GRIP 4 Zeer grote hulpverlening (div. ongevallen in de mist) A58 - Goes Heinkenszand 16-09-2014

Auteur Topic: GRIP 4 Zeer grote hulpverlening (div. ongevallen in de mist) A58 - Goes Heinkenszand 16-09-2014  (gelezen 68963 keer)

0 gebruikers (en 4 gasten bekijken dit topic.

hoefhaan

  • IC VPK, Ambulance VPK
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 818
  • maak ze beter!
Een hoop ophef gemaakt door iemand die zelf met hoge snelheid door de mist reed met zijn telefoon in de hand om filmpjes te maken!
Je hebt regels, echter nood breekt wet. Ik snap schrikreacties, maar die waren er toch wel gekomen, want wat er ook opdoemt uit de mist: je schrikt. Al was dit geheel volgens de regels met politie begeleid: geen verandering. Je schrikt.
Trained to save your ass, not to kiss it! :-)  Uitspraken hier doe ik uit persoonlijke titel en niet namens mijn werkgever.


Red

  • HAP Eenheid Amsterdam
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 5,255
Het Openbaar Ministerie gaat niemand vervolgen voor het grote mistongeval op de A58 bij Heinkenszand vorig jaar. Bij drie kettingbotsingen waren toen meer dan 150 auto's betrokken. Twee mensen kwamen om het leven en tientallen mensen raakten gewond.
Success is born out of arrogance, but greatness comes from humility.


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #242 Gepost op: 14 september 2015, 21:34:53

De kalmte bewaren
Thony Schipper, centralist op de gemeenschappelijke meldkamer in Middelburg

'Samen en kwetsbaarheid', schrijft Thony Schipper op. Het zijn de eerste woorden die in zijn hoofd opkomen. De centralist van de brandweer is gevraagd om op de hulpverlenersavond zijn verhaal te vertellen. Anderhalf etmaal geleden begon in de meldkamer de consternatie.

Dinsdagochtend 16 september 7.56 uur. Thony Schipper neemt net de laatste 24-uursrapporten door als bij de collega's van de politie de 112-lijn oplicht. Materieeltjes, lijkt het. Er staan een paar auto's op elkaar. Hij vond het zelf nog best meevallen met de mist toen hij die ochtend door Middelburg fietste.

Het eerste uur van zijn vroege dienst zit er bijna op. Geweldig wakker is hij niet. Hij is een avondmens. Na negentien jaar in de meldkamer schrikt hij niet meer op van een noodoproep. 'Een 112-tje kan niks of kan alles zijn.' Die ochtend - zal hij later zeggen - 'komt alles binnen wat er maar binnen kan komen'.

Opeens zit hij in een heksenketel. Alle lijnen lichten tegelijk op. Verschillende alarmen klinken door elkaar heen. Op slag is hij klaarwakker. Zijn eerste contact is met een man die over de A58 reed en maar net op tijd kon stoppen. 'Langs alle kanten hoor ik het hier klappen.' Thony kijkt op zijn scherm en ziet de wachtrij 112-tjes oplopen. Kort en zakelijk probeert hij de beller uit te vragen. 'Rijdt u Zeeland in of uit? Vertel eens wat u ziet. Zijn er gewonden?'

'Zorg dat u zelf veilig achter de vangrail staat', zegt hij nog voordat hij de verbinding verbreekt. Als hij een paar dagen later het gesprek terugluistert, verrast het hem dat hij dat in alle hectiek 'nog even gezond kon meegeven'.

Om twee minuten over acht stuurt hij alvast een paar basiseenheden van de brandweer 'die kant op'. De A58 is altijd dubbelzijdig aanrijden, dat betekent vanuit Goes en vanuit Arnemuiden en Middelburg. Met alle hinder van de mist.

Het aantal meldingen loopt in razend tempo op. De bellers klinken beduusd. Ze weten niet goed wat hen overkomt. Ook niet of er gewonden zijn. 'Ik hoor wel mensen roepen.' Soms hoort Thony zelf op de achtergrond geschreeuw of gesnik.

Hij probeert de stemmen van zijn collega's buiten te sluiten en concentreert zich op zijn eigen portofoonverkeer. Het overleg met politie en ambulancedienst is kort: 'hebben we het over hetzelfde incident? Dezelfde locatie?'

Meldkamerondersteuner Piet Kesteloo schuift naast hem. Thony en hij hebben aan één blik vaak genoeg. Kesteloo is rustig en kordaat. Thony waardeert vooral zijn graad van motivatie. Niet té. Overmotivering kan een valkuil zijn. Soms lopen hulpverleners zo snel dat ze dingen over het hoofd zien. Je tempo aanpassen en rolvast in het proces zijn, daar gaat het om. Als ze twee uur later horen dat er een collega is omgekomen, kijken ze elkaar aan. Meer is niet nodig.

'Ik dacht: Thoon parkeer het even onder tafel. Straks moet je dat pas toelaten. Zodra het gezicht van die collega continue op je beeld zit, ben je niet meer zuiver bezig.' Ze wisten niet wie het was. Dat hoorden ze pas tussen de middag. 'Je realiseert je hoe kwetsbaar je bent. En hoe blij je moet zijn met elke dag.'

Bevelvoerder Joost Joosse van de eerste TS van de vrijwillige brandweer uit Arnemuiden meldt zich :'Ik ben hier op de A58. Ik heb verkend en heb hier 100 tot 150 auto's op elkaar staan. Diverse doden en heel veel gewonden.'

Thony Schipper hoort de emotie in de stem. Ze moeten het doen zonder beelden. Alles via meldingen en situatierapporten. En ze weten niet: hoe groot, hoe lang en hoe ver. Om halftien vliegt een politiehelikopter over en krijgt de meldkamer de eerste beelden. Ze kijken elkaar aan: jongens dit is kilometers blik.

De kalmte bewaren, dat is een belangrijk deel van de rol die hij deze dinsdag vervult. 'Het heeft met professioneel handelen te maken: die kalmte is er, maar die moet je de boventoon laten voeren. Het doet hem goed als hij van de werkvloer hoort dat zijn optreden als prettig, fijn en veilig is ervaren.

'Mijn stem is mijn gereedschap. Ik weet dat er veel berichtenverkeer gaat komen en ik moet de leiding nemen totdat de officier van dienst ter plaatse is en het verder inricht.' De officier van dienst (OVD) is druk en is ook nog met beeldvorming bezig. De mist maakte het onmogelijk om een duidelijk totaalbeeld te krijgen.

Overal vandaan waren eenheden onderweg naar de rampplek. Het belangrijkste was rust en ruimte in de communicatie. Discipline. Daarom liet Thony Schipper een algemeen bericht uitgaan aan alle eenheden. Zij kregen opdracht zich te melden bij de officier van dienst die hen een werkvak zou toewijzen. Het bericht kwam zónder terugkoppeling. 'Dat betekende: dit is het verhaal en kleppen dicht.' Zo kwam er geen ruis op de lijn en kreeg bevelvoerder Joost Joosse alle ruimte om goed zijn verhaal te kunnen doen.

