Vlaamse Zorginspectie publiceert inspectieverslagen ziekenhuizen

Auteur Topic: Vlaamse Zorginspectie publiceert inspectieverslagen ziekenhuizen  (gelezen 2955 keer)

0 gebruikers (en 2 gasten bekijken dit topic.

Asterix 900

  • Railsector België & ex-centralist 112 België
  • Senior gebruiker
  • ****
  • Berichten: 915
Elk jaar inspecteert de Vlaamse overheid de kwaliteit van ziekenhuizen voor een ander "zorgtraject", in 2015 is dat het “internistisch” zorgtraject. Voor de eerste 18 ziekenhuiscampussen zijn de resultaten ondertussen bekend. De integrale verslagen zijn HIER te raadplegen:

PERSONEEL

Een ziekenhuis kan pas goed functioneren en degelijke zorg leveren als er voldoende en gekwalificeerd personeel werkt. De overheid legt hierover daarom algemene normen op. Zo moeten zowel voor de intensieve zorgen als voor de spoedgevallendienst (al dan niet met de MUG) altijd een bepaald aantal artsen en verpleegkundigen met een specifieke opleiding aanwezig zijn in het ziekenhuis. Andere artsen (oa. kinderarts en psychiater) mogen thuis "van wacht" zijn, zodat ze kunnen worden opgeroepen indien nodig.

De inspecteurs onderzochten verschillende aspecten van de personeelsbezetting en opleiding voor de afdeling intensieve zorgen en de spoedgevallendienst (al dan niet met de MUG).

De meeste ziekenhuizen zijn volledig in orde met de gecontroleerde personeelsvereisten. In vijf ziekenhuizen stelden de inspecteurs ernstige inbreuken vast waardoor deze een tweede inspectie moeten ondergaan (rood knipperlicht). In al deze ziekenhuizen was op de spoeddienst de basispermanentie van de verpleegkundigen niet in orde, al varieerde de ernst van de inbreuk wel. In één campus was de arts die normaal gezien de permanentie op de spoedgevallendienst op het moment van de inspectie had moeten vervullen, omwille van privéomstandigheden niet in het ziekenhuis aanwezig. Een andere arts kwam binnen de 15 minuten vanuit het operatiekwartier naar de spoedgevallendienst, maar voldeed niet aan de kwalificatie­-eisen.

HYGIËNE

Jaarlijks lopen 125 000 Belgen een ziekenhuisinfectie op. In het ene ziekenhuis leidt 4 % van de opnames tot zo’n infectie, in het andere kan dat zelfs oplopen tot 10 %. Een goede handhygiëne en andere maatregelen kunnen ongeveer een derde van deze ziekenhuisinfecties voorkomen. De inspecteurs controleerden onder andere of aan volgende belangrijke maatregelen werd voldaan:

- Het ziekenhuispersoneel moet de basisvoorwaarden van een goede handhygiëne respecteren om de verspreiding van infecties tegen te gaan: kortgeknipte en propere nagels, geen nagellak of valse nagels, en geen juwelen of horloges aan handen en polsen. De polsen moeten vrij zijn, dus ook lange mouwen worden afgekeurd.

- Ook in de “vuile berging” van de afdelingen werden verschillende zaken onder de loep genomen: hier mag geen proper of steriel materiaal worden bewaard en moet er een toestel zijn om bedpannen te spoelen. De ruimte moet ook beschikken over een wastafel, zodat de handen meteen na contact met bevuild materiaal kunnen worden ontsmet.

Er zijn nog steeds ziekenhuizen waar de richtlijnen door meer dan 10 % van de gecontroleerde medewerkers niet worden nageleefd, ondanks de eenvoud en jarenlange promotie ervan, ook tijdens de inspectieronde van het chirurgisch zorgtraject. Het gaat concreet om:

- Universitair Ziekenhuis Antwerpen (13,5%);
- Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Leuven (16%);
- Onze-Lieve-Vrouw Van Lourdesziekenhuis Waregem (12%);
- Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Blankenberge (13%).

Ook wat de vuile berging betreft werden in verschillende ziekenhuizen overtredingen vastgesteld. Eén ziekenhuis, het Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Knokke-Heist, was maar voor één van de parameters volledig in orde.

