ff de openingspost erbij pakken:
Automobilist strand met pech op de vluchtstrook, 300m voor het tankstation langs de autosnelweg.
De automobilist denkt, ik moet zorgen dat ik hier weg kom en begint zijn wagen te duwen (samen met een inzittende van een andere auto) over de vluchtstrook richting PP van het tankstation.
Op dat moment komt er Politie aangereden, stapt uit en geeft de automobilist/bestuurder een gigantische uitbrander! Vervolgens begeleiden ze het convoi richting PP van het tankstation. Daar schrijft oom agent een bekeuring uit m.b.t. bovenstaande situatie (volgens mij is dit niet met 100euro betaald) De man was nog zo onder de indruk van het voorval, dat ie ook nog zijn pechhulp organisatie moest bellen voor hulp aan zijn auto. De pechhulpmonteur stelde vast, dat de distributieriem was gebroken en dat verder rijden onmogelijk was. (zware schade aan de motor dus) Er werd transport voor de auto en de man geregeld, naar het huisadres.
Hierbij gaat het mij specifiek om het stukje dik gemaakte tekst en, mits werkelijke gebeurd, kan ik de diender helemaal niet meer begrijpen.
- eerst geef je de betrokkenen, terecht, een flinke veeg uit de pan
- daarna zorg je dat e.e.a. onder begeleiding voort gezet wordt (en spreek je je eigen verhaal tegen als diender)
- Na je (terechte) preek ga je faciliteren in iets waar je het zelf niet mee eens bent om aan het einde van het verhaal alsnog te verbaliseren, ben je als diender niet een heel klein beetje DOM en ongeloofwaardig bezig met deze werk volgorde.
Als je al wilt verbaliseren (wat imo terecht is) hoe kun je het dan in je hoofd halen om de situatie na een preek, weliswaar beveiligd, door te zetten, dan lijkt het of je als diender niet erg overtuigd bent van je eigen verhaal en al helemaal niet van de gevaarzetting...