Donderdags op de hulpverlenersbijeenkomst in Heinkenszand is het tijd voor zijn verhaal. Thony Schipper is een man van weinig woorden. Met zijn donkere stem en vertrouwd Zeeuws accent spreekt hij de twaalf zinnen uit waarmee hij de ramp en alles eromheen heeft samengevat. Kort en bondig, zoals volgens hem het berichtenverkeer ook moet zijn.

Iemand van standplaats Goes komt naar hem toe en complimenteert hem: 'Thoon, het was geweldig hoe kalm je bleef en hoe gedisciplineerd het berichtenverkeer verliep. Ter plekke was het een chaos, maar van het begin af aan is het goed aangestuurd'. Dat was het mooiste compliment dat hij kon krijgen.

Zie ook: http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?msg=1372647
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
De mist, die chaos, dat gegil
Johan den Haan, ambulanceverpleegkundige bij het Witte Kruis

Verpleegkundige Johan den Haan drukt zijn neus nog dichter op de voorruit. Naast hem zit chauffeur John Geleijnse over het stuur van de ambulance gebogen. Op deze ochtend kunnen ze op de snelweg nog geen zeventig rijden. De file doemt ineens op. In de berm staan mensen te gebaren.

Eigenlijk had Johan die dag geen vroege dienst. Hij heeft geruild met een collega en is op de fiets naar het werk gegaan. Wit van de mist kwam hij om half acht op zijn vaste post aan de Stromenweg in Middelburg aan. Drie ambulanceteams zitten aan de koffie als om acht uur de pieper gaat. Met spoed naar de A58. 'Het schijnt daar een enorme chaos te zijn', zegt de centralist. 'Twintig tot honderd auto's op elkaar.'

Onderweg overlegt Johan met zijn collega. Hij gaat straks het veld in om de slachtoffers te triëren. John blijft bij de auto om de volgende ambulances aan te sturen. De rit verloopt moeizaam en hij is blij als de ervaren chauffeur de ambulance veilig de vluchtstrook op stuurt. Hectometerpaaltje 157.0, het tegenoverliggende tankstation is onzichtbaar. Johan realiseert zich dat de plek waar ze naar toe moesten twee kilometer verderop ligt. Waar sta ik in?, denkt hij. Wat is er in die twee kilometer gebeurd?

Als er achter ons maar geen klappen komen, denkt hij terwijl hij uitstapt. Ze zetten allebei een helm op en trekken een groen hesje aan. John zorgt ervoor dat de groene knipperlichten aan gaan. Zo zijn ze herkenbaar als eerste ambulance in het gebied. Johan doet zijn handschoenen aan en is klaar om op verkenning te gaan. Kijken waar de ernstigste slachtoffers zijn wie er als eerste hulp nodig hebben. En vooral: hoeveel slachtoffers er zijn.

Voor het eerst in zijn leven stapt Johan een groot ongeluk in. Het lijkt op een horrorfilm. Vaag ziet hij autowrakken en hij ruikt benzine. Gegil en gekreun van alle kanten. Hij begint te lopen. Hij moet gegevens verzamelen. Die heeft zijn chauffeur nodig om andere ambulances aan te sturen. Mensen klampen hem direct aan. Anderen staren stilletjes voor zich uit. Een paar mannen lopen druk om de auto's heen. Naast hem doemen vanuit het niets vrachtwagens op. Aan het voorschrift om bij mogelijk lekken van gevaarlijke stoffen op 100 meter afstand te blijven, heeft hij op dat moment niets. Hij staat er al.

'Rechts is een auto met kinderen', wordt er geroepen. Lara (11) en Babs (8) zaten samen met hun moeder in de auto die werd aangereden. Lara is buiten bewustzijn. Haar jongere zusje zit bekneld en schreeuwt het uit. Hij beoordeelt de slachtoffers en vraagt om een ambulance te sturen. Voelt een drempel om verder te gaan, maar hij weet dat verderop misschien mensen zijn die zijn hulp harder nodig hebben.

Het dilemma wordt opgelost als een man hem bij de meisjes wegtrekt. 'Je moet nú meekomen!' Terwijl de man hem meesleept, probeert hij te zien of er onderweg nog meer slachtoffers zijn. Het is gevaarlijk je door omstanders te laten leiden. Je mag er niet van uitgaan dat zij overzicht hebben.

Op de grond ligt een motorrijder. Omstanders willen gaan reanimeren. Hij neemt de helm af, onderneemt een reddingspoging en zet de omstanders aan het werk. Dertig seconden per slachtoffer staat hiervoor. Er ligt een man onder een auto. Johan helpt om de auto op z'n kant te gooien. Ook hier zijn omstanders die kunnen reanimeren totdat er ambulancepersoneel bij komt. Hij vertrekt met het gevoel dat deze twee slachtoffers het waarschijnlijk niet gaan redden.

Zijn portofoon hapert. Hij stuurt omstanders naar zijn collega bij de ambulance. Ze zijn gewillig, blij iets te kunnen doen. Hem scheelt het tijd. Hij komt boze mensen tegen die hij moet uitleggen dat hij alleen nog maar slachtoffers in kaart brengt. Honderden meters legt hij op die manier af. Op het laatste stuk schieten brandweerlieden hem te hulp. Ze hebben van iemand uit de file een auto 'geleend' en melden dat er op het laatste stuk alleen lichter gewonden zijn.

Ineens gaat het heel snel: binnen een halfuur zijn alle slachtoffers weg. Johan gaat bij de meisjes kijken. Daar zijn ze nog echt bezig. Daarna bekommert zich om mensen die zich melden omdat ze achteraf toch wat last hebben. Het zijn er veel. En de stille mensen spreekt hij aan: 'Gaat het wel?'

Rond halftwee vangen zijn collega's hem op. Mensen met late dienst zijn eerder gekomen, collega's die eigenlijk vrij waren zijn erbij gekomen. Ze zijn in een busje gestapt om de anderen af te lossen. Ze staan met zijn allen op de A58. De mist is opgetrokken, het is zonnig.

Terug in Middelburg blazen ze met z'n allen stoom af. Zijn collega zegt: 'Jij hebt alle ellende gezien, de meeste van ons zijn daar een beetje van gespaard gebleven.' Johan de Haan schudt zijn hoofd: 'Ik heb al die slachtoffers maar vrij oppervlakkig gezien. De collega die bij die meiden is geweest, is heel intensief bezig geweest. Bij de dodelijke slachtoffers waren ook 'leken'. Die hebben er heel wat meer last van dan wij.'

Later zal hij zijn collega's aan de hand van luchtfoto's 'meenemen' door het ongeval. Zijn looproute, waar de meisjes waren, en waar de dodelijke slachtoffers. Op zoek naar leerpunten, naar dingen die beter kunnen. Luchtfoto's gemaakt door de politiehelikopter die zó laag vloog dat ze elkaar op de rampplek niet meer konden verstaan.