VEILIGHEID: MEDICATIE

Tijdens een ziekenhuisopname gebeuren regelmatig vergissingen, vooral met geneesmiddelen. Patiënten kunnen daardoor complicaties oplopen die eigenlijk te voorkomen zijn. De inspecteurs controleerden in welke mate het ziekenhuis maatregelen neemt om risicovolle situaties en dergelijke incidenten te vermijden. Ze focusten daarbij onder meer op volgende zaken:

- Geneesmiddelen die gevaarlijk zijn of op elkaar gelijken moeten specifiek gelabeld of afzonderlijk bewaard worden op de afdelingen.
- Alle geneesmiddelen moeten gelabeld zijn met de vereiste gegevens zoals de naam ervan, dosis en vervaldatum.
- De voorradige geneesmiddelen mogen niet vervallen zijn.
- De voorschriften moeten alle essentiële gegevens bevatten zoals naam van de patiënt, de voorschrijvende arts, de naam van het geneesmiddel en de dosis.
- De ziekenhuisapotheker moet zicht hebben op alle geneesmiddelen die patiënten nemen.
- Er mogen alleen geneesmiddelen worden toegediend na een beslissing van de arts.

De resultaten voor de geneesmiddelen zijn over het algemeen ondermaats. In de helft van de ziekenhuizen stelden de inspecteurs (ernstige) risico’s vast voor de veiligheid van de patiënt.
In de volgende acht ziekenhuizen ging het om één oranje knipperlicht, verbeterpunten waar deze ziekenhuizen dringend werk van moeten maken:

- Algemeen Ziekenhuis Heilige Familie Rumst: voor 33% van de gecontroleerde medicatie toegediend via infuus of inspuiting werd geen medische opdracht teruggevonden.

- Algemeen Ziekenhuis Glorieux Ronse: voor 23% van de gecontroleerde medicatie toegediend via infuus of inspuiting werd geen medische opdracht teruggevonden.

- Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Knokke-Heist: op geen enkele van de vier gecontroleerde afdelingen werden gevaarlijke of op elkaar gelijkende geneesmiddelen specifiek gelabeld of afzonderlijk bewaard.

- Regionaal Ziekenhuis Heilig Hart Leuven: op twee van de vier gecontroleerde afdelingen werden gevaarlijke of op elkaar gelijkende geneesmiddelen niet specifiek gelabeld of afzonderlijk bewaard.

- Universitair Ziekenhuis Antwerpen: op drie van de acht gecontroleerde afdelingen werden gevaarlijke of op elkaar gelijkende geneesmiddelen niet specifiek gelabeld of afzonderlijk bewaard.

- Imelda Ziekenhuis Bonheiden: Op vijf van de 101 gecontroleerde geneesmiddelen, spuiten en infusen ontbraken essentiële gegevens.

- Sint-Jozefskliniek Hoofdcampus Izegem: op zeven van de 113 gecontroleerde geneesmiddelen, spuiten en infusen ontbraken essentiële gegevens.

- Ziekenhuis Maas en Kempen Campus Maaseik: op vijf van de 72 gecontroleerde geneesmiddelen, spuiten en infusen ontbraken essentiële gegevens.

Zij moeten geen tweede inspectie ondergaan.

In één ziekenhuis, Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Blankenberge, werden twee oranje knipperlichten vastgesteld, maar dat ziekenhuis moet ook al voor andere inbreuken een tweede inspectie ondergaan. Voor maar liefst 62% van de gecontroleerde medicatie toegediend via infuus of inspuiting werd namelijk geen medische opdracht aan de verpleegkundigen teruggevonden. Bovendien werd op geen enkele van de vier gecontroleerde afdelingen gevaarlijke of op elkaar gelijkende geneesmiddelen specifiek gelabeld of afzonderlijk bewaard.

De meeste ziekenhuizen zijn niet volledig in orde op meerdere parameters. Sint-Augustinus in Veurne doet het niet perfect, maar kan wel de beste resultaten voorleggen.

VEILIGHEID: TOESTELLEN EN MATERIAAL

Over het algemeen zijn de resultaten voor dit thema behoorlijk goed. Heel wat ziekenhuizen zijn volledig of bijna in orde. Vooral de beschikbaarheid van essentieel materiaal is goed. De resultaten voor het preventieve onderhoud en de controle van toestellen zoals infuuspompen, defibrillatoren en ECG-toestellen zijn echter minder. In een aantal ziekenhuizen gebeurt dit te laat, of kan niet eens worden aangetoond dat het is gebeurd.

