te brengen. Ik blijf toekijken, ik wil zien dat het kindje bijkomt. Ik hoor de moeder schreeuwen, zo ingrijpend, zo’n intens verdriet. Haar kind ligt daar op straat en ze kan niks doen.Mijn chef komt naar me toe lopen, terwijl ik het doek omhoog houd. Hij legt hij zijn hand op mijn schouder en zegt: ‘Gaat het? Moet ik aflossing regelen?’ Ik zeg dat ik het wel aankan. Ik wil zien dat het kindje bijkomt, hij gaat het toch wel halen? Vervolgens komt de brigadier naar me toe, ze gaan zo een spoedtransport regelen naar een kinderziekenhuis. Met een spoedtransport rijden politieauto’s en/of -motoren mee met een ambulance, om zo snel mogelijk bij een ziekenhuis te komen. Soms is het beter een slachtoffer met een spoedtransport te vervoeren, dan met een traumahelikopter.De hele straat is ondertussen volgestroomd met mensen. Niemand weet wat zich achter de dekens afspeelt. Je hoort ze speculeren: ‘Wat is er aan de hand?’, ‘Wie ligt er?’. De baby wordt op de brancard gelegd en op dat moment laten wij de dekens zakken om de toegang naar de ambulance vrij te maken. Mensen reageren geschokt: ‘Het is een baby, wat erg!’De brigadier vraagt of ik het verkeer wil stopzetten, om zo de kruising vrij te maken. Als dit gelukt is, wordt het kleintje naar de ambulance gereden. Ik zie dat de brigadier ondertussen met de artsen overlegt. Plotseling komt de vader van de baby naar mij toe en reikt me de hand. ‘Bedankt voor alles’, zegt hij. Dan loopt hij naar de ambulance.De ambulance rijdt met spoed weg in de richting van de snelweg. Ik loop naar de brigadier, die het kussen oppakt waar het baby’tje op gelegen heeft. Hij kijkt me aan en vertelt dat de ambulancebroeder tegen hem zei dat ze met reanimeren doorgingen om eventuele orgaandonatie mogelijk te maken. En ik besef dan dat de baby het niet heeft gered.In de auto speelt alles door mijn hoofd. Heb ik het wel goed gedaan? Wat als ik dit? Wat als ik dat? Ik ben nog in gedachten verzonken als de telefoon gaat. De brigadier neemt op en de wachtcommandant vraagt of wij even ergens willen gaan kijken. De brigadier reageert: ‘Nu even niet, we hebben net een baby gereanimeerd.’We rijden terug naar het bureau om de melding te bespreken. Alle betrokken collega’s komen samen in een ruimte. We praten over wat er is gebeurd en wat deze melding met ons doet. Hoe we ons voelen. Aansluitend noteren we alles in het politiesysteem.Na enige tijd krijgen we de vraag van de wachtcommandant of we naar een melding van een fietsdiefstal willen gaan. We stappen weer in de auto en wanneer we wegrijden, besef ik het pas echt: mijn eerste dode. Iedere politieman krijgt ermee te maken. Maar deze had ik liever nooit willen hebben.CitaatRoel van BorselenRoel van Borselen (28 jaar) is werkzaam als agent in Schiedam. In 2012 is hij gestart met de opleiding tot agent en heeft deze in januari 2015 afgerond. Hij is getrouwd en heeft twee jonge kinderen.Roel: 'De reden dat ik ben gaan bloggen, is dat ik mensen graag laat zien wat ons werk inhoudt. Velen hebben geen of een onjuist beeld bij onze werkzaamheden en met deze verhalen wil ik een kijkje geven in onze dagelijkse bezigheden.'Omdat Roel aspiraties heeft om bij een speciale eenheid te gaan werken, wordt hij niet herkend in beeld gebracht.
Roel van BorselenRoel van Borselen (28 jaar) is werkzaam als agent in Schiedam. In 2012 is hij gestart met de opleiding tot agent en heeft deze in januari 2015 afgerond. Hij is getrouwd en heeft twee jonge kinderen.Roel: 'De reden dat ik ben gaan bloggen, is dat ik mensen graag laat zien wat ons werk inhoudt. Velen hebben geen of een onjuist beeld bij onze werkzaamheden en met deze verhalen wil ik een kijkje geven in onze dagelijkse bezigheden.'Omdat Roel aspiraties heeft om bij een speciale eenheid te gaan werken, wordt hij niet herkend in beeld gebracht.