Thuis knuffelt hij eerst zijn kinderen, 4 en 7 jaar oud. 'Die zijn op dat moment heel belangrijk, koester wat je hebt.' 's Avonds kijkt hij alle journaals. Hij wil weten waar hij middenin heeft gestaan.

Een paar dagen later verbaast het hem hoe rustig hij klonk. Dat heeft hij van nature: hoe gekker het wordt, hoe rustiger hij zich voelt. Een soort mechanisme. Geen moment heeft hij spijt dat hij zijn dienst had geruild. 'Het was allemaal heel heftig, maar ik weet nu dat ik zoiets groots aankan.'

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #244 Gepost op: 14 september 2015, 21:45:03
Geen fouten maken
André Brakman, operationeel chef politie Zeeland-West-Brabant, team Walcheren.
Rol: officier van dienst die de politie-eenheden aanstuurt

'Natuurlijk is pappa vanavond op tijd thuis meisje. Jij bent jarig.' Met die belofte stapt politiechef André Brakman op dinsdag 16 september 's morgens om kwart voor zeven het huis uit. Maar in dit vak weet je nooit hoe laat je thuiskomt.

Vijf kwartier later vraagt hij vanaf de parkeerplaats van het politiebureau Vlissingen met spoed een politiehelikopter aan. 'Ik heb overzichtsfoto's nodig', roept hij tegen de meldkamer. Edward van Zwan schuift op de passagiersstoel naast hem. André plukte hem achter zijn bureau vandaan en drukte hem zijn portofoon en telefoon in handen. 'Jij doet alle communicatie.' Als het incident groeit, is het lastig om alsnog iemand te regelen die de communicatie overneemt.

Het begon om acht uur met een verzoek van een collega-OVD uit het Oosterscheldebekken om 'een incidentje op de A58' over te nemen. Op de noordbaan, Zeeland in, waren tien auto's op elkaar gebotst. Vervolgens sloeg het incident over naar de zuidbaan, Zeeland uit. En toen werd het heel groot. De meldkamer stuurde steeds meer politieauto's op pad.

Onderweg schiet een andere politieauto hun voorbij. 'Die gaat als een jekko door de mist', zegt André tegen Edward. Op de vluchtstrook stopt de wagen. Een agent stapt uit. Hij gebaart naar het verkeer om snelheid te minderen. 'Veel te gevaarlijk', vindt André. 'Dat gaan we hier niet doen. Die collega moet daar weg.'

In zijn hoofd draait hij alvast de politieprocessen af: verkeerscirculatieplan, begeleiden ambulances, registreren, strafrechtelijk onderzoek, identificatie slachtoffers. Gaat het bij de start fout, dan heb je daar de hele dag last van. André is operationeel expert bij de politie Walcheren en heeft de zorg over 26 man personeel, maar zijn hart ligt bij het OVD-schap. 'Je wordt als officier van dienst altijd geroepen in zaken die er iets toe doen.'

De mist hangt over de ravage van de kettingbotsing. André en Edward stappen de chaos in, ze horen mensen kermen en kinderen huilen. 'We moeten doorlopen,' zegt André, 'hoe hard het ook is. Voor deze mensen wordt gezorgd, wij hebben andere taken.'

Tijdens de tocht van anderhalve kilometer naar de afslag Heinkenszand worden ze continu gebeld. André speurt intussen onophoudelijk de omgeving af: staan er vrachtwagens met gevaarlijke stoffen? Zit er een geldtransportauto tussen? Met een schuin oog houdt hij ook Edward in de gaten. Die is geen OVD; hij is gewend om te helpen en te redden. André steekt zijn collega een hart onder de riem: 'Als wij de hulpverlening niet goed regelen, stagneert straks alles. Dan zijn de gevolgen voor deze mensen vele malen groter.'

Jeroen Brussé, de leider van het Commando Plaats Incident (CoPI), wacht onder het viaduct op André voor het eerste CoPI-overleg. Snel zakendoen, denkt André als hij ook een OVD van Rijkswaterstaat ziet. Ze hebben elkaar nodig om het verkeer op A58 deels stil te leggen. Een weg afzetten kan alleen met professionele spullen van Rijkswaterstaat, weet André. Vandaag is het geen optie om twee politieauto's langzaam naast elkaar te laten rijden om zodoende het verkeer af te remmen. 'Iedereen moet wel thuiskomen vanavond.'

Nog los van de specialisten van de Nationale Politie die op de snelweg onderzoek doen, zijn er zo'n veertig Zeeuwse agenten op de been. Vroeg in de morgen zijn politiemensen gekoppeld aan verpleegkundigen van de ambulance. Auto na auto hebben ze gewonden uit de file gehaald en voertuigen geregistreerd. André belde het trainingscentrum van de politie in Nieuwdorp: 'De opleiding is klaar voor vandaag, jullie moeten komen helpen.' Zo had hij snel de beschikking over veel mensen. Achteraf bleek dat agenten met een vrije dag zich die dinsdag spontaan aanmeldden. Dat was goed, want het reguliere politiewerk ging gewoon door.

Veiligheid. Het is het woord van de dag. Mensen met voertuigen die niet beschadigd zijn, moeten weg. Maar hoe en wanneer? 'Auto's laten keren terwijl politieagenten sporenonderzoek doen, creëert een onveilige situatie', waarschuwt André tijdens het CoPI-overleg. Het is een zonnige septemberdag, niet extreem warm of koud. De mensen langer laten wachten, is volgens hem een wijs besluit. 'Als er straks dertig meter vangrail verwijderd is, kan iedereen veilig weg.'

Het was een stevig incident, maar aan het eind van de dag gaat André met een goed gevoel naar huis. De hulpverlening is niet gestagneerd, de registratie is goed verlopen. Dat is belangrijk. Als je niet goed registreert blijven delen van het ongeluk vaag. En ben je niet secuur bezig met de zorg voor overleden mensen, dan kan dat voor de nabestaanden heel vervelend zijn. 'Fouten maken kan niet.'

De districtsleiding belt. Dat telefoontje doet hem goed. Ook reacties van collega's zijn belangrijk. 'Horen dat je iets goed hebt gedaan, helpt. Je kunt snel weer verder.'

Terwijl hij naar huis rijdt, denkt hij over beslissingen die buiten zijn zicht genomen waren. Zoals het inrichten van de tweede en derde opvangpost. Opeens was er een motoragent aan André komen vragen of hij de mensen naar Arnemuiden of naar Heinkenszand moest brengen. Huh, had hij gedacht. We hebben toch een post bij De Vierwegen in Kapelle! Bovendien: één van de dodelijke slachtoffers komt uit Arnemuiden. Waarom daarover niet met hen was gecommuniceerd, is nooit echt duidelijk geworden.

Thuis in Breskens zit de kamer vol visite voor de jarige dochter. Omroep Zeeland staat aan. Iemand zapt naar het Belgische VRT-journaal. De kettingbotsingen op de A58 zijn het gesprek van de dag. Om kwart voor tien is iedereen weg. Normaal duren verjaardagen in huize Brakman langer. Die nacht valt hij als een blok in slaap, pas de volgende nacht ligt hij wakker en speelt de film zich opnieuw af. Met bij elk fragment de vraag: is het goed gegaan of kon het beter?