In één ziekenhuis werd er een probleem vastgesteld, maar zonder dat er een tweede inspectie nodig is (oranje knipperlicht). In de MUG van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen was niet al het vereiste reanimatiemateriaal voor kinderen aanwezig.

De inbreuken in één ziekenhuis zijn echter ernstiger (twee oranje knipperlichten). Ook in de MUG van Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Blankenberge was niet al het vereiste reanimatiemateriaal voor kinderen aanwezig. Daarnaast ontbrak er op de spoedgevallendienst bepaald materiaal dat belangrijk is voor de zorg voor kinderen.

In deze twee ziekenhuizen bleek ook het onderhoud van verschillende toestellen sterk beneden de norm, net als in het Onze-Lieve-Vrouw Ziekenhuis Campus Aalst.

PROCEDURES: PATIËNTENDOSSIERS

De ziekenhuizen scoorden over het algemeen veeleer matig. Er waren wel verschillen tussen de verschillende types dossiers en tussen de ziekenhuizen.
Zo waren bijvoorbeeld de patiëntendossiers op de bezochte verpleegafdelingen meestal goed in orde wat betreft de registratie van temperatuur, bloeddruk en hartfrequentie, maar gebeurde de follow-up van pijn minder goed. Ook de dossiers bij een bloedtransfusie en vooral op de spoedgevallendienst waren te vaak onvolledig.

In verschillende ziekenhuizen werden problemen vastgesteld die een belangrijk werkpunt zijn voor het ziekenhuis, zonder dat er een tweede inspectie hoeft te volgen (oranje knipperlicht):

- Algemeen Ziekenhuis Heilige Familie Rumst: de pijnscores waren onvoldoende ingevuld (op 37 % van de gecontroleerde dagen niet ingevuld).

- Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Blankenberge: de pijnscores waren onvoldoende ingevuld (op 22 % van de gecontroleerde dagen niet ingevuld).

- Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Knokke-Heist: de pijnscores waren onvoldoende ingevuld (op 13 % van de gecontroleerde dagen niet ingevuld).

- Sint-Jozefskliniek Hoofdcampus Izegem: de pijnscores waren onvoldoende ingevuld (op 13 % van de gecontroleerde dagen niet ingevuld).

- Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis Campus Asse: de pijnscores waren onvoldoende ingevuld (op 11 % van de gecontroleerde dagen niet ingevuld).

- Universitair Ziekenhuis Antwerpen Edegem: de drie parameters die tijdens een bloedtransfusie moeten worden opgevolgd (temperatuur, bloeddruk en hartfrequentie) ontbraken in alle gecontroleerde dossiers.

PROCEDURES: VARIA

De resultaten voor het patiëntenidentificatiebandje zijn uitstekend. Alle geïnspecteerde ziekenhuizen waren hiermee volledig in orde, behalve het Algemeen Ziekenhuis Sint-Blasius in Dendermonde. Dat ziekenhuis zal zelfs een tweede inspectie moeten ondergaan omdat de inspecteurs vaststelden dat een patiënt op intensieve zorgen geen identificatiebandje droeg.

Ook wat het triagesysteem op de spoeddienst betreft, waren de resultaten goed. Drie ziekenhuizen voldeden echter niet aan dit criterium, wat hen een oranje knipperlicht oplevert.

COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS

De meeste ziekenhuizen deden het heel goed voor de gecontroleerde aspecten op intensieve zorgen. Voor de gewone verpleegafdelingen, de transfer van de patiënt vanuit de spoed naar een gewone afdeling en de ontslagbrief scoorden ze minder maar nog steeds aanvaardbaar.

Alleen het Algemeen Ziekenhuis Zeno Campus Blankenberge kreeg een oranje knipperlicht omdat het voor geen enkele van de gecontroleerde patiënten duidelijk was welke arts nu precies verantwoordelijk was voor de coördinatie van hun zorg. Dit ziekenhuis schiet overigens tekort op meerdere gecontroleerde parameters.

Bronnen: inspectieverslagen en analyse TA