Er is voldoende onderzoek te vinden over straffen en belonen buiten strafwetgeving, maar binnen opvoeding en school. Hieruit blijkt met enige regelmaat dat straffen uiteindelijk een averechts effect heeft en uiteindelijk niet zorgt voor een gedragsverandering.
Singapore
We kunnen veel leren van Singapore. Singapore hoort tot de minst criminele landen van de wereld. Toch is het sterk verstedelijkt, heeft het een hoge bevolkingsdichtheid, en wonen er veel verschillende nationaliteiten.
Singapore heeft zeer strenge en uitgebreide gedragsregels, die strikt worden gehandhaafd met uiterst zware straffen. De straffen in Singapore zijn dus veel zwaarder dan in Nederland. Dat suggereert dat repressie een belangrijke rol kan spelen in het verminderen van misdaad.
Singapore heeft ook heel veel bewakingscamera’s, en een efficiënt en goed uitgerust politieapparaat. En de overheid geeft er morele voorlichting aan de bevolking. Ook wordt er gebruik gemaakt van burgerwachten (Citizen on Patrol).
Misdaad en straf in Singapore:
https://www.quora.com/Why-is-Singapores-crime-rate-so-lowhttp://www-rohan.sdsu.edu/faculty/rwinslow/asia_pacific/singapore.htmlWikipedia-artikel: Crime in Singapore
https://en.wikipedia.org/wiki/Crime_in_SingaporeMorele voorlichting
Zoals ik al eerder in dit topic zei, is alleen straffen niet genoeg, om crimineel en asociaal gedrag sterk te verminderen. Daarbij kun je als extreem voorbeeld denken aan het probleem van zelfmoordterroristen, dat ook in West-Europa actueel is.
En denk daarbij ook aan het probleem van langdurig pesten, als vorm van geestelijk en verbaal geweld, dat mensen emotioneel blijvend en ernstig kan beschadigen. Pesten is vaak tamelijk ongrijpbaar voor autoriteiten. Bovendien is politiecapaciteit altijd beperkt.
Om dergelijke redenen moet de overheid ook preventie plegen op het gebied van misdaad en ander wangedrag. Dat kan effectief en kostenbesparend door gedragsbeïnvloeding op basis van evidence-based technieken.
Multinationals slagen er steeds beter in, om het bestedingspatroon van veel consumenten naar hun hand te zetten, voor hun eigen financiële gewin. Toch is die leefstijl vaak slecht voor het milieu, erg kostbaar, schadelijk voor de gezondheid, gevaarlijk of lastig, en het maakt arme mensen die dat niet kunnen betalen vaak jaloers en onzeker.
Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan de voortdurende veranderingen in kledingmode, trends in meubel-design, snelle auto’s, rookartikelen, alcohol, gevaarlijke medicijnen, verheerlijking van geweld en alcohol op tv, enz. Daartoe gebruiken multinationals efficiënte technieken op het gebied van gedragsbeïnvloeding, zoals reclame, sluikreclame, edutainment en desinformatie op internet.
De overheid zou commerciële reclame moeten verbieden, en moet diezelfde beïnvloedingstechnieken in integere vorm zelf gaan inzetten. De overheid kan die technieken inzetten om de moraal te verbeteren en voorlichting te geven op allerlei levensgebieden. Daarbij zou het goed zijn, als de overheid één of meer eigen kanalen zou krijgen op radio en tv. Daar kunnen dergelijke boodschappen 24/7 worden uitgezonden, liefst in uitgebreide internationale samenwerking.
Daarbij moet worden gewaakt voor ondemocratische ontwikkelingen door politieke propaganda. Dat is een wankel evenwicht.
Ook kan in elke schoolklas de meest populaire leerling een overtuigende cursus krijgen op het gebied van ethiek, integriteit, pestpreventie en conflictbemiddeling. Die populaire leerlingen kunnen daarbij worden gestimuleerd om een rolmodel te zijn op die gebieden, en om een positieve moraal uit te dragen. Die cursus kan kostenbesparend worden gegeven via internet-video’s en in voetbalstadions met artiesten en muziek.
In de seventies waren normen en waarden het nieuwe taboe. Dat idee is nu verouderd. Moraal mag weer.