Zie ook: http://www.hulpverleningsforum.nl/index.php?msg=1372647
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Alleen wij weten hoe het was
Chris van Nijf, medewerker operationele voorbereiding brandweer
Rol: brandweerman tweede tankautospuit ter plaatse

De tankautospuit (TS) van Arnemuiden staat verlaten op de snelweg. Vlakbij twee lege auto's. De chauffeur parkeert de 4530 van de Middelburgse post Stromenweg ernaast. Brandweerman Chris van Nijf stapt uit de wagen de stilte in. De mist is zo dik dat hij zijn maatje niet meer ziet. Dan roept er iemand 'help'.

Elke uitruk zit er vier man achter in de TS met maar één gedachte: wij gaan de situatie verbeteren. De vlammen doven, een bekneld slachtoffer bevrijden. Daar komen ze voor. Ook die ochtend van de 16e september, als de '4530' met zwaailichten aan en een gillende sirene de snelweg opdraait.

De stem komt uit de verte: 'help, help!' Chris slaat linksaf, op het geluid af, terwijl de rest is doorgelopen. Aan dit moment zal hij later nog vaak terugdenken. Hooguit tien passen verderop ziet hij een motorrijder op het wegdek liggen. Hij ligt in een onnatuurlijke houding, bewegingloos. De motor is nergens te bekennen. Naast de gewonde zit een man op zijn knieën. Hij probeert de motorrijder te reanimeren. De tweede man die erbij zit, is Delano - een jonge collega van Chris zonder uniform. Hij belandde in het ongeluk, op weg naar Goes voor de chauffeursopleiding. Chris knielt en neemt het reanimeren over. Hij plaatst zijn hand op het midden van het borstbeen en begint geconcentreerd borstcompressies te geven.

'Hé, da's een collega', hoort hij ineens. Naast hem staat zijn maat Dennis van Wassenberg. Chris schrikt. Nu ziet hij het pas. Hij kent deze brandweervrijwilliger niet zo goed. Dennis start de beademing met een mondkapje. Ze gaan door tot de ambulancedienst met een koffer vol apparatuur naast hen staat. Chris voelt zich gesterkt. Dit zijn toch de mensen die over geneeskundige hulp gaan.

'Sorry jongens, ik denk dat het geen zin meer heeft. We gaan ermee stoppen.' De ambulancemedewerker moet het twee keer zeggen. Chris en Dennis zijn perplex: dit is snel, veel te snel. In protocollen leer je altijd dat reanimeren belangrijk is: een half uur, drie kwartier. Zorg maar dat iemand zuurstof krijgt, dat het hart blijft pompen. Dan is er nog een kans. De twee brandweermannen staan met tegenzin op. 'We gaan hem nu redden', had Chris de hele tijd gedacht. Verslagen pakken ze hun tas en lopen de mist in, op zoek naar andere slachtoffers.

Op een paar passen van de motorrijder ziet Chris een auto op zijn zijkant staan, een man ligt op het wegdek ernaast. De auto is door omstanders van de man afgekanteld. Onmacht komt als een vuist binnen, als Chris ontdekt dat hij ook voor dit slachtoffer niets kan betekenen.

Een paar meter naar rechts staan allemaal auto's tegen, onder en op elkaar. Opeens ziet Chris zijn collega's van de 4530 terug. De jongens knippen een kleine grijskleurige auto open. Een politieagente heeft haar arm door het achterraampje gestoken. Ze houdt de hand van een blond meisje vast.

Chris aarzelt geen seconde. Hij kruipt achter in de auto als gewondenverzorger en neemt de taak van de agente over. Totdat ze veilig in de ambulance ligt, laat hij de hand van het huilende meisje niet los. 'Hoe heet je en hoe oud ben je?' Babs vertelt dat ze acht jaar is. 'Heb je een huisdier? Heeft die ook een naam?' Chris duwt de gedachten aan zijn eigen dochters en aan zijn collega op het asfalt resoluut weg en probeert het gesprek op gang te houden. Hij vertelt het meisje wat zijn collega's doen. Waarschuwt haar dat er straks harde, rare geluiden komen. Babs' ogen zoeken angstig haar moeder die naast de auto staat. De voet van het meisje zit klem en ze heeft pijn. Haar oudere zus is net met zwaar letsel afgevoerd.

Nadat Babs uit de auto is bevrijd, staat Chris nog uren op de snelweg. Vloeistofplassen bewaken, drinken uitdelen, de boel afzetten. Al die tijd moeten hij en Dennis op hun woorden passen. De familie van de motorrijder moet eerst worden ingelicht. Pas daarna mogen zij er met hun collega's over praten. Terug op de post begint Chris zoals gewoonlijk na een klus met het in orde maken van de auto. Ademluchtflessen verwisselen, nieuwe maskers, nieuwe handschoentjes erin. Hij verlangt naar rust: even op zijn kantoor zitten, iets drinken, tot zichzelf komen. Maar de bevelvoerder zegt dat ze naar boven moeten.

De hele club zit er: bevelvoerders, manschappen, de directeur, de operationeel leider, de tactisch leider, de burgemeester van Middelburg. Chris voelt zich overdonderd. Hij is onvoorbereid op een bijeenkomst beland waar iedereen uitgebreid zijn verhaal zit te doen. Zelf heeft hij geen zin om, zo kort na deze heftige inzet, toe te lichten wat hij heeft meegemaakt. Als ik aan de beurt kom loop ik hier weg, denkt hij. Of het toeval is of dat zijn gezicht boekdelen spreekt, hij wordt overgeslagen.

Een uur later neemt iemand van het bedrijfsopvangteam met Chris en de manschappen de brandweerprocessen door. Dat voelt prettig. Ze bespreken ook waarom er zo snel met de reanimatie van de collega gestopt werd. Desondanks vraagt Chris zich nog lange tijd af of ze niet meer voor hem hadden kunnen doen. Sinds hij hier en daar navraag heeft gedaan, slijt dat gevoel. Hij is zelf motorrijder en weet nu ook dat zo'n klap op het asfalt zo hard aankomt, dat er eigenlijk geen redden meer aan is. Een minuut reanimeren heeft dan eigenlijk al geen zin.

Er zijn maar twee personen die weten hoe het er precies heeft uitgezien die dag. Dat zijn Dennis en Chris. Ze stonden in een uniek stukje van het incident. Sommige de beelden bewaren ze in hun hoofd. Ze spreken er niet eens samen over. 'Ik was er wel goed kapot van', vertelt Chris later. 'Ik heb echt een paar slechte dagen gehad.' Het gaat in zijn rugzak. Die is nog lang niet vol. Wat erin zit? Niet eens de grootste of slecht aflopende inzetten. Een ventje dat met zijn vinger tussen de deur klem zit, terwijl zijn moeder en zusje in paniek toekijken. Zoiets kan, zelfs als het goed afloopt, ook indruk maken.

