De reden dat ik niet naar een rijbewijs vraag is vanwege het feit dat ik als BOA Domein 1 niet bevoegd ben voor 107 en 160 WVW. Oftewel, ik ben niet bevoegd om te controleren of iemand wel of niet over een geldig rijbewijs beschikt. Derhalve vraag ik, ter vaststelling van de identiteit van de bestuurder, een geldig identiteitsbewijs, om zodoende de bestuurder voor de gepleegde overtreding (Mulderfeit) een bekeuring te kunnen geven. Mocht de bestuurder in dit geval een rijbewijs ter inzage aanbieden, dan is dat natuurlijk ook een geldig identiteitsbewijs.
Mijn redenering is als volgt:
Voor de uitvoeren van mijn taak (het uitschrijven van de bekeuring) is het op dat moment redelijkerwijs noodzakelijk om inzage in een identiteitsbewijs te vorderen. Deze bevoegdheid komt voort uit Art. 8, tweede lid PW. De bestuurder heeft de verplichting vanuit Art. 2 Wet ID om aan deze vordering te voldoen en voldoet hij hier niet aan, dan is hij strafbaar voor Art. 447E SR.
In eerste instantie is de bestuurder voor mij een betrokkene. Hij pleegt immers een overtreding welke afgedaan wordt via de WAHV. Op het moment dat hij niet voldoet aan de vordering om een geldig identiteitsbewijs ter inzage af te geven, wordt de bestuurder tevens verdachte. De bestuurder wordt daarop aangehouden en na vaststelling van zijn identiteit krijgt hij naast de mini voor het rijden door de voetpadzone (R315a) ook nog een mini mee voor het niet op eerste vordering tonen van een identiteitsbewijs (D517).