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Op het scherpst van de snede
André Willemstein, tactisch manager brandweer bij Veiligheidsregio Zeeland
Rol: (piket)leider van het Regionaal Operationeel Team dat in actie komt bij grootschalige incidenten

'Ongeval Segeerssingel.' Ongelovig staart André Willemstein naar het scherm van zijn alarmontvanger. De Segeerssingel? Daar zit hij zelf. Hij heeft niks gehoord en niks gezien. Iets klopt er niet.

Het is dinsdagochtend vijf over acht. In het trappenhuis aan de Segeerssingel echoën zijn snelle stappen. Vanuit een ooghoek ziet hij de mist buiten. Geen blauw zwaailicht te bekennen. Een verdieping hoger zwaait hij de deur van de meldkamer van politie, brandweer en ambulancedienst open. Alles rinkelt en piept. Op de beeldschermen van de centralisten lichten 112-tjes op. 'U zegt auto-na-auto? Hoeveel zijn het er? Vijf of tien? Aan welke kant van de A58?' Vijftien seconden luistert hij mee. Dit wordt groot.

'Maak er maar GRIP2 van', draagt hij de centralist op.

GRIP2 - de tweede fase van de Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure -wordt ingezet als er gevolgen voor 'de omgeving' zijn. GRIP2 maakt André Willemstein eindverantwoordelijk voor alle hulpdiensten. Vanuit het kantoor van de Veiligheidsregio in Middelburg geeft hij leiding aan de inzet op de A58. Het regionaal operationeel team (ROT) is onderweg. Binnen drie kwartier moeten commandanten van brandweer, politie, bevolkings- en geneeskundige zorg aanwezig zijn.

André belt de burgemeesters van Middelburg, Goes, Borsele en Kapelle. 'Er is iets aan de hand op de A58 en het is groot', zegt hij. 'Aan onze kant?', willen ze weten. Hij kan geen antwoorden geven. Nog niet. De kettingbotsingen en de files zitten verstopt onder een dikke witte deken die zelfs het geluid absorbeert.

Vooruitdenken. Dat wordt leden van het ROT altijd geleerd. Wat gebeurt er over een uur? Wat over twee uur? Wat over een halve dag? In het beste geval beperkt de botsing zich tot tien auto's met materiële schade. Maar hij moet uitgaan van het worst-case scenario: veel slachtoffers en het blokkeren van de slagader, de A58. Niks kan meer Zeeland in of uit. Dat voel je in Sluis en dat voel je in Tholen.

André toetst het nummer van de voorzitter van de Veiligheidsregio in. In zijn hoofd loopt hij ondertussen allerlei scenario's na: is de opvang in de ziekenhuizen toereikend? Zijn de incidentlocaties bereikbaar? Hoe leg ik het achteropkomend verkeer snel stil? Is er brand? Burgemeester Jan Lonink van Terneuzen komt direct aan de lijn. 'Voorzitter, het ongeluk lijkt groter en groter te worden. Krijg ik op voorhand mandaat van u om op te schalen naar GRIP4?' Dan heeft hij een robuuste organisatie. Met de voorzitter van de Veiligheidsregio en de hoofdofficier van justitie aan tafel om snel zware bestuurlijke besluiten te nemen.

Om kwart voor negen komt districtschef Weydema van politie op hem af. 'André, GRIP4? Da's wel heel erg groot hoor.' 'Klopt, Ronald. We zetten hem alleen in als het echt niet anders kan.' Niet vaak tijdens zijn 34 jaar bij de Zeeuwse brandweer heeft André Willemstein een GRIP4 meegemaakt.

Gespannen tuurt het crisisteam naar de grote beeldschermen in de OT-ruimte. De mist maakt het onmogelijk om een beeld te krijgen van de omvang van het incident. Er komen berichten binnen over reanimaties. De camerabeelden van de opgeroepen politiehelikopter zijn overwegend wit. Af en toe verschijnen vage flarden van het ongeval in beeld.

Om 9.31 uur noteert de verslaglegger dat GRIP4 is afgegeven. Burgemeester Lonink komt naar het regionaal beleidsteam in Middelburg.

'Er schijnt een derde kettingbotsing te zijn', zegt de plotter die het kaartmateriaal bijhoudt. André kijkt hem ontzet aan. Twee locaties is al bizar. Niets is zeker deze ochtend. Wat ze dénken te weten, wordt telkens overruled door nieuwe feiten. Vijftig ambulances worden naar de A58 gedirigeerd. Geen referentiekader door de potdichte mist, alleen aannames.

'Jongens stop!', roept André in de loop van de ochtend. Hij moet een onconventionele beslissing nemen. Bevolkingszorg wil een proces opstarten om in de files water te bezorgen. Prima, maar de ambtelijke weg kost teveel tijd. 'We doen het anders: zorg ervoor dat er binnen een half uur eten en drinken beschikbaar is op de A58. Hoe je het doet? Bel de lokale kruidenier en los het op. Als het maar snel is.'

Een paar mensen kijken vreemd op. Je hebt als overheid toch een zorgtaak? André legt uit dat hij het begrip van de mensen op de A58 belangrijk vindt: 'Er wordt niet gemopperd op de sociale media. Dat gaan we zo houden'.

Om halfeen geven voorzitter Lonink en André Willemstein een persconferentie. 'De dag leek vanmorgen zo mooi te zijn, een typisch Zeeuwse dag met veel zon. Maar we werden geconfronteerd met een afschuwelijk ongeluk van een voor Zeeuwse begrippen ongekende omvang', zegt Lonink. Ze maken de trieste balans op: 2 doden, 1 zwaargewonde en 25 gewonden.

André licht de inzet en het verloop van de reddingsactie toe. Hij klinkt aangedaan. Al vroeg in de ochtend hoorde hij dat een vrijwillig brandweercollega was overleden. Een collega en maatje van een van de leden van het crisisteam. Nog vóór er absolute zekerheid was, lichtte hij de man in. Daarna stopte hij dit bericht gedurende de incidentbestrijding weg in 'een kastje'.

Het Openbaar Ministerie geeft, gezien de omvang, toestemming voor quickscans en grofmazig onderzoek in verband met de dodelijke ongevallen. Kort na halftwee komt de file op de A58 weer beweging.

Vroeg op de avond is André Willemstein op de post aan de Stromenweg. Met de burgemeesters Harald Bergmann van Middelburg en Letty Demmers van Vlissingen condoleert hij de ploeg van de omgekomen brandweervrijwilliger. Ze staan samen stil bij zijn dood.

Als hij aan het eind van deze lange dag thuis bij zijn vrouw op de bank zit, is hij alle gevoel voor tijd kwijt. Zij heeft de beelden gezien op de televisie. Hij licht toe, legt uit. Zijn batterijtje is leeg. Hij praat over Marco Marteijn. Over diens vrouw en kinderen en over het brandweerteam dat een maatje moet missen. Blij is hij om de hoogzwangere vrouw die ze op tijd in het ziekenhuis hadden gekregen. Blij ook met het ROT. Het was een echt team geweest, samen hadden ze de klus geklaard.

Terugkijkend zegt André: 'Beslissingen die je in hectiek maakt, moeten morgen uitlegbaar zijn. En er bestaan geen boekjes voor dit soort situaties. Iedere klus is anders. Dat is het interessante aan mijn vak.'

'Handelen op basis van feiten en je emotie op de achtergrond plaatsen is part of the job', vertelt hij. Natuurlijk doet het iets met de leden van het crisisteam zodra er bij een incident meerdere doden en gewonden zijn. Maar altijd vanuit een professionele grondhouding. Iedereen voelt op zo'n moment een sense of urgency. Dat maakt dat besluiten snel genomen, en door iedereen uit het team gedragen, worden.

Ook morgen zou hij absoluut weer een bijeenkomst voor de hulpverleners organiseren. Daartoe werd tijdens de laatste ROT-vergadering van die dag besloten. Opkomst: meer dan honderd man. Iedereen kreeg een totaalbeeld van het incident. Het begrip voor elkaar en elkaars acties groeide. Er was ruimte voor emoties. Iedereen kon zijn verhaal doen en dat bleek heel waardevol.

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #247 Gepost op: 14 september 2015, 21:52:59
Do the most, for the most
Henk Torcqué, trainer/opleider GHOR (geneeskundige hulpverleningsorganisatie in de regio)
Rol: officier van dienst geneeskundige zorg

Henk Torcqué traint al drie jaar hulpverleners. Vandaag staat hij met diezelfde mensen in een groot, complex ongeluk. En dit keer is de situatie niet door hem verzonnen. Werken die protocollen eigenlijk wel?

Zijn onderbuikgevoel begint als twee ziekenauto's en een brandweerwagen om een paar minuten over acht met gillende sirenes over de Sloeweg in Middelburg razen. Als hij vervolgens zijn piketcollega Rini Lambregts om de Geneeskundige Combinatie en een stuk of twintig ambulances voor de A58 hoort vragen, weet Henk: dit is foute boel. Behalve voor een oefening, is de Geneeskundige Combinatie nog nooit uit de garage gekomen. Hij schiet zijn jas aan en haast zich naar de parkeerplaats van de Veiligheidsregio.

Het is flink mistig onderweg. Toch duurt het niet lang voordat hij bij de brandweerkazerne van Borssele staat. Twee Mercedesbussen, twee aanhangers, een opblaasbare gele tent en een container vol verbandmiddelen, medicijnen, planken, dekens, verwarming en brancards staan daar opgeslagen. De Geneeskundige Combinatie is een indrukwekkende hoeveelheid materiaal, waarmee ze langdurig medische inzet kunnen verlenen. In de gewondentent passen acht brancards. Henk vangt het SIGMA-team op, getrainde Rode Kruisvrijwilligers die samen met professionele mensen van de ambulancedienst in de tent gaan werken. Dan ontvangt hij van Rini Lambregts de oproep om als tweede OVD 'ter plaatse' te gaan.

Hij grijpt een extra portofoon. Een dienstauto heeft hij niet. Op de A58 zet hij de alarmlichten van zijn eigen auto aan. Met aangepaste snelheid rijdt hij over de rechterbaan. Die is vrijgemaakt voor ambulances en andere hulpdiensten. 'Jij gaat het veld in', had Lambregts gezegd. Ze ontmoeten elkaar op de parkeerplaats van het tankstation Selnisse. In een flits ziet hij dat het daar heel ernstig is.

Henk krijgt opdracht om uit te vinden tot waar het ongeluk doorloopt en hoe het met de mensen in de file gaat. Lang heeft hij zelf 'op de wagen' gezeten. Slachtoffers helpen, dat deed hij graag. Vandaag ondersteunt hij de ambulancedienst. Zorgt dat het materiaal dat zij nodig hebben, aankomt. Hij is ook een schakel in het medisch team dat vanuit het actiecentrum in Middelburg opereert. Via de portofoon vertelt hij zijn GHOR-collega's wat hij ziet en vertellen zij hem wat er met de betrokkenen moet gebeuren. Overal waar hij kijkt, staan ambulances, brandweervoertuigen en politieauto's. Boven zijn hoofd vliegen helikopters. Zoveel professionals op de been. Niet alleen Henk is onder de indruk, maar ook de mensen die in de file staan.

'Och meneer, ik snap het wel dat ik lang moet wachten. Jullie moeten je werk doen. Fijn dat je ons komt helpen.' De mensen vragen nergens om. Zeggen dat ze niks nodig hebben. Die berusting raakt hem. In treinen, waar hij weleens na een zelfdoding op het spoor is binnengestapt, heerst altijd onrust. Daar roepen de gestrande passagiers dat ze haast hebben. Ze willen weg. Samen met een brandweercollega loopt Henk van het Mallaardviaduct tot tankstation Selnisse door de autofile. 'Is alles in orde hier?' vraagt hij keer op keer.

Mensen die plots moesten remmen, staan stijf van de adrenaline. Ze zijn geschrokken van de gierende banden, de doffe klappen van het botsende metaal en het gegil van de mensen die daar weer van schrikken. Maar, weet Henk, komen ze tot rust, dan gaan ze pijntjes voelen. Meestal zijn dat nekklachten of borstklachten van de riem.

Overzicht heeft niemand op dat moment, ook Henk niet. Pas later worden allerlei individuele gevallen bekend, zoals een nierdialysepatiënt in het ongeluk stond. En een hoogzwangere vrouw die toch op tijd het ziekenhuis bereikte. En het feit dat er in totaal acht busjes met kinderen en jongvolwassenen stonden, die onderweg waren naar speciaal onderwijs of naar een werkplaats. Toen bleek ook dat de eigen zorginstelling via de parallelweg sondevoeding en medicijnen heeft gebracht.

'Er is een groot verschil tussen hulpverlening bij een groot en bij een regulier incident', legt Henk uit, als hij later terugkijkt. 'Bij een groot incident wordt de medische zorg opgeschaald, zoals dat in vaktermen heet. Dat gebeurt in Nederland zelden. De Bijlmerramp, de Vuurwerkramp, de brand in Volendam. Dat zijn momenten waarop je zo veel mogelijk moet doen voor een zo groot mogelijke groep.' Tijdens trainingen gebruikt Henk een Amerikaanse oneliner om dit fenomeen te duiden: Do the most for the most. Veel slachtoffers en weinig materiaal.

'In een regulier incident probeer je juist met zoveel mogelijk middelen één slachtoffer redden. Je moet er niet raar van opkijken als daarvoor twee ziekenauto's, een rapid responder, een huisarts en een traumaheli komen. En dat is terecht als het op het redden van een mensenleven aankomt', zegt hij. 'De focus verleggen van één naar veel slachtoffers, dat moeten veel hulpverleners nog tussen de oren krijgen.'

Als hij op de avond van 16 september op het VRT-journaal van België hoort hoe 'den Hollanders' geprezen worden om hun aanpak, denk hij: 'Ja, je moest eens weten.' Voor zijn gevoel zijn er toch dingen 'fout' gegaan. Geen grove dingen, maar zaken gingen anders dan hij geleerd en onderwezen had. Het systeem van alarmering bleek niet helemaal zuiver te werken, dus maakten ze er een telefonische sneeuwbal van: bel jij die en bel jij die. En de triagekaartjes zijn niet gebruikt. Hij kan zich voorstellen dat het lastig is om op dat moment feiten en tijdstippen in te vullen en dat aan iemands nek te knopen. 'Misschien moeten we dat systeem loslaten, maar we hebben nog geen ander systeem in Nederland.'

Kort na het ongeluk werd Henk al gevraagd om bij opleidingen en dergelijke te komen spreken. Hij beseft dat hij nu vanuit ervaring spreekt. Hij zal vertellen dat dit voor buitenstaanders een groot incident was. Dat het afschuwelijk was voor de betrokkenen, maar als hulpverlener weet hij nu: 'als dit het is, een groot incident, dan behappen we dat'.

Tegelijkertijd realiseert hij zich dat ze geluk hebben gehad. 'Hoe ernstig dit ook was, en hoeveel mensen hier ook een trauma aan overhouden, het had vele malen erger kunnen zijn. Stel je eens voor wat er gebeurd zou zijn als er tankwagens gestaan hadden die lek waren geweest. Dan krijg je een heel ander verhaal. Je moet er niet aan denken.'

In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #248 Gepost op: 14 september 2015, 21:55:33
Dit is topsport
Jeroen Brussé, intern onderzoeker en hoofdofficier brandweerzorg bij Veiligheidsregio Zeeland
Rol: piketleider Commando Plaats Incident (CoPI)

In de middenberm van de A58 staat Jeroen Brussé naast het portier van zijn dienstauto. Hij drukt de portofoon dichter tegen zijn oor. 'Iemand heeft zijn nek gebroken, er zijn meerdere slachtoffers, misschien wel doden', zegt de centralist van de meldkamer. Jeroen tuurt door de mist. Hij vraagt zich af waar hij moet beginnen.

Degene die een Commando Plaats Incident (CoPI) gaat leiden, komt pas na een half uur ter plaatse. Dat is een gouden regel in dit soort situaties, maar op die ochtend van 16 september is alles anders. Het had weinig gescheeld of Jeroen was zelf op de file geklapt. Daardoor is hij op de A58 vóór zijn collega-officieren van de brandweer, politie, geneeskundige zorg en Rijkswaterstaat. Bovendien staat hij in het ongeluk, wat ook heel ongebruikelijk is.

Dinsdag 16 september 2014 was een kalme, zomerse najaarsdag. In Zeeland hingen plaatselijk dichte mistbanken. Jeroen was met de dienstauto op weg van Kapelle naar Middelburg. Auto's schoten hem met dik 120 voorbij. Net voorbij Goes stond zijn voorganger plotseling op de rem. In de zachte berm kwam Jeroen tot stilstand. Ongerust draaide hij de vluchtstrook op. Net toen hij dacht dat het bij file bleef, piepte zijn alarmontvanger: GRIP1, een zeer groot ongeluk op de A58.

Jeroen vergelijkt zichzelf weleens met een topsporter: 24/7, 365 dagen per jaar trainen en oefenen om tijdens die ene wedstrijd te pieken. Ieder moment moet hij voorbereid zijn om twee, drie keer per jaar in actie te kunnen komen. 'En dan moet je er helemaal staan.'

De wedstrijd is begonnen, maar Jeroen staat verloren in de mist. 'Waar begin ik?' vraagt hij zich af. Er zijn doden, gewonden en reanimaties, maar waar? Die mensen moeten zo snel mogelijk hulp krijgen. Er moet een gecoördineerde hulpverleningsorganisatie worden opgebouwd met collega's. En zijn mensen moeten onder veilige omstandigheden kunnen optreden. Maar waar moeten de eenheden naartoe? Waar moet de commandopost komen? De mist ontneemt hem het overzicht dat hij nodig heeft. Training en ervaring komen hem te hulp.

Hij roept de OVD's van de politie, geneeskundige zorg, brandweer en Rijkswaterstaat bij elkaar voor een spoedoverleg onder het viaduct. 'Portofoons en telefoons uit', zegt Jeroen. Maximaal vijf minuten vergadertijd. Hij legt het plan uit: geen tijd verspillen aan het volledig maken van de beeldvorming, want dat lukt toch niet. De slachtoffers zo snel mogelijk met de ambulances weg krijgen en een structuur opbouwen waarbinnen de hulpdiensten hun werk kunnen doen. 'Onze focus ligt op de snelweg. Over communicatie of mensen in de file gaan we het op dit moment niet hebben.'

Tijdens het overleg staan ze tussen de twee rijbanen in. Twee teams brengen ieder hun eigen rijbaan in kaart. Ze spreken spelregels af: de officieren van dienst mogen binnen hun eigen discipline opschalen. Verder moeten ze ervoor zorgen dat chauffeurs van auto's die straks moeten rijden, bij hun voertuig blijven. En dat de middencategorie slachtoffers (auto kapot, zelf niet- tot lichtgewond) naar De Vierwegen in Kapelle wordt gebracht. Ook regelt hij een 'escalatiebus'. Mocht er in de file iets gebeuren dan kunnen er mensen weg.

Jeroen ontdekt dat er drie ongelukken zijn en dat hij bij het lichtste staat. Zijn 'mobiele kantoor' wil hij op de parkeerplaats van tankstation Selnisse, vlakbij de plaats waar twee doden zijn gevallen. Het is een rode container met beeldschermen en een tekenbord. Vanuit de CoPI-container hebben Jeroen en de OVD's goed zicht op vak Bravo, waar na de hulpverlening een grootscheeps sporenonderzoek op gang komt.

Tussen de overleggen door stapt hij deze ochtend één keer over de vangrail. Als hoofdofficier van de brandweer wil hij zijn jongens steunen. Tevergeefs hebben ze één van de overleden slachtoffers gereanimeerd, een collega-brandweerman van de post. Hij ziet aan hun gezichten hoe zwaar dat was. Toch zijn ze daarna onmiddellijk doorgegaan met hulpverlenen. 'Respect jongens!' Dan steekt hij de middenberm over en stapt terug in zijn rol als leider CoPI.

Nog voor de middag zijn alle gewonden afgevoerd. Om twee uur begint de file zich op te lossen. Een uur later schikken zeven mensen zich voor het laatst in een kringetje in de krap bemeten CoPI-container. Het team kijkt tevreden terug op de incidentbestrijding.

Jeroen schrijft zijn verslag om drie uur 's nachts. 'Ik hoef geen nieuws te zien. Verslag aanpakken, bakje koffie en een muziekje erbij, daar ontspan ik van. Zodra ik de laatste punt zet, ben ik er klaar mee. Alleen dat derde ongeval bij het Mallaard-spoorviaduct. Hoe kon dat om tien voor negen nog gebeuren, terwijl de snelweg dicht was. Toch? Dat moet worden uitgezocht.' Later roemt hij zijn mensen: 'Ieder CoPI-team is anders. Deze dag trof ik mensen die oog hadden voor andermans processen. En dan de ploeg van Middelburg. Op dinsdag dit verlies en op donderdag laten ze toch gewoon de brandweerwens van een ziek jongetje in vervulling gaan door met een hoogwerker het dak op te gaan en bij het brandweertrainingscentrum in Vlissingen een 'echte' brand te blussen. Dat getuigt van karakter.'

Het doet hem goed als hij achteraf slachtoffers en betrokkenen hoort vertellen dat ze op de snelweg zo goed zijn opgevangen. Jeroen is trots op zijn collega's en op het feit dat zij deze ingewikkelde klus hebben geklaard. 'Het gaat de laatste tijd veel over bezuinigingen en veranderingen. Maar in dit soort situaties bewijst de VRZ haar bestaansrecht.'
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen


enrico1972

  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 6,591
  • Openbare Orde en Veiligheid
    • Instagram Enricoveilig
Reactie #249 Gepost op: 14 september 2015, 21:57:53
Opeens landelijk nieuws
Christine Reule, senior communicatieadviseur bij de gemeente Middelburg
Rol: leider van het team Pers, Publieksvoorlichting en Analyse

Christine Reule probeert rustig adem te halen, maar de spanning blijft groot. Het mistongeluk op de A58 is opgeschaald van GRIP2 naar GRIP4. Bij een oefening verwacht je dat, maar dit is werkelijkheid. Vandaag. Die wetenschap legt een enorme verantwoordelijkheid op haar schouders.

De checklist in haar iPad is deze ochtend haar meest kostbare bezit. Stap-voor-stap vertelt die haar wat ze moet doen. Vanaf het moment dat ze het kantoor van de Veiligheidsregio in Middelburg is binnengekomen. Als senior communicatieadviseur van de gemeente Middelburg is ze als eerste opgeroepen toen het crisisplan in werking trad.

Eerder die dag. Om kwart over acht rijdt Christine opgewekt naar het Van der Valkhotel in Middelburg. Ze heeft zin in de teambuildingsessie. Vanwege de dichte mist rijdt ze de ingang van het parkeerterrein voorbij. Dan gaat haar telefoon. 'Er is een groot ongeluk. Kun jij bij de VRZ het team Pers, Publieksvoorlichting en Analyse leiden?' vraagt Daniël Rouw, de voorlichter van Terneuzen. Ze hebben allebei geen idee wat hen te wachten staat.

'Desnoods zien we het als een oproepoefening', zeggen ze tegen elkaar. Wordt het echt groot dan worden ze straks compleet overspoeld en valt het mee dan sturen ze mensen naar huis. De crisiscommunicatiepool bestaat uit zo'n dertig mensen. Negentien daarvan weten ze op te trommelen. Dat valt mee, want er is geen hard piket: niemand is verplicht om zijn telefoon op te nemen.

In een paar minuten rijdt ze van het hotel naar het hoofdkantoor van de VRZ. Alle teamleden zijn in twee of drie rollen getraind. Ze zet twee persvoorlichters in, een publieksvoorlichter, twee omgevingsanalisten en twee mensen om te twitteren en de website bij te houden. Pien Wildeman vormt een belangrijke schakel als hoofd taakorganisatie. Zij regelt de overleggen onderling en met de andere partijen.

Op de eerste verdieping zijn vier ruimtes geregeld voor het team. Ze moeten zoeken en vragen om papier en inlogcodes voor de computer. Geen tijd om in de klappers te bladeren. Mensen van de VRZ voorzien hen van alles wat ze nodig hebben. Wel worstelen ze met het LCMS waarin alle besluiten en actuele ontwikkelingen worden bijgehouden. Het landelijk crisis management systeem is een ingenieus logboek met strenge regels. De paar mensen van het communicatieteam die in het systeem kunnen, zijn niet beschikbaar. Een collega van Middelburg verleent daarom bijstand.

Als communicatieadviseur heeft Christine deze ochtend twee prioriteiten: het ongeluk duiden en mensen handelingsperspectief geven. Dus gaan er talloze tweets uit: 'Houd de vluchtstrook vrij, geef hulpdiensten de ruimte', 'Laat uw sleutels in het contact'. Tegen elf uur zelfs een oproep aan toeristen om Zeeland te mijden. Via de sociale media en internet houden twee omgevingsanalisten zicht op de noden van de betrokkenen op de A58: zijn mensen boos, hebben ze vragen, waar zijn ze tevreden over?

De eerste twee uur verlopen hectisch. Halverwege de ochtend wordt opgeschaald naar GRIP4. Het mistongeluk is al snel groot landelijk nieuws. De Gouden Koets en Prinsjesdag verdwijnen naar de achtergrond. Trude Northolt en Arnoud Knegt staan de pers live in de uitzendingen te woord. Ze hebben een zware ochtend. Er moet minstens een derde persvoorlichter bij, denkt Christine. En een extra publieksvoorlichter. Maar er zijn niet meer mensen om in te zetten.

Tijdens het overleg om halftwee bespreekt ze haar behoefte aan een vers team als het langer gaat duren. 'Onze pool telt dertig mensen. We zullen al snel een beroep moeten doen op andere Veiligheidsregio's.' Als drie kwartier later wordt afgeschaald naar GRIP2 kan Christine zich wat ontspannen. Het was een overzichtelijke GRIP4. Ze gaan het redden. Dankbaar denkt ze aan al die busjes met schoolkinderen, onderweg naar het speciaal onderwijs, die met de schrik zijn vrijgekomen. Er zijn slachtoffers te betreuren, doden zelfs, maar het had zoveel erger kunnen zijn.

Ze realiseert zich ineens hoe kwetsbaar Zeeland is: voor een shift van 24 uur is het eigen team te klein. Het zal een tijd duren voordat ze denkt: we hebben het best goed gedaan. Lang heeft ze last van kleine dingetjes die beter konden. Zoals de auto's die werden weggesleept. Tot op de dag van vandaag weet ze nog steeds niet of de Zeelandhallen nou de exacte locatie was. Ze werden ook op andere plaatsen gezien. En die verwarring rond de verwantenadministratie. Het nieuwe Slachtoffer Informatie Systeem (SIS) bleek organisatorisch nog nergens weggelegd. Met dat systeem hadden ze bellers kunnen informeren en eventueel gerust kunnen stellen.

Het verschil tussen een oefening en een werkelijk incident is groot, realiseert Christine zich. Tijdens de grote nucleaire oefening Indian Summer, drie jaar geleden, was zij zich bewust van het leed van de slachtoffers. Ze had zich bij hen betrokken gevoeld. Maar op 16 september was ze daar juist totaal niet mee bezig. De gedachte of er mensen in de chaos stonden die zij kende, had ze onmiddellijk onderdrukt. Dit was een echte crisis. En nu wist ze: 'Een echte crisis is één grote hectiek: je moet door-door-door.'
In dit land dient u de wet- en regelgeving te kennen en deze na te leven. Houd u zich hier niet aan, dan weet u ook wat de risico's zullen